Net niet perfect

Callum Innes

Van Callum Innes wordt weleens gezegd dat hij eigenlijk niet schildert, maar ‘ontschildert’. Een gesprek over verf, terpentine en stippen die nét niet in het midden staan.

Callum Innes in his studio, foto: Gautier Deblonde
Fig 1. Callum Innes in zijn studio | foto: Gautier Deblonde
tekst: Joke de Wolf
fotografie: Gautier Deblonde

Wie de schilderijen van Callum Innes wil begrijpen, moet zoeken naar de oneffen­heden. Op Innes’ schilderijen zien we vaak meerdere egaal gekleurde, vierhoekige kleurvlakken. Perfecte, geometrische vormen, zo lijkt het in eerste instantie. Pas als je nauwkeurig de randen van die kleurvlakken afspeurt, zie je de rafelranden, de oneffenheden – en daarmee ook de sleutel tot de ontstaansgeschiedenis van de doeken.

Wie met Callum Innes (Edinburgh, 1962) praat, heeft het in de eerste plaats over zijn techniek, zijn manier van werken. Over verf en plamuurmessen, de kwaliteit van papier en canvas, over terpentine en stippen die net niet in het midden staan. Innes vertelt graag hoe een werk tot stand komt, welke stadia hij doorloopt. En die oneffenheden, zo vertelt Innes, die ontstaan als volgt: op het doek brengt hij één kleur aan, met een breed penseel. Daarna schildert hij er deels een tweede kleur overheen. Terwijl het werk nog nat is, neemt hij vervolgens de meeste verf weer weg, met een spons of met een groot plamuurmes. Welke kleuren hij heeft gebruikt, kun je dan alleen nog maar aan de randen zien, waar een onregelmatig streepje van de oorspronkelijke verf onder het kleurvlak vandaan piept. Het eind­resultaat, de combinatie van de twee gemixte en deels weggevaagde kleuren, is telkens anders. ‘Wat die twee kleuren met elkaar doen, is altijd weer een verrassing. Het is niet te voorspellen. Dat vind ik interessant.’

Callum Innes Paint
Fig 2. Callum Innes Paint

De handeling van het schilderen, het toevoegen en het vervolgens weer weg­halen, het ‘doen en ontdoen’ is voor Innes essentieel. ‘Unpainting’, wordt het door sommige critici wel genoemd. Maar daar kan de Schotse kunstenaar zich niet in vinden. Met het eerst aanbrengen van de verf en die er vervolgens weer deels afhalen, ontstaat er namelijk iets nieuws: het papier of het doek verandert onder invloed van de verf.

Over de betekenis van zijn abstracte schilderijen is Innes kort: die moet de toeschouwer zelf ontdekken. Titels laat hij het liefst helemaal weg, soms gebruikt hij een korte, feitelijke beschrijving van de techniek, zoals ‘Exposed’ (‘belicht’, een term uit de fotografie), of van de kleur verf die hij gebruikt, zoals Carmine Light / Windsor Yellow of Opera Rose / Gold Green. Soms krijgt een schilderij alleen een nummer: Untitled No. 19. Innes: ‘Zodra je een schilderij een titel meegeeft, Landschap bijvoorbeeld, ga je als toeschouwer zoeken naar herkenning. Ik wil de manier waarop je naar het werk kunt kijken niet al van tevoren vastleggen. Je mag als kijker zelf bepalen wat je erin ziet.’

Callum Innes studio | foto: Gautier Deblonde
Fig 3. Callum Innes studio | foto: Gautier Deblonde

‘Wat die twee kleuren met elkaar doen, is altijd weer een verrassing. Het is niet te voorspellen. Dat vind ik interessant.’

Het toeval speelt vaak een rol in Innes’ werk. Hoewel hij inmiddels meerdere assistenten in dienst heeft die de papieren en doeken prepareren, schildert hij alles zelf. Soms laat hij druppels terpentine langs een olieverfschilderij naar beneden lopen, zodat de kleuren door elkaar gaan lopen en bibberige strepen vormen. In de Exposed-serie, schilderijen met vier of vijf vlakken naast en onder elkaar, heeft hij steeds één van de randen tussen de vlakken nét niet helemaal recht gemaakt. Je oog corrigeert dat ‘foutje’ automatisch. Nog iets extremer is dat het geval bij Isolated Form (Cadmium Red Deep) uit 1995. We zien een heel klein, wit vierkantje, precies in het midden van een groot, rood vlak. Althans, zo lijkt het. Want als je nauwkeuriger kijkt, zie je dat het stipje nét naast het midden zit. Innes: ‘Zo’n kleine verschuiving maakt zo’n eenvoudig beeld complex, het houdt het spannend.’

Recente verhalen