De grote exodus
Jacob Lawrence
Het scheelde niet veel of we hadden nooit van Jacob Lawrence gehoord. Kunsthal KAdE laat zien wat we hadden gemist: het indrukwekkende oeuvre over de Afrikaans-Amerikaanse diaspora, het leven in het bruisende Harlem en de Grote Depressie.

De carrière van de Afrikaans-Amerikaanse kunstenaar Jacob Lawrence (1917-2000) omspande een periode die de Verenigde Staten veranderde van een natie in een diepe economische crisis tot een grootmacht na de Tweede Wereldoorlog, de afbraak van segregatie en de opkomst van de burgerrechten. In deze turbulente tijden werkte Lawrence gestaag aan een imposant oeuvre waarin hij het leven van de zwarte Amerikanen verbeeldde.
Tegenwoordig wordt Lawrence gezien als een van de grootste Afrikaans-Amerikaanse schilders en modernisten, wiens werk in grote musea in New York en Washington hangt. Toch had de wereld bijna niet van hem gehoord – hij had aanvankelijk besloten de kunst op te geven.
Zijn moeder zette hem op een naschoolse tekencursus toen hij dertien was. Toen hij op zijn zestiende stopte met school, werkte hij in een wasserij en een drukkerij. Toch bleef hij tekenen en volgde lessen aan de Harlem Art Workshop van kunstenaar en illustrator Charles Alston. Maar het was dankzij beeldhouwer Augusta Savage, verbonden aan de Harlem Renaissance, dat het anders liep, vertelt Robbert Roos, directeur en hoofdcurator van Kunsthal KAdE. Hij werkte vijf jaar lang aan het samenstellen van een grote overzichtstentoonstelling van het werk van Lawrence. ‘Hij wilde er de brui aan geven omdat hij graag mee wilde doen met het WPA-programma van de toenmalige Amerikaanse president Roosevelt, maar daarvoor nog te jong was. Dit was een programma om werkgelegenheid te creëren, met een afdeling voor kunstenaars voor het maken van muurschilderingen. Een soort BKR, maar dan op Amerikaanse schaal.’

Savage wist Lawrence te overtuigen om zich toch in te schrijven bij de WPA. ‘De dag dat hij 21 werd, sleepte ze hem mee naar het WPA-kantoor en meldde hij zich alsnog aan. De rest is geschiedenis. Via dit programma kon hij uiteindelijk autonome schilderijen gaan maken.’
De Harlem Renaissance was voor Lawrence van groot belang. Deze bloeiperiode in de New Yorkse wijk in de jaren twintig en dertig bracht een explosie van zwarte literatuur, muziek, kunst, mode, theater en filosofie voort. Harlem werd een bruisend cultureel centrum dat ook een belangrijke rol speelde in de herdefinitie van de Afrikaans-Amerikaanse identiteit, mede verwoord door Alain Locke in zijn invloedrijke boek The New Negro (1925). De filosoof wordt gezien als de vader van de Harlem Renaissance en in deze bloemlezing publiceerde hij werk van zwarte schrijvers.
In plaats van hun door racisme bepaalde maatschappelijke positie te accepteren, zag Locke de New Negro als een voorvechter van burgerrechten. Bovendien probeerde hij met zijn bloemlezing stereotypen te veranderen en te vervangen door nieuwe gezichtspunten over de zwarte Amerikaanse identiteit. Parallel aan de ontwikkeling van Harlem als cultureel centrum liep de grote migratiestroom van Afrikaans-Amerikanen van het racistische zuiden van de Verenigde Staten naar het noorden, waar Harlem niet zelden een eindpunt was. De stroom was op gang gekomen rond het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog – uiteindelijk zouden meer dan een miljoen Afrikaans-Amerikanen van het zuiden naar het noorden reizen.

Die migratie inspireerde Lawrence tot zijn meest ambitieuze werk: The Migration Series, zestig panelen die samen het verhaal van de diaspora vertellen. Thema’s als strijd, hoop, beproeving en tegenspoed waren al eerder aanleiding geweest voor Lawrence om eind jaren dertig portretten te maken van de abolitionist Frederick Douglass, van Toussaint L’Ouverture, de bevrijder van Haïti, en van Harriet Tubman, een ontsnapte slaafgemaakte en leider van de Undergound Railroad – een geheim netwerk waarlangs ontsnapte slaafgemaakten de zuidelijke staten konden ontvluchten richting het noorden. Een aantal panelen van de iconische The Migration Series en zijn tekeningen en schilderijen rondom Tubman zijn in de tentoonstelling in Kunsthal KAdE te zien.
Lawrence zou zijn leven lang schilderen over zwarte thema’s zoals de geschiedenis en strijd van de Afrikaans-Amerikanen, het leven in Harlem en de Grote Depressie. Andere inspiratiebronnen waren de kleuren in de huizen van bewoners. Zelfs mensen van de generatie van mijn moeder, onder wie mijn eigen moeder,’ vertelde Lawrence aan historicus Paul Karlstrom, ‘decoreerden hun huizen in allerlei kleuren… zodat je in termen van Matisse zou denken.’
Lawrence voltooide The Migration Series in 1941. In een interview voor de Phillips Collection vertelde hij hoe deze grote exodus net zo goed onderdeel was van zijn familiegeschiedenis, omdat zijn ouders eveneens uit het zuiden van de Verenigde Staten waren weggetrokken. Maar hij kon deze voor de Afrikaans-Amerikaanse cultuur zo belangrijke episode onmogelijk op één paneel schilderen. Lawrence deed van tevoren onderzoek naar het onderwerp op elk paneel en bedacht ook eerst de onderschriften. Als scènes van een film vormden de panelen één werk; hij schilderde ze simultaan om ervoor te zorgen dat ze een visuele eenheid vormden.
‘Voor mij betekent migratie beweging,’ zei hij erover. ‘Er was conflict en strijd. Maar uit die strijd kwam een soort kracht en zelfs schoonheid voort. “En de migranten bleven komen” is een refrein van triomf over tegenspoed. Als het vandaag de dag voor je geldt, dan moet het nog steeds een snaar raken in onze Amerikaanse ervaring.’
Toch was hij niet uitgesproken activistisch in zijn werk. Wel verscheen in 1963 zijn krachtige schilderij American Revolution waarop een treurende zwarte man te zien is omringd door woedend blaffende honden die hem naar het leven staan. In hetzelfde jaar schilderde hij ook The Ordeal of Alice, waarop een zwart meisje te zien is dat met schoolboeken naar school loopt, terwijl ze wordt belaagd en uitgejoeld door karikaturale witte mannen en vrouwen, verwrongen van haat. Dit is een verwijzing naar het 15-jarige meisje Elizabeth Ann Eckford, die in 1957 een van de eerste studenten was die lessen ging volgen aan een voorheen witte school. Haar foto, waarop te zien is hoe ze wordt uitgejouwd door een boze witte menigte, haalde het wereldnieuws. Zelf zou ze haar hele leven last hebben van PTSS.
In de Tweede Wereldoorlog diende Lawrence op het schip Sea Cloud, het eerste schip met een gemengde bemanning. Behalve schilderen en tekenen, maakte Lawrence in zijn latere leven ook zeefdrukken. Hij bleef schilderen tot zijn dood in 2000 op 82-jarige leeftijd.
De tentoonstelling in Kunsthal KAdE is de eerste overzichtstentoonstelling ooit in Europa van een van de belangrijkste Afrikaans-Amerikaanse kunstenaars van de twintigste eeuw. Met 170 werken, gouaches, en een serie tekeningen die nog niet eerder vertoond werden, omdat ze uit zijn nalatenschap komen. En daarnaast boeken, tijdschriften, foto’s en artefacten die verhalen over de Harlem Renaissance. Roos: ‘We laten de totale reikwijdte van zijn kunstenaarschap zien, van zijn eerste werk uit 1936 tot zijn laatste serie uit 1999 toen hij in Seattle woonde waar hij ook professor was aan de School of Art. In een tijd waarin de burgerrechten weer onder druk staan en in Amerika de geschiedenis herschreven wordt, is deze tentoonstelling zo enorm veelzeggend en belangrijk.’
Jacob Lawrence. African American Modernist, is te zien van 27 september t/m 4 januari 2026 in Kunsthal KAdE, Amersfoort