BLOG

Vier variaties op het vierkant

Door Robert van Altena | oktober, 2016

Ergens is er ooit een eerste vierkant gemaakt – omdat het praktisch was, zo stel ik me voor. De makers van de schilderingen in de grotten van Chauvet vonden het 35.000 jaar geleden nog niet nodig om een kader om hun werk te trekken, om het zo van de omgeving af te scheiden. Het rechthoekige kader als symbolische afbakening zien we wel terug  bij de Etruskische zieners. Zij tekenden met een staf een rechthoek in de lucht. Een symbolisch veld waarin ze de aanwijzingen van de goddelijke beschikking lazen.

De rechthoek zien we overal waar de mens zich beweegt. In religie, sport en spel  – het onderscheid is niet altijd even duidelijk – wordt er wereldwijd gebruik gemaakt van het afgebakende rechthoekige veld. In dat veld gelden andere regels dan daarbuiten, denk aan de offerplaatsen van de oude Indiërs, de mat van de judoka of het dambord van de dammers.
Het vierkant – de gelijkzijdige variant van de rechthoek – is tegelijkertijd een symbool én een instrument van ordening. De cirkel werd door de Ouden gezien als de meest perfecte vorm. Om begrijpelijke redenen: het weerspiegelde de kosmos (of wat wij ervan zien) in de vorm van de hemellichamen en hun choreografie. Het vierkant daarentegen vertegenwoordigt vaak het aardse: het gebied waar de mens nog enige controle op kan uitoefenen. De functionarissen met wereldlijke taken droegen in het klassieke China bijvoorbeeld vierkante  schoenen en hoofddeksels.

Vitruviusman

Zich baserend op de geschriften van de klassieke bouwmeester Vitruvius tekende Leonardo da Vinci rond 1490 een mensfiguur gevat in een cirkel en een vierkant. De menselijke figuur in één beeld verbonden met het symbool van het kosmische en het aardse. Het symbolische wordt hier ook in praktische zin uitgedrukt. De maatvoering van het menselijke lichaam wordt berekend en ingepast in een rationeel rasterwerk. Nieuw is dat met dit systeem van proporties de mens nu ook op rationele wijze met de wereld wordt verbonden. De mens kent zijn positie. Of denkt deze te kennen.

da_vinci_vitruve_luc_viatour

Leonardo da Vinci, Vitruviusman, ca. 1490

Homage to the Square

Leonardo maakte zijn tekening op een rechthoekig vel. Het is die rechthoek waar een kunstenaar als Josef Albers zich halverwege de 20e eeuw op richt. Niet wat er ín het vierkant gebeurt, maar het vierkant zelf wordt het onderwerp. Of toch niet? Albers kiest het vierkant als drager, als theater voor zijn kleurenonderzoek, dat hij desalniettemin de titel Homage to the Square meegeeft. Hij lijkt de krachtige vorm van het vierkant te kiezen om de kracht van kleur te demonstreren. De concrete vorm van het vierkant wordt door Albers’ kleuren met de voeten van de grond getild.

Homage to the Square

Josef Albers, Study for Homage to the Square: Departing in Yellow, 1964

Omkaderde vierkanten

De in Amsterdam werkende schilder Steven Aalders werkt met dezelfde beperkingen als Josef Albers: het vierkant en zijn kleurpallet. Maar hij maakt een andere keuze. Steven Aalders versterkt de al stevige vorm van het vierkant door te kiezen voor een samenstelling van vier omkaderde vierkanten. Een constructie als een castra; een Romeins legerkamp. Vervolgens kiest hij vier kleuren die om beurten de band en het veld kleuren, waardoor nieuwe combinaties ontstaan. Aalders besteedt veel aandacht aan wat hij het ‘afstellen’ van de kleuren noemt. Hij wil voorkomen dat er een hiërarchie ontstaat die het beeld vastzet. Het lijkt zijn bedoeling om met dit kleurenspel die stevige castra-constructie uit balans te brengen en zo een beweging te veroorzaken. Een spel voor de waarneming. Het vierkant als theater voor de interactie van vorm, constructie en kleur.

act-pentecostal-fire-2012-oil-on-linen-100-x-100-cm-private-collection

Steven Aalders, Act (Pentecostal Fire), 2012

Het vierkant in de muziek

Ook in de muziek wordt het samengestelde vierkant gebruikt als ordeningsprincipe met vier musici die samen als het ware de hoeken of de zijdes van een vierkant vormen. Kunstenaar en componist John Cage gaf met zijn Quartets I-VIII uit 1976 een zeer eigenzinnige interpretatie van het kwartet. De compositie bestaat uit acht kwartetten, afgeleid van reeds bestaande koorwerken uit de 18e eeuw. De paradox is dat Cage de kwartetten laat spelen door een orkest. Het is een aaneengesloten muziekstuk waarin nooit meer dan vier instrumenten tegelijk zijn te horen. Waar Steven Aalders het kwartet nog stevig ommuurt, daar haalt Cage juist het kader weg zodat de muziek vrij kan bewegen.  Zoals in de schilderkunst vanaf de jaren vijftig het schilderij bevrijd werd uit het kader door kunstenaars als Jan Schoonhoven, Lucio Fontana en Ellsworth Kelly om vervolgens object te worden te midden van objecten bij Sol Lewitt en Donald Judd, zo bevrijdt Cage het kwartet uit zijn ordenende kader met een volledig tegengesteld resultaat: de muziek reist als een zomerse bries door het orkest.  En zelfs zijn kleuren heeft hij niet afgesteld, het laten ontstaan van de harmonieën laat Cage over aan het toeval. Het wonderlijke is dat het werkt.

Reacties op Vier variaties op het vierkant

laat een reactie achter

Uw beoordeling