Voor Pablo Picasso (1881-1973) was grafiek een kunstvorm waarin hij naar hartenlust kon experimenteren. Picasso maakte meer dan 2500 prenten in de meest uiteenlopende technieken. Museum Boijmans Van Beuningen heeft bijna vierhonderd prenten in haar collectie, waarvan nu meer dan zeventig werken in de Kunsthal te zien zijn. Hoogtepunten in de tentoonstelling ‘Picasso op papier’ zijn de kleurenlino’s van stillevens, stierengevechten, mythologische voorstellingen en vooral vrouwen. De techniek van kleurenlino’s leerde Picasso zichzelf aan in 1958, toen hij al ver in de zeventig was. Deze tentoonstelling is ook het startpunt van ‘Boijmans bij de buren’, een samenwerking tussen Rotterdamse musea om delen van de Boijmans collectie komende jaren zichtbaar te houden in de stad.
Tot de hoogtepunten behoort zonder twijfel de reeks van acht opeenvolgende proefdrukken van de kleurenlino La Dame à la Collerette (1962). In deze serie met het portret van Picasso’s vrouw Jacqueline in historische kledij is prachtig te zien hoe de kunstenaar bij het maken van een prent te werk ging. In La Dame à la Collerette komen twee facetten van Picasso’s kunstenaarschap samen: zijn meesterlijke beheersing van de linotechniek en het in zijn werk steeds terugkerende thema van de vrouw.
Bezoekers over Picasso op papier