Roofdier

Koos Breukel's portretten van zijn zoon

Achttien jaar lang fotografeerde KOOS BREUKEL het opgroeien van zijn zoon, De foto's worden nu tentoongesteld in HUIS MARSEILLE. Een intense serie over een vader achter de lens. ‘Goede dingen moet je zeldzaam houden.’

Koos Breukel, Casper, Vinkeveen, 2008
Fig 1. Koos Breukel, Casper, Vinkeveen, 2008
tekst: Joris van Casteren

‘Zie mij als een slechte vader maar beschouw me ook als een goede vriend,’ zei Koos Breukel vier jaar geleden tegen zijn toen veertienjarige zoon Casper. Die vond dat prima: ‘Want zo dacht ik er eigenlijk toch al over.’
Doorsnee is de band tussen deze vader en zijn zoon nooit geweest. Een gevolg van de ingewikkelde verhouding die de portretfotograaf erop nahield met Caspers moeder,
een videokunstenares die anoniem wil blijven. De liefde tussen die twee laaide op toen Breukel in zijn Amsterdamse woning annex studio een portret van haar schoot voor de kunstenaarsmanifestatie Xplosie! Hoezo nix? Showreel van een nieuwe generatie, die in 1994 plaatsvond in poppodium Paradiso. Ze was toen komen voorrijden in een ‘enorme Amerikaanse slee’, herinnert Breukel zich. Hij had de vrouw een keer eerder gezien. Bij haar thuis, waar hij met collega Rineke Dijkstra, een vriendin van de video- kunstenares, op bezoek was. ‘Ik vond het een imposant iemand, een zeer mooie vrouw.’ Na afloop van de fotoshoot gingen ze naar het circus. ‘Ze vond mij meteen leuk maar we hadden alle twee nog een relatie. Rineke heeft toen ook nog gezegd: rustig aan, jongens.’

Breukel kampte in die tijd met lichamelijke en psychische klachten als gevolg van een ongeluk twee jaar eerder in de Schipholtunnel, waarbij een dode was gevallen. Hij en zijn assistent waren onderweg naar Den Haag om zaken- vrouw Sylvia Tóth te fotograferen. In de tunnel schampte de assistent een auto. Die sloeg over de kop en botste tegen de tunnelwand: door de achterruit vloog een vrouw naar buiten.
‘Ik kreeg de apparatuur die achterin lag over me heen,’ vertelt Breukel. Hij kroop naar buiten en ontfermde zich over zijn assistent die in shock verkeerde. Toen zag hij
de vrouw liggen, in een roodkleurende plas benzine. Na die gebeurtenis, zegt Breukel, ‘begon alles een beetje uit elkaar te vallen.’ Zijn vader overleed in 1995, kort daarna twee van zijn beste vrienden: fotograaf Eric Hamelink en Michael Matthews, een Amerikaans theatermaker die aan aids leed. Matthews’ huiveringwekkende metamorfose van weldoorvoede jongeman tot wandelend skelet ving Breukel in beelden. Die werden door het Stedelijk Museum Amsterdam aangekocht en in boekvorm uitgebracht onder de titel Hyde (1996).

Koos Breukel, Casper, Bergen, 2012
Fig 2. Koos Breukel, Casper, Bergen, 2012

De videokunstenares maakte deel uit van de entourage van Rob Scholte, die twee maanden na Xplosie! beide benen verloor bij een ontploffing van een bom in zijn auto. Het leidde tot spanningen die de relatie tussen haar en Breukel niet ten goede kwamen. Maar uit het spel van aantrekken en afstoten kwam tenslotte een kind. Op 28 maart 2000, zij was intussen verhuisd naar een pittoreske bouwval aan de rand van het kunstenaarsdorp Bergen, werd Casper in het ziekenhuis van Alkmaar geboren. ‘Ik was niet het type om mee te puffen of haar hand vast te houden,’ geeft Breukel toe. Tijdens de geboorte verschool hij zich achter zijn Hasselblad en drukte af; de eerste foto van wat het project Zoon zou worden. De snijdende blik van de boreling keert in veel van de latere portretten terug. ‘Casper heeft een waanzinnig goede expressie,’ zegt Breukel. ‘Hij is net een roofdier dat zijn prooi scherp in de gaten houdt.’

Breukel wilde hun zoon Huckleberry Finn noemen, de titelheld uit de boeken van Mark Twain die hij vroeger las. ‘Een gozer die de hele dag in bomen zit, een beetje vist en wat rondstruint.’ Zij vond het geen goed plan. Het werd Casper. Later legde de moeder aan de zoon uit waarom. Casper: ‘Omdat als mijn moeder een jongen was geweest, mijn oma haar Casper had genoemd.’

Pogingen tot samenwonen mislukten, meningsverschillen liepen hoog op. Breukel ergerde zich aan de Scholte-scene waarvan sommigen de moeder van zijn kind bleven opzoeken, al was dit van korte duur. ‘Maar zij zei: ik maak zelf wel uit wie hier over de vloer komt.’ In een poging de relatie vlot te trekken ging het stel in relatietherapie. Met een van de therapeuten kon Breukel niet goed overweg. Ze kozen een andere therapeut, een antroposoof uit Bergen die hoge bedragen factureerde. ‘Jullie moeten jezelf zien als twee diamantjes,’ hield hij hen voor. ‘Als die samenkomen zul je merken dat de een altijd net iets meer schijnt dan de ander.’ In 2004 was de breuk definitief: Breukel bleef in Amsterdam, Casper groeide op bij zijn moeder in Bergen. Ze verruilde de bouwval voor een rijtjeswoning en stuurde haar zoon naar een vrije school. ‘Zweverig gedoe, geitenwollensokkengelul,’ vat Casper zijn schooltijd samen. Een paar keer per maand haalde Breukel zijn zoon op. Dan maakten ze tochtjes in de omgeving of gingen naar Amsterdam. Vroeg of laat kwam de camera tevoorschijn. Casper: ‘Meestal vond ik het niet erg, ik wist gewoon niet beter.’

In de weekeinden nam Breukel zijn zoon soms mee naar een eiland in de Vinkeveense Plassen. Daar keek Casper stiekem naar een daar rondslingerende film: Eastern Promises van David Cronenberg, over de Russische maffia in Londen. ‘Die gasten hebben tatoeages met allerlei geheime boodschappen die ze in gevangenissen zelf zetten.’ Later, besloot Casper, word ik tatoeëerder. Hij kocht een tweedehands tatoeagesetje en oefende op sinaasappels. ‘Echt mooi is als je helemaal onder zit, maar wel zo dat je het pas ziet als de kleding uitgaat.’ Vanaf dat moment, hij was een jaar of dertien, smeekte hij zijn moeder of hij een tatoeage mocht. ‘Als ik zestien ben? vroeg ik. Ze zei altijd ‘nee’ maar toen ik zestien werd legde ze zich erbij neer.’ Memento vivere staat sindsdien te lezen aan de binnenzijde van zijn biceps.

In die tijd had hij geen zin meer om voor zijn vader te poseren. ‘Ineens wilde hij niet meer,’ zegt Breukel. ‘Toen besloot ik om hem ervoor te betalen, ook omdat we elkaar anders veel minder zouden zien.’ Casper vond dat een prima plan.

Koos Breukel, Casper, Alkmaar, 2000
Fig 3. Koos Breukel, Casper, Alkmaar, 2000

Vanwege een ongure vriendengroep waar Casper een tijdje mee omging, maakte zijn moeder zich zorgen over haar zoon. Casper: ‘Ze dacht dat ik ontspoorde.’ Hij vond dat het wel meeviel. ‘Daardoor kregen we de grootste ruzies.’ Zijn moeder schakelde Jeugdzorg in, een maatschappelijk werkster kwam over de vloer. Hij moest met een psychiater praten. ‘Na een paar gesprekken zei hij dat ik onzeker was en aan faalangst leed. Terwijl ik dat totaal
niet heb!’ De psychiater wilde hem ritalin voorschrijven. ‘Dat is gewoon speed waar ze bepaalde dingen uit hebben gehaald.’ Maar zover kwam het niet. Breukel: ‘Ik heb toen gezorgd dat hij daar zo snel mogelijk weer is weggegaan.’

Een tijdje verbleef Casper bij zijn vader in Amsterdam. ‘Als ik die ritalin toch had gekregen,’ grapt hij, ‘zou ik het hebben doorverkocht.’ Vooral tijdens examens is het middel populair. ‘Je krijgt er twintig euro per strippie voor.’ Uit een beroepentest kwam zijn belangstelling voor het leger naar voren. Daar schrok zijn moeder van. Casper: ‘Dat komt omdat zij antimilitaristisch is opgevoed.’ Na de middelbare school schreef hij zich in voor een vmbo-opleiding handel. ‘Daar was echt geen ene zak aan.’ Hij gaf er vorig jaar de brui aan, om zich alsnog aan te melden voor een militaire opleiding, waar hij binnenkort aan hoopt te beginnen. ‘Mijn moeder zei: waarom toch, je bent zo creatief! Ik zei: bij Defensie kan ik ook creatieve dingen doen.’ Zijn vader had er minder moeite mee. ‘Ik begrijp het wel, hij heeft behoefte aan structuur na al die chaos.’

Achttien jaar lang heeft Breukel zijn zoon gefotografeerd, om zijn roofdierenblik vast te leggen. Toen Casper enkele jaren geleden werd benaderd door een modefotograaf, maakte Breukel bezwaar. ‘Goede dingen moet je zeldzaam houden,’ zegt de vader. ‘Als ik van een goed kledingmerk een smak geld kan krijgen ga ik er echt wel op in,’ zegt de zoon.

Recente verhalen