De Amsterdam Art Fair is, na een eerste editie in de oude Citroëngarage, nu neergestreken op de museale hotspot van Amsterdam; het Museumplein. De buitenkant van de witte kunststof hokken mag er wat primitief uitzien, van binnen gonst en bruist het van hedendaagse en moderne kunst. See All This koos, volledig naar eigen inzicht, twaalf hoogtepunten uit het overweldigende aanbod.
Het werk van Roos van Haaften (1983) is fragiel en scherp tegelijk. Een zorgvuldig arrangement van alledaagse materialen – lucifers, plastic folie en bloem – projecteert ze van een glasplaat op de muur, zodat het landschappen worden. Ze maakte eerder grote potlood- en houtskooltekeningen, waarmee ze soms ook projecties maakt. Ze maakt meestal landschappen, soms bevolkt met dieren, vaak gebaseerd op al bestaande beelden.
Er hangt veel moois bij Akinci. Een indrukwekkend beeld van Anne Wenzel, een duizelingwekkend schilderij van Andrei Roiter, maar de tekening van Charlotte Schleiffert (1967) knalt eruit. ‘Lady Rufus’ uit 2016 is, zoals vaker bij Schleiffert, een stoere vrouw, met een vogelkop.
Er zijn uiteraard veel Nederlandse galeries vertegenwoordigd op deze relatief kleine beurs, en daarnaast 4 Belgische, 3 Zwitserse, 1 Britse en 5 Duitse galeries. De tekeningen van de Franse, in Brussel wonende Romain Cadilhon (1984) hangen tussen vroege werken van Herman de Vries en foto’s van Peter Puklus bij Conrads uit Düsseldorf. Cadilhon maakt bijna fotorealistische tekeningen met grafiet, of zoals hier, in houtskool.
Eelco Brand (1969) maakt schijnbaar fotorealistische kunst. Met behulp van digitale animatietechnieken creëert hij fictieve werelden, zoals hier, waarbij de voor de kijker onzichtbare wolken als schaduwen over het heuvellandschap glijden. Om eindeloos naar te blijven kijken.
Ze staan er bijna onopvallend, de 20 kopjes die taalkunstenaar Tine Melzer maakte, in de stand van Johan Deumens Gallery. Pas als je de namen die erop geschreven staan, beter bekijkt, begrijp je de clou: Fidel, Iwan, Joseph en Silvio zijn allemaal voornamen van beruchte dictators. Maar ook zij zijn jong geweest, hebben een moeder gehad, die hen misschien ook wel eens opwachtte met een kopje thee. Een kopje met hun naam erop.
De naam Lee Rolt Dolron zegt u wellicht niets – dat kan kloppen, de kunstenaar is pas 8 jaar oud. In haar serie tekeningen speelt het konijn Flaffie een belangrijke rol; Flaffie is de hoofdrolspeler in een van haar favoriete jeugdboeken. Het is een knipoog naar de organisatie: Art Amsterdam had iedere galerie gevraagd het werk van een jonge kunstenaar te tonen dat nog niet eerder was vertoond. Met Lee voldoet de galerie ruimschoots aan die eis.
De Mexicaanse Alinka Echeverria (1981) studeerde antropologie in Edinburgh en fotografie in New York, voor haar serie ‘Becoming South Sudan’ legde ze de voorbereidingen vast voor de viering van de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan na veertig jaar oorlog. De portretten, zoals van deze jonge vrouw, overstijgen de anekdote; ze tonen krachtige en tegelijk kwetsbare wereldburgers.
Galerie Fons Welters heeft alle ruimte gegeven aan Saskia Noor van Imhoff (1982), die onlangs een dubbeltentoonstelling had in De Appel Arts Centre en het Stedelijk Museum Amsterdam. Na een ontdekkingstocht in de depots van die instellingen presenteerde ze de gevonden objecten, zoals deze stoffige reproductiefoto van een schilderij, opnieuw , vaak met nog een extra historische ‘laag’ erbij gevoegd. Let op de dubbele lijst!
Galerie Mieke van Schaijk kreeg de beschikking over het persoonlijke archief van cameraman, filmmaker en fotograaf Jack Jaeger (1937-2013). De werken zou je collages kunnen noemen van fotomateriaal, maar misschien komt ‘sculpturen’ meer in de richting. De foto’s liet hij speciaal voor dit werk afdrukken – een interessant spel van hergebruik en toegepaste kunst.
De stand van Dürst Britt & Mayhew springt in het oog, alleen al vanwege de paarse muren. Kunstenaar Paul Beumer (1982) verfde ze persoonlijk lila. De kunstwerken zijn vierkante katoenen doeken, die Beumer, geïnspireerd door oude Chinese landschapsschilderkunst, met inkt, emmers en ander schoonmaakgerei bewerkte – als je goed kijkt kan je de sporen van de zwabber op het doek rechts nog zien zitten.
Naast de grote tent op het Museumplein is er nog een tweede lokatie van de kunstmarkt: in de Johannes Vermeerstraat 29, honderd meter verderop. In ‘Amsterdam Art Rooms’, een nieuwe kunstpresentatieruimte, is ‘Beeld 2’ te zien, een selectie beeldhouwwerken van de deelnemende galeries. Het werk van Christiaan Zwanikken (1967) prikkelt alle zintuigen: twee ingenieus uitgedachte mansgrote staande machines draaien zoekend rond, en puffen steeds met een zachte drum een mix uit van de flesjes door de kunstenaar zelfgemaakte bergamot- en cypres en andere etherische olieën.
Dit hoogtepunt is niet te missen, de niet-menselijke performance van Dr. A.H. Heinekenprijswinnares Yvonne Dröge Wendel (1961) direct na de entree van de tent. Op een meterslange en -brede rol papier liggen grijzige ronde voorwerpen, eromheen rijden en staan kleine robot-achtige zilverkleurige machines. In hun ‘handen’ hebben ze een stift. Hun bewegingen worden beïnvloed door de grijze bollen en door elkaar, zodat uit hun eigenaardige dans in de loop van de tijd een puur mechanische tekening ontstaat.
Reacties op 12 highlights van de Amsterdam Art Fair