Het Centraal Museum toont deze zomer ruim honderd hoogtepunten uit de eigen modecollectie, van de 17e eeuw tot nu. Behalve dat je historische kostuums en ontwerpen van bijvoorbeeld Fong Leng en Viktor&Rolf kun bewonderen, is er ook de mogelijkheid achter de schermen mee te kijken met een textielrestaurator. Omdat we benieuwd zijn hoe je eeuwenoude kleding goed bewaart, vroegen we dat aan modeconservator van het Centraal Museum Ninke Bloemberg.
‘De kledingstukken worden bij ons in het depot in een geklimatiseerde ruimte bewaard. Als de conditie goed is hangen we ze op, anders liggen ze in zuurvrije dozen met zuurvrij papier ertussen. Nieuwe ontwerpen die we binnenkrijgen doen we eerst even in de vriezer, om eventuele beestjes die erin zitten te doden.’
‘We laten nu juist ook kledingstukken zien die eigenlijk te kapot zijn, maar zo mooi dat we ze toch tonen. We hebben er zelfs een apart thema aan gewijd. Er is een prachtig stuk van verzwaard zijde uit de 19e eeuw, gemaakt door Mme. H. van der Taelen, gedragen door jonkvrouwe E.G. barones van Ittersum, hofdame, op een middagreceptie van koningin Emma te Paleis Soestdijk. We kunnen dat stuk helaas niet meer herstellen, als de restaurator het ene scheurtje dicht, komt er weer een nieuwe bij.’
‘Deels wel, het was bijvoorbeeld gebruikelijk dat kostbare kleding werd vererft en kleding werd vroeger vaker versteld. Tegenwoordig is er meer een wegwerpindustrie. Aan de andere kant werden stoffen vroeger ook met chemische middelen behandeld, bijvoorbeeld om deze te verzwaren of te verven: hierdoor gaat kleding kapot, of werd je er zelf ziek van. Het gevoel dat de mode zo snel verandert is niet echt nieuw. In oude modetijdschriften werd al geschreven dat het allemaal te vluchtig is, dat mode te snel wisselt.’
Di - Zo : 11.00 - 17.00
Bezoekers over Uit de mode