Licht is alles
Editorial #39
Je kunt met recht beweren dat de mensheid iets anders aan haar hoofd heeft dan zich druk maken over het gebrek aan daglicht in musea. Maar het bijzondere is, er gebeurt iets wanneer je je in een onderwerp verdiept: je begint dwarsverbanden te zien, krijgt een glimp van het grotere geheel, om opnieuw te beseffen dat werkelijk alles met alles samenhangt.
Licht dus. Daglicht om precies te zijn – het belangwekkende, het noodzakelijke en het gelukmakende van, en het mensenrecht, op het goud van de zon én het zilver van de maan. Op straat. In huis. Binnen musea. Maar het vreemde is dat daglicht de afgelopen decennia steeds vaker uit musea is geweerd.
Ik herinner me het schitterende daglicht in de kabinetten van het Stedelijk Museum in Amsterdam en in de zalen van het Kunstmuseum in Den Haag. Licht dat je optilde, waar je gelukkig van werd en dat binnen verbond met buiten, met het moment van de dag en met regen, wolken of vingers van licht.
Tegenwoordig zijn de ramen dichtgetimmerd en loop je in de schemer naar kunst te kijken. Drie activisten op leeftijd, kunstenaar Peter Struycken, emeritus hoogleraar kunstgeschiedenis Wessel Reinink en oud-museumdirecteur Hans Locher, breken een lans voor de terugkeer van natuurlijk licht in de zalen van onze kunsthuizen. Lees het radicale manifest.
Tijdens het maken van dit nummer werd ik zelf ‘lichtgevoeliger’ en begon ik een vreemde parallel te zien, want wat voor de kunst geldt, geldt voor de mensheid: beide leven verstoken van zonaangeraakte dagen. We staren naar het blauwe licht van onze ledschermen, om tegen de tijd dat de nacht valt, te ontdekken dat de stad feller is verlicht dan op het midden van de dag. We hebben een wereld geschapen waarin natuurlijk licht moeite heeft om ons te bereiken, terwijl kunstlicht elke hoek vult: de dagen zijn verduisterd, de nachten aangelicht. Dat voorbij het natuurlijke ritme leven, valt niet mee voor ons welzijn.
Het lijkt dus futiel voor iets te vechten als daglicht in musea, totdat je de dwarsverbanden doorgrondt en je de urgentie beseft. Hoe kunnen we met vals licht leven als we naar kunst kijken, waarvoor elke schaduw en elke kleurnuance telt? We hebben waarachtig licht nodig, het blootleggende, schone en hoopvolle ervan, juist in musea. Wie weet kunnen ze met kunst én daglicht conserveren?!
Mary Oliver schrijft in House of Light: ‘I want to believe that the imperfections are nothing – that the light is everything.’ Ik wil dat ook graag geloven: dat licht alles is. Dus, ja, laten we de duisternis overwinnen, waar dat maar kan.
Dit is het editorial van See All This #39, herfst 2025. Bestel het nummer hier.