Donald Judd
Domein
De rigoureuze ideeën van Donald Judd (1928-1994) en een overdaad aan zonlicht doen kunst, design en architectuur samensmelten in zijn pand in het New Yorkse SoHo.

Meditatie
Judd laat de ruimtes zoveel mogelijk open, zonder muren, en plaatst zorgvuldig meubels en werken van bevriende kun- stenaars als Claes Oldenburgh, Dan Flavin en Frank Stella
in elke ruimte. Hijzelf begint in deze periode ook met het creëren van nieuw werk voor zijn huis. Het eerste meubelstuk dat hij maakt is een bed. Judd staat erom bekend ook bedden te plaatsen in zijn galerieruimte, zodat je naast de werken kunt dromen en mediteren. ‘The beds help to focus your mind.’
Spring Street
In 1968 valt Donald Judds oog op een negentiende-eeuws, gietijzeren pand op 101 Spring Street in SoHo. Dit moet niet alleen de woonruimte voor hem, zijn vrouw Julie Finch en hun twee kinderen worden, maar ook zijn werk- ruimte. Hij koopt het gehele, vier verdiepingenhoge pand – ook al kent de wijk wel een paar nadelen: ‘toeristenshops, slechte kunst en hoge huurprijzen’ – en houdt het aan tot zijn dood in 1994.
Minimalist
In de vroege jaren zestig begint Judd met het maken van driedimensionaal werk. Hij verafschuwt de term ‘minimalisme’, maar wordt al snel gezien als een van de pioniers van deze beweging – een reactie op het abstract expressionisme van die tijd. De focus ligt volledig op materiaal en ruimte. Zo ook in Judds bekendste werken, zijn stacks: gestapelde, geometrische vormen in aluminium, hout, staal en koper (zie p.x).
‘Actual space is intrinsically more powerful and specific than paint on a flat surface’

Kitsch
Dat Judd niet erg onder de indruk is van de meubels die in zijn tijd worden verkocht, lees je in zijn essay ‘It’s Hard to Find a Good Lamp’. Meubels moeten helder
en functioneel zijn, en niet slechts toegeven aan het decoratieve en de heersende wansmaak. De modernisten uit de vroege twintigste eeuw hebben dit volgens Judd wel begrepen. Hij bewondert Gerrit Rietveld, Ludwig Mies van der Rohe (‘the best’) en Alvar Aalto, wiens Stool 60, Chairs 21 en Table 70 (1932-33) hij naast zijn eigen Library Shelves plaatst.
Dialoog
Dat de kunstwerken, meubels en de architectuur van het gebouw steeds in dialoog gaan, zie je ook aan deze muurschildering van David Novros. Doordat de kleurvlakken naast het raam zijn geschilderd, wordt het werk onderdeel van een compositie die de hele ruimte bepaald. Een compositie die voortdurend verandert dankzij het schaduwspel dat wordt veroorzaakt door de raamkozijnen.
Nalatenschap
Na Judds dood richtten zijn zoon Flavin (inderdaad vernoemd naar Judds kunstenaarsvriend Dan) en dochter Rainer de Judd Foundation op waarmee ze samen met het Architecture Research Office konden beginnen aan de renovatie van het pand. Jaren later en $23 miljoen verder, wordt het gebouw in 2013 opengesteld voor publiek. Precies zoals Judd het had achtergelaten: tot aan de boeken in zijn bibliotheek en de potloden op zijn tekentafel toe.

‘If you like simple forms in art you will not make complicated ones in architecture’