Tuinieren op de grachtengordel

Verborgen tuinen

In de grachtengordel die in de zeventiende eeuw werd aangelegd, werd ruimte gemaakt voor metersdiepe tuinen. Maar hoeveel wisten de bewoners van toen eigenlijk van tuinieren en hoe gebruikten ze hun tuinen?


Dit is een uitnodiging om de wereld van See All This te betreden — reis verder en verlies jezelf.

tekst: Koen Kleijn

Achter de huizen van de Amsterdamse grachtengordel liggen tuinen die van meet af aan deel waren van het elegante en interessante leven van de bewoners van deze nieuwe stad, die in de zeventiende eeuw ontstond. Er bestaan tegenwoordig nog een paar tuinen volgens zeventiende-eeuws model, zoals die van het Deutzenhofje aan de Prinsengracht, die grotendeels ongewijzigd is sinds 1695. Andere klassieke tuinen zijn historische reconstructies van meer recente tijd, zoals de tuin van Museum ­Willet-Holthuysen, ontworpen in 1994, of de tuin van Museum Van Loon, in 1973 aangelegd op basis van een tekening uit 1679.

De verborgen tuinen weerspiegelen verschillende tijdperken en stijlen. Zo vind je er ook tuinen in de negentiende-eeuwse landschapsstijl, met kronkelende paden en schilderachtige bomen. Er zijn twintigste-eeuwse tuinen naar modern ontwerp van Mien Ruys, met grindtegels en spoorbielzen. Op de Keizersgracht liggen een Japanse tuin en een tuin met ‘wolkenhagen’ van struikkamperfoelie op wit grind. In de Cromhouthuizen – nu Huis Vasari aan de Herengracht 366-368 – was tot 2020 het Bijbels Museum gevestigd. Ontwerper Arend Jan van der Horst legde daar een tuin aan met bijbelse planten – dadelpalm, judasboom, vijg en moerbei – en bijbelse symboliek: er is een waterbassin waar de bezoeker doorheen kan lopen, als Mozes door de Rode Zee.

Recente verhalen