De Proeftuin
Het veld dat vijf jaar geleden net zo vlak en groen was als de omringende weilanden, is door verwildering en het aanleggen van een poel een jonge oase geworden. Het is De Proeftuin van Anke Riesenkamp, die voor See All This haar tuindagboek bijhoudt en tips geeft voor in de tuin en daarbuiten.

In onze zomerjurken stonden we in de paddenpoel en werkten we met een grondboor grijze klei naar boven. Onder de notenboom draaiden en polijstten we de modderballen tot glimmende parels – een meditatief klusje overgewaaid uit Japan waar het dorodango heet.
De soepele klei herinnert me eraan hoezeer dit jonge ecosysteem verbonden is met de oude bodem van de Haarlemmermeer. Een plek waar ooit het ijs kroop en vogels met tanden overvlogen, waarna dit land zich verder vormde tot het Oer-IJ, dat uitmondde in een kustzone met kwelders en kreken. Bij vloed stroomde het zeewater het land in en klonk de roep van de roerdomp vanuit de rietkragen over een woeste plas, ‘de Waterwolf’, die mensen en dorpen verzwolg. Maar met stoomkracht sloeg de mens halverwege de negentiende eeuw terug; het meer werd drooggelegd.
Een knap Hollands kunstje. Er ontstond nieuw land waar een bloemenzee zou groeien en koeien zouden grazen. En nu, ruim anderhalve eeuw later, staan we hier – op deze onder het maaiveld gelegen zeebodem – perfecte bollen te draaien van haar slib.
In De Proeftuin vindt een oefening plaats om mens en omgeving te verwilderen. Niet om terug te keren naar een geïdealiseerde oernatuur – want waar begin je in een landschap waar alles al is aangeraakt? – maar om ruimte te maken voor de natuurlijke ontwikkeling van een ecosysteem. In de geest van het taoïstische wu wei – handelen door los te laten – zet ik in op verwildering in de vorm van terughoudendheid. Een poging tot het temmen van het menselijk verlangen om te controleren. Want net als bioloog Lynn Margulis geloof ik: ‘Het leven veroverde de aarde niet door strijd, maar door samenwerking.’
Voor een ietwat ongeduldig mens met een aangeboren liefde voor experiment en spektakel, is het een uitdaging om mee te bewegen. Ik dreinde en spijbelde; het verwilderen voelde als een keurslijf. Ik plantte een exotische uiensoepboom (Toona sinensis) en schreef met mijn zitmaaier een gigantische lemniscaat in het ruige veld. Het kleefkruid moest het ontgelden en de reiger kreeg op zijn donder zodra hij naar de kikkers loerde.
En toch, met de tijd verzoende ik me met de gedachte het geheel nooit volledig te kunnen bevatten en voegde ik me. De geuren, de luchtvochtigheid onder het gebladerte, de vervlochten wortels en schimmels, en de beschutte plekken werden mijn nieuwe wereld.
Langzaam begint het land weer te golven. De hazen en fazanten baren en broeden jongen in het hoge gras. Rond de kaardenbollen en springbalsemien zoemt het van de hommels. Wat blijkt: er is genoeg plek voor iedereen en ieders wilde plannen. Dus als ik dan toch één wens mag doen: dat het puttertje nog eens komt?
Bezoek deze herfst De Proeftuin tijdens een masterclass Dorodango of de Tuinapotheekcursus. Meer informatie