Opstijgen valt nog niet mee
Welke kunstenaar heeft de SpaceX-factor?
In 2023 maken de eerste ruimtetoeristen een rondje om de maan, vergezeld door kunstenaars. De vraag is dus: wie mag mee opstijgen? Welke kunstenaar heeft de SpaceX-factor?

In haar videocompilatie Lost Astronaut doet de in Amsterdam woonachtige Spaanse Alicia Framis (1967) van alles, in dat authentieke Russische ruimtepak waar ze zich voor de gelegenheid in had gehesen. Twintig dagen lang dwaalde ze door de stad en voerde ze de opdrachten uit die twintig schrijvers en beeldend kunstenaars haar gaven, onder wie Rita McBride en Marina Abramović. Ze sjokte in een supermarkt achter een winkelwagentje aan en vroeg stoïcijnse passanten de weg naar de openbare bibliotheek. Ze speelde in een Japans restaurant met eetstokjes en las zittend op een stukje asfalt op haar gemak The New York Times. Van die alledaagse dingen die je doet als ruimtevaarder, gestrand in Manhattan.
Vervreemdende beelden levert het op. Koddige slapstick met een randje schrijnende eenzaamheid. Maar waarschijnlijk het meest ontroerend is die scène in een karaokebar, als ze op dat kroegpodiumpje plotseling haar diepste verlangen uitzingt, verwoord in een liedje dat Bart Howard in 1954 schreef en Frank Sinatra tien jaar later onsterfelijk maakte: ‘Fly me to the moon and/let me play among the stars/Let me see what spring is like/on Jupiter and Mars…’
Lunar loop
Het is een tafereel waar je, als je het ooit zag, afgelopen zomer onwillekeurig aan terugdacht. Op maandag 17 september om precies te zijn, toen Elon Musk, oprichter van Tesla én SpaceX, het particuliere ruimtevaartbedrijf waarmee hij uitein- delijk een kolonie op Mars mogelijk wil maken, onthulde wie de allereerste betalende ruimtetoerist wordt. Degene dus die, als alles volgens plan verloopt, in 2023 in de Big Falcon Rocket wordt gelanceerd voor een lunar loop, een vliegreisje rond de maan.
En de herinnering aan Framis’ smachtende creatie werd nog sterker toen de gelukkige, de Japanse miljardair Yusaku Maezawa (1975), glunderend zijn eigen plan ontvouwde. De flamboyante modetycoon bleek namelijk niet alleen een liefhebber van snelle sportauto’s en privéjets, maar ook een fervent kunstverzamelaar, met werken van Picasso, Roy Lichtenstein, Jeff Koons en Andy Warhol in zijn collectie. (Vorig jaar baarde hij nog opzien door op een veiling een doek van Jean-Michel Basquiat te kopen voor het recordbedrag van 110,5 miljoen dollar). Zijn passie voor kunst bracht hem ertoe ‘zes tot acht’ internationale kunstenaars uit verschillende disciplines op zijn kosten met hem mee te laten reizen.
‘Wat was er gebeurd als Picasso naar de maan was gegaan?,’ vroeg hij tijdens de persconferentie veelbetekenend. Wat voor liedjes zou John Lennon hebben geschreven? Wat voor kleding had Coco Chanel ontworpen? Terug op aarde zal aan ‘zijn’ kunstenaars dan ook gevraagd worden om iets te maken geïnspireerd door die unieke ervaring – er is al een gelikte website voor het project, #dearMoon. ‘En die meesterwerken zullen op hun beurt de dromer in ons allen inspireren.’

'Van die alledaagse dingen die je doet als ruimtevaarder, gestrand in Manhattan'
Artistieke smokkelwaar
Tja, dromen van de maan gebeurt ook in de beeldende kunst al eeuwen. Een paartje staart er ademloos naar op, jawel, Mann und Frau den Mond betrachtend van Caspar David Friedrich (1774-1840). De surrealisten schilderden de betoverende bol op doek na doek. Of neem die gravure-op-speelkaartfor- maat van William Blake (1757-1827), waarop een dappere kleine gestalte zijn eerste stappen zet op een ladder die helemaal tot de maansikkel reikt. (Kinderlijke jengeltitel: I Want! I Want!) En in de afgelopen vijf decennia kwamen er ook al aardig wat kunstwerken op het maanoppervlak terecht, meestal als artistieke smokkelwaar.
Zo is er het inmiddels befaamde Moon Museum, een keramische chip waarop zes vooraanstaande kunstenaars (Robert Rauschenberg, David Novros, John Chamberlain, Claes Olden- burg, Andy Warhol en bedenker Forrest Myers) een microscopisch tekeningetje lieten graveren; van een geometrische Mickey Mouse van Oldenburg tot Warhols initialen, die onder elkaar gekrabbeld een verdacht fallische indruk maken. Een gesamt- kunstwerk van één bij twee centimeter dat de mysterieuze technicus ‘John F’ zonder medeweten van NASA aan een poot van een maanlander bevestigde en zo op 14 november 1969 met de Apollo 12 meeliftte.
Een andere tip voor cultuurminnende kosmonauten: het aluminium sculptuurtje Fallen Astronaut van de Belg Paul Van Hoeydonck (1925), dat twee jaar later heimelijk in een ruimtepak naar de maan werd vervoerd als miniatuurmonument voor op missies omgekomen ruimtevaarders. Net als Boundless Cubic Lunar Aperture, een conceptueel kubusje vol water en ‘elementen van de Aarde’ dat de Amerikaan Lowry Burgess (1940) in 1989 als eerste artefact mét toestemming van de autoriteiten de ruimte in liet schieten.
Afronauts
Tot zulke hoogten (op)stijgen was voor kunstenaars tot nu toe niet weggelegd. Prangende vraag daarom: wie mag Yusaku Maezawa straks naar de maan vergezellen?
Uitgaande van een vrouw – wel zo eerlijk, want onder alle 537 ruimtevaarders waren slechts 61 vrouwen – zou de vrolijk- ste keuze waarschijnlijk de Spaanse fotografe Cristina de Middel (1975) zijn, die haar nominatie hier dankt aan The Afronauts.
De Middel baseerde een fotoboek en een korte film op het waargebeurde verhaal van Edward Makuka Nkoloso, die in 1960 oprichter en enig lid was van de Zambia National Academy of Science, Space Research and Philosophy. Doel van dat instituut was om het ‘ruimtemeisje’ Matha Mwamba in een raket naar de Maan te sturen, samen met twee katten en een missionaris. Een missie waarvoor op een geheime locatie nabij Lusaka onder meer in olievaten van een heuvel werd gerold, bij wijze van gewichtloosheidtraining. De Middels ‘reconstructie’, een mix van authentieke historische documenten en speelse enscenering, is een feestelijke viering van dat Afrikaanse optimisme en girlpower.

Leven op de Maan
Een geduchte concurrente voor De Middel is Aleksandra Mir (1967). En niet alleen omdat de achternaam van deze kun- stenaar, die in Polen werd geboren, in Zweden opgroeide en als Amerikaans staatsburger in Londen woont, suggereert dat ze ook nog familie van het gelijknamige Russische ruimtestation is.
Wat heet. Voor The First Woman on the Moon liet Mir op 28 augustus 1999 met behulp van zeven graafmachines een stuk strand bij Wijk aan Zee transformeren tot een heus maanland- schap, waarin ze trots een Amerikaanse vlag plantte. Een ‘lan- ding’ die, net als ooit die van Neil Armstrong, werd vastgelegd door een camera van het Zweedse merk Hasselblad. Sindsdien maakte ze onder meer de bidprentcollagereeks The Dream and the Promise, waarin ze de iconografie van de katholieke kerk aan die van NASA koppelde, en het gigantische Tapisserie-de-Bayeux-van-het-ruimtevaarttijdperk Space Tapestry. En ze bezocht bovendien verschillende ruimtevaartconferenties. Kortom: iemand met een haast maanziek cv.
Waarom we desondanks voor Alicia Framis pleiten? Deels omdat haar glansrol als dolende astronaute meermaals een thematisch vervolg kreeg. Ze ontwikkelde in het kader van haar Moon Life Concept Store samen met kunstenaars, architecten en wetenschappers een handboek voor het leven op de Maan en ontwierp zaken als huizen, kleding en begraafplaatsen, speciaal geschikt voor de lunaire condities. Sommige van die artikelen waren daadwerkelijk te koop in een winkel in Amsterdam, waar een maankompas 30 euro’s kostte, of in de locale valuta 4,3 mooneys. En in de film Where Did the Future Go? is te zien hoe ze bij de zogenaamde Mars Society in Utah met vijf bloedserieuze onderzoekers een verblijf op die planeet simuleerde en een aantal van de futuristische spulletjes van het jaar daarvoor aan een ‘professionele test’ onderwierp.
Maar zelfs als ze die extra maansporen niet had verdiend, zouden we waarschijnlijk zwichten bij het vooruitzicht van die ene toekomstscène.
In 2023 zien we Maezawa en zijn medepassagiers eindelijk klaarzitten in hun raket. Via een krakerige radioverbinding horen we de countdown:
Five,
Four,
Three,
Two,
One…
En dan Framis die heel zachtjes begint te zingen: ‘Fly me to the moon…’