De wijsheid van het lichaam

Interview met Marina Abramović

‘Als je je maar overgeeft aan het moment, gebeurt er wat er moet gebeuren,’ zegt performancekunstenaar Marina Abramović in een gesprek met fotograaf Robin de Puy. Een intieme ontmoeting.

tekst en fotografie: Robin de Puy
Marina Abramović en Robin de Puy. Foto: Robin de Puy
Fig 1. Marina Abramović en Robin de Puy. Foto: Robin de Puy
RdP:

‘Dit is nogal vreemd voor me, want ik ga je een paar vragen stellen terwijl ik normaal gesproken alleen maar foto’s neem. Heb je trouwens mijn boek nog gekregen (If this is True...,red.) en de foto die ik van ons maakte?’

MA:

‘Ja, prachtig. I really love it. Ik heb nog geen tijd gehad om je te bedanken. Je bent een goede fotograaf, maar dat heb je vast al vaker gehoord (lacht).’

RdP:

‘Ik ben geen journalist. Ik wil graag gewoon met je praten, in plaats van je te interviewen.’

MA:

‘Rob, je moet doen wat je wilt doen. We maken er gewoon het beste van.’

RdP:

‘Oké. Voor mij draait een foto altijd om de ontmoeting met de ander: zonder de ander is er geen foto. Dat geldt ook voor jou: zonder het publiek heb je geen performance. Beiden verbinden we ons met de ander, omdat die nodig is voor het werk. Sommige performances verlangen dat je fysieke pijn of angst doorstaat. Daarvoor moet je je juist afsluiten voor het publiek. Dat afsluiten lijkt haaks te staan op het verbinden. Hoe combineer je dat?’

MA:

‘Ik doe performances, wat betekent dat ik een heel directe band heb met de mensen die zich met mij in een ruimte bevinden. Ik zoek de grenzen van mijn lichaam op, terwijl anderen daar getuige van zijn. Dat is soms heftig.

Mijn relatie met het publiek is in de loop van vijftig jaar veranderd. Bij Rhythm 0 wilde ik kijken hoe ver het publiek zou gaan. Die performance ging over angst; tijdens die performance bevrijdde ik me van mijn angst. Daardoor werd ik een soort spiegel voor de toeschouwers: als ik die angsten kon loslaten, dan konden zij dat ook.

In The Artist is Present was de relatie met de toeschouwer op een andere manier heftig omdat ik een een-op-een-relatie creëerde. Daar was juist de intimiteit intens. Daarna, in de Serpentine Gallery in London (de performance 512 Hours uit 2014, red.), wérd het publiek het werk. Ontdaan van al hun spullen – telefoons, tassen – ondergingen de toeschouwers niets anders dan totale stilte. Toen deed ik iets met hén, in plaats van dat zij iets met mij deden.

Elke performance heeft een ander concept. Het gaat mij erom dat ik het publiek erbij kan betrekken, zodat het dezelfde ervaring doormaakt als ik. Ervaring is niet hetzelfde als ergens naar kijken of ergens over lezen. Ervaring is dat je ergens deel van uitmaakt.’

Marina Abramović, {{The Artist is Present}} uit 2010, is waarschijnlijk de bekendste performance van Abramović. In het MoMA in New York zat ze op een stoel en konden bezoekers één voor één tegenover haar plaatsnemen, om elkaar vervolgens zwijgend aan te kijken. De tentoonstelling werd door 750.000 mensen bezocht. Foto: Marco Anelli, courtesy Marina Abramović Archives
Fig 3. Marina Abramović, The Artist is Present uit 2010, is waarschijnlijk de bekendste performance van Abramović. In het MoMA in New York zat ze op een stoel en konden bezoekers één voor één tegenover haar plaatsnemen, om elkaar vervolgens zwijgend aan te kijken. De tentoonstelling werd door 750.000 mensen bezocht. Foto: Marco Anelli, courtesy Marina Abramović Archives
RdP:

‘Ik kan kiezen wie ik voor de camera krijg, jij hebt die keuze niet als het om je publiek gaat.’

MA:

‘Dat klopt. Iedereen kan tegenover me gaan zitten: een ontzettend leuk iemand, maar ook een dronkenlap of een gek die drugs heeft gebruikt. Bij Rhythm 0 wilde een van de toeschouwers echt dat pistool op me richten. De energie die ik bij mensen voel, is niet altijd positief, maar dan moet ik toch door. Het is dus heel belangrijk hoe ik met negatieve energie omga. Ik heb wel meegemaakt dat ik er fysiek onpasselijk van werd.’

RdP:

‘Je kunt niet weglopen, het is jouw performance, dus je moet een manier vinden om ermee om te gaan.’

MA:

‘Als ik een performance doe, verklaar ik de gehele ruimte van de performance tot de ruimte waar alles gebeurt. Op het moment dat je die betreedt, is alles wat voorvalt onderdeel van het werk. Of de elektriciteit nu uitvalt, er een aardbeving plaatsvindt of ze je doodschieten: alles wat gebeurt, ís het kunstwerk. Ik heb het niet in de hand. Ik accepteer die situatie, anders zou ik dit niet kunnen doen. Dat is het kader. Maar ik bepaal hoelang het duurt. Dat kan drie uur zijn, zes uur, twintig dagen.’

RdP:

‘Zo’n performance vereist een enorme focus. Bij mij is die weg zodra de camera er niet meer is. Geldt dat ook voor jou?'

MA:

‘Ik kan die focus natuurlijk nooit permanent volhouden. Dat is heel zwaar. Scheppen is zoiets als baren. Je stopt er al je energie in om iets te maken wat beter is dan jijzelf. Hoe beter het is, hoe dieper je kunt zinken in je gewone leven. Neem popsterren. Kun je je voorstellen hoe het is om na een concert met de energie van al die tienduizenden mensen om te gaan? Als het optreden voorbij is en het publiek de zaal verlaat, zit al die energie nog in je systeem. Daarom nemen sterren vaak drugs of worden ze dronken. Om weer rustig te worden. Dat is een heel destructieve manier om met energie om te gaan. Dat vind ik interessant, daar probeer ik van te leren. Al mijn hele leven probeer ik te leren energie positief te gebruiken.’

RdP:

‘Het is inderdaad moeilijk om de juiste balans te vinden.’

MA:

‘Niemand vindt de juiste balans.’

RdP:

‘Daar heb je vast gelijk in, ik zoek denk ik iets wat niet bestaat.’

MA:

‘Het goede nieuws is dat je niet de enige bent.’

RdP:

‘Ben je wel eens bang om na een performance in een zwart gat te vallen? Dat je er al je energie in hebt gestopt en dat het dan op is?’

MA:

‘Zeker! Er zijn momenten in het leven dat je geen ideeën hebt. Soms duurt zo’n moment te lang. Ik raakte daar dan weer zo van in paniek dat ik lange tijd helemáál geen ideeën kreeg. Weet je wat ik in die vijftig jaar geleerd heb? Dat die periodes zich nu eenmaal voordoen. Ik laat ze voor wat ze zijn, doe er niets aan. Ze horen bij het creatieve proces. Het komt wel weer goed, zoals er na regen zonneschijn komt. Het enige dat je op zulke momenten moet doen, is leven. Dwing de kunst niet, dan is die niet organisch. Goed werk maak je bijna moeiteloos.’

RdP:

‘Dat herken ik. Je moet het creatieve proces niet forceren. Het moment precies aanvoelen is een onderbuikgevoel.’

MA:

‘Dat heet synchroniciteit. Als je je overgeeft aan het moment, gebeurt wat er moet gebeuren. Daar moet je voor openstaan, want vaak zit ons verstand ons in de weg. Als je te veel nadenkt, belemmert dat je natuurlijke manier van doen. Het lichaam is wijs op een manier waar het verstand niet aan kan tippen.’

RdP:

‘De wijsheid van het lichaam. Klinkt mooi!’

MA:

‘Neem die reis van jou vorig jaar op je motor. Soms rijd je maar door en word je doodmoe. Je put je lichaam zo uit dat je ophoudt met denken. We zijn altijd maar aan het denken. Iemand heeft gezegd dat je alleen níét denkt wanneer je niest of een orgasme hebt. Jezelf uitputten, tot het uiterste gaan, is ook een manier om het denken te stoppen. Dat je zo moe bent dat je niet meer kunt nadenken. Het gevoel van rust dat je dan ervaart, is ongelofelijk.’

‘Het lichaam is wijs op een manier waar het verstand niet aan kan tippen’

RdP:

‘Is er geen andere manier om zo’n sereen gevoel te bereiken, zonder uitputting of pijn?’

MA:

‘Schat, laat het me vooral weten als je die hebt gevonden, want mij is het niet gelukt (lacht). Ik zou er alles voor over hebben om een oplossing te vinden. Je kunt een berg op twee manieren beklimmen. Je kunt in je eentje gaan. Dan zijn er ontelbare paden, raak je verdwaald en kom je met veel moeite boven. Of je kunt een gids nemen die er al vaak is geweest en die je rechtstreeks naar de top leidt. Mocht ik in mijn leven nog eens zo iemand tegenkomen, dan zal het me veel minder moeite kosten om de top te bereiken, maar dat is nog niet gebeurd.
Fijn, dit gesprek. Een journalist zou deze vragen niet stellen en ik zou niet op zo’n vrije manier over dit soort dingen praten. Vertel eens: hoe ging dat dan bij jou, op je motor? Wat voelde je op je reis?’

RdP:

‘Het was fysiek heel zwaar. Maar als ik ergens aankwam, ik weet niet, dan kwam er een diepe rust over me. Motorrijden was een soort mediteren. De hele tijd was er alleen die motor. Hij werd iets anders, veel meer dan alleen maar een voertuig. Ik praatte ertegen. Ik vergelijk het met paardrijden. Je kunt niet op een motor rijden als je bang of gestrest bent of je hoofd er niet bij hebt. Het is ook heel anders dan autorijden. Je voelt kleine temperatuurverschillen, regen, zon. Maar ook, hoe zal ik het zeggen, de weg. Alsof het hele lichaam het rijden ervaart en samenwerkt met de motor.’

MA:

‘De motor wordt een essentieel onderdeel van je lichaam. Je wordt er één mee, en dan wordt het inderdaad een soort mediteren. Het ís mediteren. Het idee van onthechting en vrijheid, de wind en de natuur voelen, dat is zó belangrijk.’

RdP:

‘Sinds mijn reis heb ik veel meer ideeën. Alsof mijn speelveld groter is geworden, snap je? Er zijn veel meer mogelijkheden, geen grenzen aan wat ik wil maken en hoe. Ik heb een paar belangrijke ontmoetingen op mijn reis gehad. Zou jij een ontmoeting kunnen noemen met iemand, bijvoorbeeld uit je publiek, die heel belangrijk was? Kan ook in negatieve zin zijn.’

MA:

‘O mijn god, ik heb zo veel mensen ontmoet! ‘Ik kan me nog heel goed de belangrijkste leraar van de dalai lama herinneren. Hij tikte zachtjes met zijn vinger op mijn voorhoofd. Ik heb uren gehuild zonder te weten waarom. Dat was iets heel spiritueels. En in The Artist is Present ontmoette ik een meisje waar ik pijn van in mijn lijf voelde, elke keer dat ik naar haar keek. Alsof ze messen in mijn lijf gooide. Ik ben heel gevoelig voor de energie van anderen, dus dat heb ik bijna dagelijks.’

RdP:

‘Door je performances kom je veel mensen tegen. Dat is veel energie die je dan in je opneemt.’

MA:

‘Sommige mensen maken grote indruk op me, andere helemaal niet. Er lopen zo veel mensen rond zonder ziel. Het zijn net robots. Andere mensen zijn ontzettend sterk, hebben een enorme energie om zich heen hangen. Daar reageer ik op. Die mensen blijven me bij.’

RdP:

‘In je memoires, Walk Through Walls, vertel je het verhaal van je leven. Het is heel intiem. We lezen ook over dingen waar je het moeilijk mee hebt of had, de slechte band met je vader en je moeder bijvoorbeeld. Je hebt alle nare momenten opnieuw moeten doormaken. Hoe was dat voor je?’

MA:

‘Moeilijk. Maar ik denk altijd na over waaróm ik iets doe. Er is in 2012 een documentaire over me gemaakt. Daar wilde ik aan meewerken omdat ik het belangrijk vind om het publiek een idee te geven van hoe je een performance maakt. Mensen zien performances al snel als vermaak en flauwekul. Lange tijd nam niemand ze serieus. Dit boek maakte ik omdat ik mensen wil inspireren: geef nooit je droom op, volg je instinct. Weet je, ik word dit jaar 70 en ik zie dit boek als een frisse, nieuwe start. Ik kan datgene wat ik heb gedaan achter me laten. Ik ben 100 procent gelukkig nu.’

Notities uit het dagboek van Robin de Puy op de laatste dag van haar motor-roadtrip, die ze in 2015 door Amerika maakte. Ze correspondeerde al langere tijd met Abramović en eindigde haar reis bij Abramović thuis in New York op de bank. Daar fotografeerde ze ook de dubbelportretten.

We lagen tegen elkaar aan, en alles was goed.

Deze hele reis ging erom de beperkingen die ik mezelf opleg, en die voornamelijk worden ingegeven door angst, te overwinnen. Angst is een nuttige emotie, maar al te vaak vertelt angst je niet de waarheid. Vaak is het zo dat waar ik een grens zou móéten voelen, ik die juist niet voel. En daar waar het helemaal niet nodig is, raak ik verlamd; te vaak heeft angst me ervan weerhouden dingen te doen. Ik wilde heel graag aan een reis beginnen die me zowel fysiek als mentaal over die rand zou duwen — en ik denk dat ik daar wel in geslaagd ben.

Ik ben in New York. Al deze maanden heb ik mensen gefotografeerd met wie ik me verbonden voelde, en waarbij ik het gevoel had dat dat wederzijds was. Ik wilde heel graag deze serie beëindigen met een portret van iemand die ik — al zolang ik me kan herinneren — ten diepste bewonder. De manier waarop zij speelt met grenzen fascineert me mateloos.

Ik fotografeerde Marina Abramovic ́.

Ze deed de deur open en onmiddellijk voelden we ons op ons gemak. Deze reis afronden met een dubbelportret — dat leek mij een mooi slot- akkoord van deze roadtrip. We kropen tegen elkaar aan op de bank — zij in haar pyjama en ik in mijn oude spijkerbroek, de enige die ik tijdens deze trip bij me had — en alles was goed. Zo lagen we daar, en ik had het gevoel dat ik weer thuis was.

The end. Of het begin (het is maar hoe je het bekijkt).

Recente verhalen