In 1937 kocht de directeur van museum Boymans, het latere museum Boijmans Van Beuningen, Dirk Hannema een nieuw ontdekt werk van de zeventiende-eeuwse meester Johannes Vermeer (1632-1675).
Het schilderij getiteld De Emmaüsgangers werd door heel kunsthistorisch Nederland bejubeld. De ontdekker van het schilderij, de gerenommeerde kunsthistoricus Abraham Bredius, noemde het schilderij zelfs hét meesterwerk van Vermeer. Na de oorlog bleek dat de vervaardiger van De Emmaüsgangers niet Johannes Vermeer, maar Han van Meegeren (1889-1947) was. Deze twintigste-eeuwse kunstschilder werd gearresteerd op verdenking van collaboratie, omdat hij een kunstwerk aan de Duitse rijksminister Göring had verkocht. Om aan deze straf te ontkomen bekende Van Meegeren dat hij het bewuste schilderij, Christus en de overspelige vrouw, en enkele andere ‘Vermeers’, waaronder de beroemde Emmaüsgangers, had vervalst. Han van Meegeren wist het tijdens zijn rechtszaak zo te spelen dat hij niet als oplichter de boeken inging, maar als miskende kunstenaar die de elitaire ‘kunstkenners’ van Nederland had misleid.