Edgar Cleijne & Ellen Gallagher
Het gewicht van water
Met de presidentiële verkiezingen in het vooruitzicht, is de Amerikaanse natie tot op het bot verdeeld. Highway Gothic, het veelgeprezen en meest recente werk van Edgar Cleijne en Ellen Gallagher is een huiveringwekkend voorteken van wat de toekomst in petto kan hebben voor Amerika – en voor de rest van de wereld.

Er is veel geschreven over Ellen Gallaghers briljante oeuvre dat voor een deel wortelt in Afrofuturisme, een verzonken koninkrijk bevolkt door de afstammelingen van verdronken slaven, en het verwoorden van identiteit in het aangezicht van de zwarte diaspora. Haar werk is tentoongesteld in de meest prestigieuze musea in de wereld. Maar minder zichtbaar is haar samenwerking met de Nederlandse kunstenaar Edgar Cleijne. Al vijftien jaar lang bouwt het duo aan een verbazingwekkende nieuwe mythologie. Al zullen ze het waarschijnlijk niet toegeven, leest hun meest recente werk Highway Gothic (2017-2019), dat afgelopen voorjaar onder andere te zien was in de tentoonstelling Liquid Intelligence in Wiels in Brussel, als een magische roadtrip door onze huidige wereld op het randje van ineenstorting. Er is het verschrikkelijke vooruitzicht van misschien weer vier verwoestende jaren met de huidige bewoner van het Witte Huis, maar het meest recente werk van het duo voert niet zulke politieke boventonen.

Met Highway Gothic — een installatie met filmprojecties en blauwe stroken van textiel en celluloid — betreden we een postapocalyptisch Amerika en reizen we langs de overblijfselen van zijn voormalige imperiale macht. Maar Cleijne en Gallagher geven dit landschap een nieuwe betekenis dankzij het rijke vocabulaire van hun nieuwe mythologie. Hoe hadden ze dat niet kunnen doen. In het hart van Highway Gothic is immers alle magie terug te vinden van die ene ochtend, diep in de moerassen van Louisiana, land van Afro-Amerikaanse healing-tradities als conjure, rootwork en hoodoo. Op dat vroege uur, onder een bewolkte lucht met af en toe een vrachtwagen voortdenderend op de weg hoog boven hen, filmden Cleijne en Gallagher de reusachtige betonnen totempalen die de snelweg droegen. Iemand had er enorme eikenbomen op geschilderd. Het tweetal had de fantoompijn van de plek ontdekt.
WALVISVAL
Cleijne en Gallagher reizen diep. Stel je voor ergens op de Atlantische Oceaan te drijven. Je zinkt langzaam onder de golven van deze sombere, uitgestrekte weidsheid. Terwijl je daalt, maakt licht plaats voor donker. Je gaat dieper, tot zelfs maar het kleinste flintertje bleek schijnsel uitdooft. Je wereld is er nu een van duisternis en stilte, met het gewicht van het water op je. Je bereikt de bodem van de zee. Je verwacht er een woestenij aan te treffen, maar er is leven en er liggen gigantische splinters verstrooid. Deze bottenkathedralen zijn alles wat er nog over is van dode walvissen. In die botten huizen de Osedax, wormen die van deze overblijfselen leven. Deze kleine organismen werden niet zo lang geleden ontdekt en dwongen ons om onze gedachten over de oceanen bij te stellen.
Het leidde de kunstenaars ertoe om het werk Osedax (2010) te maken, een installatie die bestaat uit 16mm film en beschilderde glazen dia’s. Gallagher was geïntrigeerd geraakt door hoe de wetenschappelijke gemeenschap de ontdekking presenteerde, vertelt ze. ‘Het was verwant aan een literair fenomeen, zoals Moby Dick.’ En, voegt ze er later aan toe, de tunnels die deze wormen boren bedekken de botten met patronen, schrijfsels in een taal die niemand lezen kan.
De dia’s projecteren abstracte beelden verwant aan vloeistof lichtshows uit de jaren zestig of de gemarmerde schutbladen van wetenschappelijke boeken uit de negentiende eeuw. De film projecteert een scheepswrak, een onderwaterdier, de sinistere aanwezigheid van een olieboorplatform in de nacht. Er is een overweldigend gevoel ondergedompeld te worden in iets schrijnends en bezoekers stemmen af op die sfeer. ‘Het trof ons hoe emotioneel de respons was,’ vertelt Cleijne. Zittend in hun Rotterdamse studio dwalen zijn ogen over lange tafels volgepakt met stapels objecten, gereedschap, nog meer objecten, karton en papier. Bedachtzaam neemt hij een slok van zijn thee en vertelt hij over de tijd voor de walvisjacht genocidaal werd. Miljoenen walvissen navigeerden de uitgestrekte wateren en vulden die met hun gezang. Gallagher merkt op: ‘Ik geloof dat geluid nooit de oceaan verlaat. Het is geen wetenschap, maar ik geloof het.’
En met zoveel zingende walvissen in de zee, waren degenen die stierven en zonken ook overal te vinden. Een stervende walvis heeft een laatste reis voor de boeg — de walvisval — naar de bodem van de zee. Walviskarkassen op dieptes groter dan duizend meter voeden ander leven tot de dag waarop de botten één worden met het water. ‘In de Atlantische Oceaan, een vrij schraal oord, vormen deze karkassen een patroon op de zeebodem,’ mijmert Cleijne. Natuurlijk is de walvishuid zelf, met de littekens en alle schelpen die zich aanhechtten, het reisverslag van het dier, dan al lang opgelost. ‘Zoveel informatie is voor ons verloren,’ besluit hij. Maar het water draagt de herinneringen van de walvissen, hun gezangen en de cadans van de walvisvallen.


Snelweg
Even significant in dit werk is het symbool voor Amerika’s vooruitgang, dat in de rest van de wereld altijd weer opvalt: de highway. Het symboliseert vrijheid en beweging, de trek naar het westen van de vroege kolonisten, het consumentisme, en doet denken aan de glanzende, luxueuze auto’s die in Detroit van de lopende band afrolden. Toen die industrie in elkaar stortte, maakte het plaats voor de uitvinding van technomuziek en uiteindelijk de legenden van Drexciya, het mythische onderwaterkoninkrijk dat je hier en daar in het werk van Gallagher terugvindt. Voor anderen staat de snelweg voor verdreven worden, ontworteld raken, in het kort, een vernietigende en verstorende kracht.
Die morgen bij een viaduct van de snelweg I-10 in Louisiana, legden Cleijne en Gallagher secuur de enorme schilderingen van de eikenbomen op de betonnen pilaren vast. ‘Edgar en ik, we haalden onmiddellijk onze filmcamera’s tevoorschijn en begonnen te filmen. Ik ben blij dat we dat hebben gedaan, want een aantal schilderingen is sinds die tijd weer verdwenen. Maar we hebben nog steeds de films als registratie.’
De geschilderde bomen, zo leerden ze, waren een gemeenschapsproject, om de majestueuze eiken te gedenken die vernietigd werden toen de I-10 er gebouwd werd. ‘Een van de langste lanen in Amerika met eiken aan weerszijden had hier gestaan, in de buurt van de verschillende inheemse en Afro-Amerikaanse gemeenschappen die er leefden. Oorspronkelijk was de I-10 gepland door de Franse wijk. Maar de rijke witte families vochten de komst succesvol aan, dus in plaats daarvan werd het dwars door het midden van Tremé gebouwd, een belangrijke historische Afro-Amerikaanse buurt,’ vertelt Cleijne.
In Highway Gothic reizen we diep door de moerassen van Louisiana, een onbepaald gebied tussen water, lucht en land dat niet besloten heeft bij welke van deze drie elementen het werkelijk thuishoort. Dan leren we dat de titel een verwijzing is naar een lettertype dat speciaal ontworpen werd voor de Amerikaanse snelwegen. Het wordt daar sinds de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor alle verkeersborden en bewegwijzering. Highway Gothic is een onderzoeksreis naar de geschiedenis van de bayous en de moerassen in Louisiana. En naar het lelijke gezicht van de stedelijke planning, dat genadeloos het fragiele ecosysteem van de gemeenschappen die hier floreerden uiteenrukte.
In een gefilmd deel van de installatie zien we een man een boot door een kanaal sturen, de filmframes overdekt met vlekken en andere opzettelijk aangebrachte visuele afwijkingen. Een nieuwe laag wordt aan de ervaring toegevoegd als de hypnotische dreun van de soundtrack begint, het lied Sick Child van de Finse band Circle. Aan het einde biedt de man je een katvis aan – Amerikaanse folklore vertelt dat in sommige Amerikaanse meren katvissen zwemmen die zo groot zijn als een auto.
De installatie Highway Gothic is rijkelijk geladen met symbolisme, zoals het gebruik van haar, mos en de torenhoge betonnen pilaren die de snelweg dragen, een vage echo van de gestrande walvissen op de bodem van de zee. De gedeeltelijk doorzichtige stroken die gemaakt zijn van aan elkaar genaaide filmstrips, linnen en canvas herinneren je aan de glas-in-loodramen van de oude Europese kathedralen. Plaatsen van aanbidding voor de schare, kansels van verwerping voor de verschoppeling.
In Highway Gothic voel je die duale eigenschappen van een ruimte die sacraal is voor de een, maar gevaarlijk voor de ander. Zoals Cleijne en Gallagher dat voelden, die tijd in de swamps, de moerassen van Louisiana. Het waren vluchtoorden voor slaven, maar het was ook de plek waar de lichamen van slachtoffers van lynchpartijen werden afgezonken. ‘Voor Edgar, een witte man, was het een avontuurlijke reis,’ herinnert Gallagher zich. ‘Maar voor mij, een zwarte vrouw, wat bezielde me om naar het moeras te gaan? Ik wilde de pret niet bederven maar mijn hart ging tekeer.’
Ze liepen allebei een cultuurschok op, toen ze de trucks zagen met de geweerrekken en af en toe een dood hert in de achterbak. En dan waren er nog de nachten die ze in de moerassen doorbrachten, terwijl er zich allerlei geheimzinnige dingen om hun heen afspeelden. ‘Toen we een boot huurden om een tijd in het moeras te kunnen doorbrengen, adviseerde de botenverhuurder ons om de gordijnen ’s nachts vooral dicht te houden. Niemand wilde pottenkijkers hebben bij wat er ook maar aan de gang was in het moeras. Dus daar zaten we dan, met de gordijnen dicht, terwijl de hele nacht de swamp boats langsvoeren,’ vertelt Cleijne.

ALCHEMIE
In hun werk ontmythologiseert het duo door het geaccepteerde narratief weg te strippen om vervolgens datzelfde culturele landschap te voorzien van nieuwe paden. Sommige elementen keren daarbij terug. Water bijvoorbeeld is bijna altijd aanwezig in hun werk. En om je daar terloops aan te herinneren, als je uit het raam van hun Rotterdamse studio op de eerste verdieping kijkt, ontmoeten je ogen water dat stroomt naar de zee, die plaats waar de dingen diep liggen.
Al in hun eerste samenwerking Murmur (2003-2004), een installatie van vijf films, onderzocht Cleijne wat voor informatie er verstopt was in het bronmateriaal. Hij haalde dat naar boven door letterlijk te krassen in het oppervlak van filmtapes. ‘We hadden de zwart-wit filmbanden op kleurenfilm gedupliceerd. Door voorzichtig in elk filmframe van het duplicaat delen van de lagen te verwijderen, kwamen de onderliggende kleuren weer tevoorschijn,’ legt hij uit. Het is een proces van zorgvuldig, geduldig werk dat veel van hun tijd opslokte. Want na het met de hand krassen van elk segment van de filmband, wacht ook nog de taak om filmprojectors te vinden, te installeren en te onderhouden. ‘Toen we begonnen, werd 16mm film vervangen door digitale technologieën. Waarom gebruikten we geen video, werd me zo vaak gevraagd. De films zijn het resultaat van gemengde digitale en analoge animatietechnieken die alleen maar door celluloid belichaamd konden worden.’
Hun werk aan Highway Gothic was zelfs nog afmattender. Ze riepen een oud fotografisch drukproces tot leven, dat cyanotype genoemd word. Het werd ontdekt door Sir John Herschel in 1842 en niet veel later gebruikt door Anna Atkins die een serie cyanotype boeken maakte, waarmee ze haar uitgebreide collectie zeewieren documenteerde. Het werden de eerste boeken die geïllustreerd waren met fotografische afbeeldingen. Ze plaatste haar specimens op cyanotype papier, het zonlicht creëerde het silhoueteffect.
Met Highway Gothic gingen Cleijne en Gallagher veel verder. In een langdurig alchemistisch proces dat plaatsvond in hun Rotterdamse studio, experimenteerde Cleijne dagenlang om de ingrediënten in de juiste verhoudingen te krijgen. ‘Er waren zoveel variabelen: de luchtvochtigheid, het licht, de luchtdruk. Elk van deze dingen kon het proces ruïneren. Elke dag kon een ander resultaat opleveren, of je bij toeval een prachtig cadeau in de schoot werpen.’ Hij besteedde maanden in een kleine donkere kamer die je alleen maar kunt bereiken via een trap en dan nog een. Een alchemistische reis om de juiste coating te vinden voor het cyanotype proces dat ze nodig hadden voor Highway Gothic.


Na maanden slaagde hij erin. Het resultaat is een blauw zo intens dat het oog er met moeite aan kan wennen. Op de vloer van hun donkere kamer ligt het bewijs. Die is besmeurd, gedrenkt in deze blauwe kleur alsof de zee naar binnen is gerold. In contrast daarmee oogt het bruin van een groepje apothekersflessen dat bij elkaar gedoken op een werkbank staat, vrij timide. Meer flessen en containers – deze keer van industrieel plastic – met chemische componenten, staan in metalen kasten her en der verspreid in deze kamer van alchemistische contemplatie. En overal, zoals het mos en de draden haar in Highway Gothic, zijn filmstrips langs de wanden gedrapeerd. Voor je het hart van het atelier bereikt, moet je eerst een passage oversteken met bergen linnen, katoen en andere stoffen. Testexemplaren om te zien op welke stof het blauw het beste werkt, legt Cleijne uit, terwijl hij de lappen omhoog houdt. Turend over zijn schouder in de duisternis daarbeneden die leidt naar die donkere kamer, is het een initiatiereis naar de onderwereld.
Zoals in elke oorsprongsmythe is er altijd een grotere les te absorberen voor de held die op zoek is naar een uitweg. Highway Gothic biedt, juist in de huidige tijd, een ongelofelijk sterke ervaring, een sjamanistisch visioen dat geboren werd op een van de meest betoverende plekken van Amerika. En uiteindelijk biedt het toch hoop, want het leert ons dat het niet uitmaakt hoeveel beton en arrogantie en gekte we inzetten om een plaats en zijn mensen geweld aan te doen, als er maar genoeg tijd overheen gaat, zal er een nieuwe balans gevonden worden. <