Michaël de Kok (Hilvarenbeek, 1958) schildert landschappen. Toch is dit niet het eerste waar je aan denkt als je in de podiumzaal zijn tentoonstelling met recente schilderijen bekijkt. De meeste werken bestaan uit twee ogenschijnlijk monochrome kleurvlakken naast elkaar. Ieder spoor van figuratie ontbreekt. Ook de horizon – de lijn die land of water en lucht van elkaar scheidt – is uit zijn landschappen verdwenen. Of heeft hij het werk een kwartslag gedraaid?
Sinds de uitvinding van het landschap als zelfstandig genre in de schilderkunst is het een onuitputtelijke bron van inspiratie en plezier. In de zeventiende eeuw waren het de Hollandse meesters die als eersten hun omgeving gingen vastleggen op schilderijen vol nauwkeurig geobserveerde details. Maar hoe realistisch het ook allemaal leek, de voorstelling vormde zelden een topografisch exacte weergave van een bepaalde plek. De landschappen van Michaël de Kok zijn gebaseerd op herinneringsbeelden – een observatie of ervaring vertaald in verf.
Wie aan hem vraagt waar hij iets geschilderd heeft, krijgt steevast het laconieke antwoord: ‘in mijn atelier.’Niet dat hij erg geheimzinnig doet over zijn inspiratiebronnen. Hij houdt van wandelen met zijn hond in de omgeving van zijn woonplaats Tilburg, maar ook de ruige, verlaten berglandschappen van de Spaanse Pyreneeën trekken hem aan. En het wisselende licht van de seizoenen heeft invloed op zijn werk, zoals het gedempte licht van de herfst bijvoorbeeld en de scherpe kleurcontrasten in de winter.
In zijn zoektocht naar de essentie van een landschapservaring verdwenen gaandeweg alle narratieve elementen uit de schilderijen van De Kok. Zoals de eenzame wandelaar, een bouwvallige loods of een in onbruik geraakt zwembad. Uiteindelijk ontstaat er een abstract spel van licht en kleur; een wisselwerking tussen absorberende en stralende kleurvlakken zonder dwingende horizon.
Di - Zo : 11.00 - 17.00
Bezoekers over Michaël de Kok