The Dinner Party
Een leven om de keukentafel
Elke donderdag haalde Teeny Booker, mijn grootmoeder, de elf karbonades uit de koelkast die ze twee dagen eerder had weggezet om te marineren. Ze legde ze neer om nog een laatste keer te kruiden en maakte het vlees mals op de melodie van ‘This Little Light of Mine – I’m gonna let it shine’. De muziek doordrenkte haar met de geur van de zondagse diners die in de keuken van haar moeder werden bereid.
Teeny schilde een dozijn Yukon-aardappelen en legde ze in het water. Ze hakte twee zakken wortels en spreidde die uit op aluminiumfolie – uren later zouden ze samen met het vlees en de aardappelen de oven uit rollen, met snufjes zout, zwarte peper en een paar klodders boter. Dit was haar recept, maar ook haar ritueel. Beproefd en betrouwbaar – doorgegeven van grootmoeder op grootmoeder op grootmoeder.
We waren een vrouwenfamilie, en omdat mijn moeder de oudste zus was, propten mijn tantes en hun kinderen zich op onze achterbank – een knappe kolonie van zorg en vreugde op weg naar oma om te eten wat zij aan het koken was, en daarna The Cosby Show te kijken. We hadden trek in een goed verhaal en geweldige muziek, maar zodra we de grote weg bereikten, ging het gesprek over recepten en roddels, met bekentenissen: tante Mary gebruikte bruine in plaats van witte suiker voor haar maïsbrood, omdat dat haar de meest zwarte manier leek om het te maken. Een paar straten verder namen ze tante Kristina onder vuur om het fruit in haar crumble te raden – een dessert dat altijd met het seizoen meebewoog. En daar zat ik, stil op de passagiersstoel voorin, mijn familie in me opnemend als een goede maaltijd.
De meeste levenslessen leerde ik in Teeny’s keuken. Ze leerde me over verleiding en wanneer je daaraan toegeeft of het laat passeren, nadat ik een hete pan had aangeraakt terwijl ze me had gewaarschuwd dat niet te doen. Ze leerde me mezelf op de eerste plaats te zetten, door de spatel neer te leggen en ons allebei een groot glas limonade in te schenken voordat iemand anders werd bediend. Ik was een goede leerling en bestudeerde elke beweging terwijl ze van fornuis naar voorraadkast zweefde, klein als Tinker Bell, en ons avondeten bestrooide met een lach en lichtheid.
Toen ik ouder werd, en de levenslessen zich uitstrekten voorbij de keuken van mijn grootmoeder, kwamen er andere vrouwen in mijn leven. Vrouwen die me leerden eenvoudige verhalen te schrijven over de wereld om hen heen – vaak via de gemeenschap en haar eten. Mijn moeder gaf me een exemplaar van Zora Neale Hurstons Mules and Men (dat ik nog steeds in mijn tas meedraag), een boek over samen eten als onderdeel van Zwart leven, met chitlins (varkensdarmen), varkenspootjes en pinda’s als ankerpunten in de verhalen. In The Bluest Eye schrijft Toni Morrison over huishoudens vol vrouwen, en hoe hun keukens en dagelijkse eetritmes – zo sterk contrasterend – laten zien op welke verschillende manieren twee huizen worden gerund en hoe die rituelen een kind vormen.
Tijdens mijn studietijd waren het Nora Ephron en haar dinner-party-romcoms die me door mijn eerste grote liefdesverdriet heen hielpen. Ze stemde mijn oor af op hoe eten zich midden in de meest vreugdevolle, alledaagse en verwoestende momenten van het leven nestelt. Ik denk aan Rachel Samstat, de hoofdpersoon in Heartburn, die tijdens een diner een key-limetaart in het gezicht van haar man gooit, of de iconische scène in When Harry Met Sally, waarin Sally in een druk restaurant een orgasme faket.
Toen raakte ik onverwacht zwanger van een man die dol is op het geven van dinerfeestjes, maar niet kan koken. En in de haast om een toekomst te normaliseren waarvan ik dacht dat die gedoemd was (dat was ze gelukkig niet!) dook ik in het pragmatische feminisme van Julia Child die me met haar zelfgestuurde carrière wakker schudde voor het idee van keukenfeminisme.
Vaak gaan dinerfeestjes en het onmogelijke streven naar huiselijke perfectie hand in hand. Toch, zoals ik mijn kinderen vertel, is elk gezin anders. Een vriendin schetste een beeld van haar vader, die tijdens etentjes altijd ontbrak aan tafel. Terwijl vrienden en familie rondcirkelden, verontschuldigde hij zich, strikte hij de veters van zijn sportschoenen en jogde hij rustig heen en weer over de zandweg voor het huis. Als iedereen uitgegeten was en de afwas gedaan, kwam hij weer binnen, pakte zijn bord en ging op een kleine rotanstoel in de hoek van de keuken zitten, in alle rust etend met een bord op schoot. Het ritueel van haar vader bevatte een les over het verschil tussen grenzen stellen en je plichten als vader, echtgenoot en gastheer ontlopen.
Ik sprak met een andere vriend, de zoon van een ambassadeur die opgroeide in een huis waar dinerfeestjes met dissidenten werden gehouden – zijn ouders in black tie, hij in pyjama op een kussen onder de eettafel. Aan deze diners, zei hij, spiegelt het onderwerp de gang van de maaltijd. Bij de canapés blijft het gesprek licht als kaviaar – ‘Hoe gaat het met de kinderen?’ Bij het plat principal verschuift de dialoog naar mondiale kwesties als mensenrechten, gendergelijkheid en toegang tot onderwijs. Vanonder de tafel leerde deze jongen hoe gedeelde maaltijden de loop van de geschiedenis kunnen helpen veranderen.
Ik heb het opgegeven om de strenge ouder te zijn. Na jaren van ‘ga zitten, blijf stil, heb geduld’, heb ik mijn kinderen laten weten dat ik de wereld hen ga laten leren hoe ze zich tijdens een diner horen te gedragen. Niet omdat ik wil dat ze met hun mond vol aardappelpuree praten, maar omdat wat hun ervaring van samenzijn met familie en vrienden rond het eten niet wordt bepaald door hoeveel ze hebben gegeten of hoe weinig ze onderuitgezakt hebben gezeten, maar door hoe het voelde om samen te zijn.
Hoewel het belangrijk is stil te staan bij de grootse bijeenkomsten – zoals die op de volgende pagina – is voor de meesten van ons het dinerfeest een droom die met het dagelijks leven is verweven. Sommige van die dromen zijn groot en allesverslindend, en sommige diners zullen veranderen hoe de samenleving zichzelf herinnert. We hebben allemaal onze eigen versie van wat het betekent om samen te komen en brood te breken. Voor velen van ons maakt alleen al de gedachte aan het hosten van een diner ons stiknerveus, omdat we verstrikt raken in het ego van het hele gebeuren. Maar dan denk ik aan oma Teeny die voor haar karbonades zingt, wortels staat te snijden en aardappelen zout voor de vrouwen in haar leven die ze met alle liefde wil voeden.
Hosten als een kunstenaar?
Lees over de beruchte dinner parties van kunstenaars als Salvador Dalí tot Judy Chicago >
Dit is een verhaal uit See All This #40: ‘Cooking is Caring’. Bestel het nummer hier.



















