Antihelden
De bibliotheek van Gabriel Lester
tekst: Dirk-Jan Arensman
fotografie: Sven Signe den Hartogh

Wat zijn je vroegste leesherinneringen?
‘Mijn vader, een in New York geboren Amerikaan die vier jaar voor mijn geboorte naar Nederland kwam, las me altijd in het Engels voor. Typisch Amerikaanse kinderboeken meestal, zoals de avonturen van Tom Sawyer en Huckleberry Finn, The Hardy Boys en Davy Crockett.
Het eerste boek dat ik zelf las was Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman, ergens tussen mijn zesde en achtste, want ik herinner me nog in welke jongenskamer ik dat deed. Verder staat vooral de kaft me bij. En die spijkerbroek, die me als object enorm fascineerde.’
De literatuurlijst op de middelbare school: een feest of een bezoeking?
‘Ik ben dyslectisch en misschien was ik ook een adhd-kind. In ieder geval een kind met een heleboel fantasie dat het liefst zijn eigen verhalen verzon. Pas toen op een school voor moeilijk opvoedbare kinderen in de Groningen werd onderkend dat ik leesblind was, schaamde ik me niet meer voor mijn langzame leestempo en ging ik meer lezen.
Eén van de schrijvers die ik voor mijn lijst las was Belcampo, die ik via mijn Brusselse grootvader had ontmoet. Mijn grootouders zijn in 1944 vanuit de Amsterdam naar België gevlucht voor de nazi’s, en mijn grootvader, een kunstverzamelaar en intellectueel, was goed bevriend met de heer Belcampo, die destijds studentenarts in Groningen was. Ik weet nog dat ik als klein kind bij hem thuis kwam, in een huis aan een singel volgepakt met kranten en boeken. Het had iets heel spannends dat je zo’n man kende, en dan boeken van hem kon lezen.’
Is je smaak in de loop der jaren veel veranderd?
‘Zeker. In het begin las ik graag spannende verhalen. Later boeken die je het beste kunt omschrijven als “existentialistisch”. En de afgelopen vijftien jaar lees ik vooral over onderwerpen die in relatie staan tot mijn artistieke onderzoek: geschiedenis, filosofie, literaire verhalen of een boek over wiskunde.’
Wat is het laatste boek dat je aan het lachen maakte?
‘Wild Talents (1932) van Charles Fort, een Amerikaan van Nederlandse komaf die, zonder zelf erg bijgelovig te zijn, jarenlang alle artikelen over onverklaarbare fenomenen in de hele wereld verzamelde. De film Magnolia is er deels op gebaseerd. Het leest als een absurd monument, omdat het volledig doordraaft in het opsommen van die gebeurtenissen.’
Met welk romanpersonage zou je graag een avond doorbrengen?
‘Met Bazarov uit Vaders en zonen van Toergenjev, omdat ik een zwak voor antihelden heb. Bazarov is zo’n scherpe en tegendraadse denker dat je er aanvankelijk van overtuigd bent dat hij tot grootse daden zal komen. Maar omdat hij hopeloos verliefd wordt en jong sterft, maakt hij die potentie niet waar. Een nobel mens dat door het leven wordt verslagen.’

Welk boeken hebben je het meest geïnspireerd?
‘Søren Kierkegaards Of/Of en De bloemen van het kwaad van Charles Baudelaire. Boeken waar ik mezelf op jonge leeftijd in herkende en waardoor ik me gesteund voelde om mijn ideeën te gaan formuleren. Het dualistische van Kierkegaard sluit aan bij wat ik zelf in mijn werk doe: twee polen tonen en de waarheid daartussen steeds in het midden laten, zodat de toeschouwer die zelf kan oprapen. Baudelaire is een sinistere dichter, maar ook iemand die op een heel scherpe, realistische manier de wereld om hem heen kon verbeelden.’
Welk boek raad je andere mensen al jaren aan?
‘Ik heb veel gedaan met hiphop en geïmproviseerde poëzie. Jarenlang heb ik gefreestyled, onder andere in het Bimhuis, waarbij je op een soort stream-of-consiousness-achtige manier met taal omgaat. Diezelfde cadans vind je terug in Agapé Agape van William Gaddis. Daarin vertelt een man op zijn sterfbed over zijn leven, waarbij je als lezer in een soort maalstroom terechtkomt. Het voelt bijna alsof je al poëzie lezend in een lawine van een berg tuimelt.’
Ken je gedichten uit je hoofd?
‘Geen gedichten, wel complete rapteksten. Timebomb van Public Enemy, bijvoorbeeld:
You go ooh and ahh when I jump in my car
People treat me like Kareem Abdul Jabbar
When I’m up to par, no matter who you are
I betcha go hip hop, hurray or hurrah…
Zo kan ik nog wel even doorgaan. En als het nu niet 10 uur ’s ochtends was en als ik een wijntje op had, zou ik dat waarschijnlijk ook doen.’
Wat ligt er nu op je nachtkastje?
‘Onder andere The Nix van Nathan Hill, op aanraden van mijn vader, die erg enthousiast was over Hills vitale stijl en de manier waarop hij een periode uit de Amerikaanse geschiedenis beschrijft. En een boek over de beroemde Hope-diamant. Ik denk erover een film te maken vanuit het perspectief van een voorwerp, en mogelijk vanuit dat van een diamant, bij uitstek een object dat een verhaal heeft beleefd. Zo’n Hopediamant of de Koh-i-Noor is eigendom geweest van koningen en maharadja’s, rovers en naziplunderaars. Een fascinerend gegeven.’
Gabriel Lester (1972) is audiovisueel kunstenaar en filmmaker.