Cornelius Rogge – gescheurde en innerlijke portretten

Cornelius Rogge heeft de afgelopen twee jaar veel portretten gemaakt, uit karton gescheurd en als collage met verf, potlood en pen samengesteld. Deze Gescheurde Portretten staren in de verte, op zoek naar de zogenoemde Innerlijke Portretten die enkele meters verder staan, vastgenageld aan hun houten sokkels. De ruimtelijke afstand tussen de Gescheurden en Innerlijken is klein, maar de afstand in tijd is groot. Twintig jaar geleden ontstonden de Innerlijke Portretten voor het eerst in 1999 in Delft.

Cornelius Rogge (Amsterdam, 1932) studeerde aan de Rietveldacademie en de Rijksacademie voor Beelden kunsten in Amsterdam en gaf les aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in ’s Hertogenbosch. In 1986 ontving hij de David Röell-prijs als erkenning voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan de Nederlandse cultuur op het gebied van de beeldende kunst. Rogge wordt aangeduid als een beeldhouwer van archaïsche onderwerpen. Rogge’s beelden hebben te maken met oerkrachten, het bovenzinnelijke, mystiek en mystificatie, vergankelijkheid en eeuwigheid.

Op de eerste verdieping zijn een aantal werken te zien van de vorige tentoonstellingen van Christina Coridou en Katerina Konarovska.