Gardening

De tuin is in de kunst eeuwenlang een belangrijke inspiratie geweest. Van de oudheid tot de huidige moderne tijd, en van westerse tot oosterse samenlevingen. Maar in de tentoonstelling Gardening in Flatland komt de tuin als onderwerp op de tweede plaats – of is ze soms zelfs geheel afwezig. Wat centraal staat is het idee van Gardening als representant van een goede manier van leven of – ’the good life’. Zoals het Eudaimonia van Aristoteles, waarin ‘the good life’ als dynamische activiteit wordt gezien; een houding en niet een doelstelling.

Dit idee achter ‘the good life’ wordt ondersteund door Professor David E. Cooper in zijn A Philosophy of Gardens (Oxford University Press). Volgens Cooper wordt de mens gelukkig van tuinieren. Hij verklaart dit omdat de mens zowel moet ploeteren als kan genieten van het zoete genot na de creatie. Op deze wijze gaat het ook in de tentoonstelling Gardening tegelijk over de staat van ontworteling (genieten van tuinfeestjes, solitaire mijmeringen) als het echte werken aan alle dingen die onze aandacht nodig hebben om te groeien.

Gardening is een tentoonstelling die op kleine schaal is samengesteld, maar een brede en diepgaande kijk geeft op de conjunctie van ‘jungle’ en ‘het gazon’.

Deelnemende kunstenaars:
Gioia de Bruijn (1986)
Anouk Griffioen (1979)
Johan Grimonprez (1962)
Matt Henry (1978)
Jocelyn Lee (1962)
Sanja Marušić (1991)
David Verbeek (1980)
Guy Yanai  (1977)