Een boek wordt maar voor de helft geschreven door de schrijver – de andere helft van het verhaal vormt zich in het hoofd van de lezer. En dat geldt eigenlijk voor elke kustvorm. Schoonheid, relevantie, betekenis... het is de aanschouwer die dit alles aan een kunstwerk toekent. 'Beauty is in the eye of the beholder', zeggen de Engelsen. Een film die prachtig in beeld brengt hoe groot de rol van interpretatie is, is de klassieker 'Being There' (1979). Het verhaal gaat over een simpele ziel, Chance (een prachtrol van Peter Sellers), die zo lang hij zich kan heugen heeft ingewoond bij een voorname man in Washington. Hij is de tuinman, en zijn hele leven heeft hij geen voet buiten de deur gezet. De tuin is daadwerkelijk zijn wereld. Zijn enige link met de buitenwereld is de televisie, waarop hij zijn (simpele) wereldbeeld afstemt. Als zijn patroon overlijdt, komt Chance op straat te staan. Door een ongelukje komt hij in politieke kringen terecht. Aangezien niemand zich kan voorstellen dat een volwassen man daadwerkelijk zo simpel van geest kan zijn, worden de woorden van Chance geïnterpreteerd als prachtige metaforen. Chance doet niets anders dan opmerkingen maken over dat ene ding waar hij wél iets vanaf weet: de tuin. Zijn toehoorders beschouwen hem echter als een uiterst intelligente man die kennelijk niet in banale termen over zaken spreekt, maar in meer betekenisvolle, metaforische wijsheden. Met alle consequenties van dien. Een aanrader om (nog eens opnieuw) te bekijken in dit thema-weekend over de tuin op See All This.
‘Janet Jackson… die is nu 50… heeft net een kind gekregen.’ Zomaar een flard uit een gesprekje tussen twee bezoekers aan ‘Peter Lindbergh - A Different Vision On Fashion Photography’. Ze staan voor een wand met enkele tientallen foto’s van grote sterren. Voor menigeen is de tentoonstelling vooral een feest der herkenning – de foto’s zijn waanzinnig mooi, maar het is vooral de herkenbaarheid die zo aantrekt. Daar is Kate Moss. En Naomi Campbell. Cindy Crawford, goh, hoe lang is dat wel niet geleden. Madonna, Nicole Kidman, Tina Turner, Sharon Stone. Mannen hangen er nauwelijks – halverwege de tentoonstelling bekruipt je het gevoel dat Lindbergh fotografie vooral als excuus gebruikt om met beroemde mooie vrouwen om te kunnen gaan. Dat is ook precies het moment waarop de tentoonstelling omslaat: Lindbergh gaat een meer theatrale kant op. Hij fotografeert geënsceneerde protesten, landingen van buitenaardse wezens op aarde, en andere fantastische taferelen. Nog steeds met mooie vrouwen, maar plots is er meer verhaal. Het publiek slentert er wat sneller voorbij, want de herkenbaarheid is stukken minder, maar elke foto lijkt een stilstaand beeld uit een waanzinnige film, waarvan je het complete verhaal er zelf bij mag verzinnen. Soms is het bijkans jammer dat die film niet daadwerkelijk bestaat. De Kunsthal heeft die verstilde scènes levensgroot en wandvullend opgehangen… wat je haast het gevoel geeft dat je in die imaginaire film rondloopt. Als je het nog niet hebt gezien: het kan nog tot en met 12 februari.
De Parade draait om theater. Voorstellingen dus. Wat heeft een museum daar te zoeken? Het Nederlands Fotomuseum heeft bedacht dat je foto's niet alleen als een tentoonstelling, maar óók als een voorstelling kunt presenteren. Dit jaar staat er op De Parade dan ook voor het eerst een museumtent tussen de theatertenten. Met daarin de voorstelling 'Eye Love You - Ed van der Elsken'. Om de twintig minuten start de voorstelling. Als je binnenloopt, krijg je een draadloze koptelefoon op je hoofd, en word je de tent ingeloodst. In het midden van de tent staat een paar uiterst comfortable banken, waarin je heerlijk wegzakt. Voor je hangen – schots en scheef – een paar grote schermen. Na een paar minuten klinkt er opeens muziek in je oren, en geeft een vertelstem een korte introductie... terwijl op de schermen levensgroot foto's van de Amsterdamse fotograaf Ed van der Elsken te zien zijn. De fotograaf neemt je mee op reis en laat zien dat liefde, leven en dood overal ter wereld de hoofdrol spelen. Een prachtige voorstelling, waarbij je door de lens van Van der Elsken schaamteloos naar mensen kunt kijken. De dia's die je ziet, zijn onlangs gerestaureerd – het hele archief van de fotograaf (45.000 dia's!) wordt momenteel gerestaureerd; het grootste fotorestauratieproject ooit in Nederland. Als de voorstelling is afgelopen en je weer overeind moet komen uit die heerlijke bank, denk je dat je meteen naar de uitgang loopt, maar verrassing: er is nog een ruimte, waar op tafels (onder glas) alle originele dia's liggen die je net in de voorstelling hebt gezien. Met loepjes die erbij liggen, kun je elke dia nog eens op je gemak bekijken. De Parade is nog tot en met 28 augustus in Amsterdam te bezoeken.
De zaal met de tentoonstelling 'Ulay | Polaroids' in het Nederlands Fotomuseum kun je via twee kanten binnenlopen. Ik koos de verkeerde. Na eerst wat ambivalent te hebben rondgelopen tussen polaroids in de meest uiteenlopende maten, eindigde ik in het filmzaaltje, waar een documentaire over Ulay me plotsklaps laaiend enthousiast maakte. Met die film had ik moeten beginnen. Want zonder de film is elke polaroid in de tentoonstelling precies wat Ulay níet wil: een beeld achteraf. Een residu van een moment dat al voorbij is.
Dat is wellicht de kern van fotografie – het stilzetten van één moment – maar het is ook precies wat Ulay probeerde te bevechten. Hij maakte van fotografie een performance. Niet voor niks koos hij voor de camera die beroemd werd met het woord 'instant'.
Ulay ging ver in zijn streven. Zo maakte hij een prachtige serie polaroids op groot formaat – maar hij fixeerde ze niet. Afgedekt werden ze in een galerie opgehangen; tot hij de werken voor de ogen van talloze gasten (met glas champagne in de hand) onthulde. Ze zagen prachtige beelden... die binnen tien seconden in zwart opgingen. De aanwezigen waren verbijsterd. Nog nooit was een foto zo 'live' en zo tijdelijk. Met die verhalen uit de film in het achterhoofd, liep ik de zaal nog een keertje in. En was onder de indruk.