BREAKING #135

Een geschiedenis van het zelfportret

Nicole Ex

Nicole Ex

Nicole Ex

Nicole Ex
is schrijver, kunsthistoricus en oprichter van See All This kunstmagazine. Sinds 2020 schrijft ze elke een column voor de BREAKING-de-week-kunstbrief.

Ze zegt het zoals het is. In haar verfstreken zit én iets onbeholpens én iets wat akelig precies formuleert wat ze voor zich ziet. Met die vreemde combinatie, waarvan het spanningsveld zich uitspeelt op elk doek dat Alice Neel (1900-1984) schildert, maak je geen vrienden. Haar werk leverde ook een breuk op met wat in de eeuwen daarvoor in de portretkunst was gebeurd: het eeuwige verbloemen en gladstrijken.  

Voordat ik naar Neels overzichtstentoonstelling in Centre Pompidou ging, had ik Marlene Dumas er nog eens op nagelezen. Ook zij kan meedogenloos zijn in haar portretten, maar ze dompelt haar kwast in waterverf waardoor – in tegenstelling tot de houterige lijnen van Neel – haar verf vloeit en ze waarheden fluistert in plaats van ze op scherp zet. 

‘Wat me trof als echt bijzonder en hoogst welkom,’ schrijft Dumas, ‘maar ook uiterst ongewoon, was het feit dat ze niet alleen alledaagse mensen gezeten op alledaagse stoelen schilderde, mensen die gekleed waren in de (inmiddels gedateerde) kleurrijke mode van die tijd, maar dat die schilderijen desondanks of tegelijkertijd, toch zo modern waren.’

Toen ik de zaal binnenliep, was dat het eerste wat me opviel: dat eigentijdse, opbeurende kleurgebruik. Maar niet veel later kreeg ik aandacht voor al die kinderen die landerig naast hun ouders op de bank zaten. 

Alice Neel
Fig 1. Alice Neel, Nancy en Olivia, 1967, olieverf op doek, 99,1 x 91,4 cm. Diane en David Goldsmith Collection © Estate of Alice Neel, David Zwirner, New York/Londen

Ineens voelde ik het weer: kind zijn. Afhankelijk zijn van wat die ouders voor je bedachten. Stilzitten terwijl je wordt geportretteerd bijvoorbeeld, zoals deze kinderen, waaraan je ziet dat ze een gierend gevoel van ongeduld moeten onderdrukken.

Het bracht me bij die uren wachten die ik in mijn jeugd doorstond. In die sobere woonkamer van de textielkunstenaar Marij Neyens, van wie mijn moeder les kreeg, in een geweldig atelier met tientallen garens in honderden kleuren. Ik mocht daar niet komen. Ik wachtte aan die kale tafel totdat ik het koraal op de vensterbank in mijn handen kreeg dat ik langzaam verkruimelde.

Schrijf je in voor de kunstbrief en ontvang elke woensdag een nieuwe BREAKING-de-week-column in je inbox.

Recente verhalen