BLOG

‘Omstandigheden veranderen, mensen veranderen mee’ | Interview Iwan Baan

Door Daan Heerma van Voss | juni, 2021

Een koffer en een buggy; het zijn misschien wel de perfecte symbolen voor zijn werkende leven. De Nederlandse fotograaf Iwan Baan (1975) reisde de afgelopen vijftien jaar de wereld over om de plekken vast te leggen die we thuis noemen. Landsgrenzen waren streepjes in het zand, elke stad was een tussenstop. 

Zittend in een hoekhuis in de ­Amsterdamse Jordaan, tegenover Iwan Baan, waan ik me een vogelkijker die een zeldzame soort in het vizier heeft, net geland en zich alweer opmakend om de vleugels uit te slaan. Op de achtergrond klinkt het continue koffiezetapparaatachtige gebrom van een computer die Iwans laatste foto’s inlaadt. Naast ons, vlak achter de voordeur: een buggy, twee schoudertassen (voor de camera’s) en een onverwoestbare stalen reiskoffer. In de afgelopen dertig dagen maakte Iwan eenentwintig vluchten; vaak doet hij de digitale verwerking van zijn foto’s in het vliegtuig, zodat hij geen tijd verliest. Zijn opdrachten komen allemaal per e-mail binnen.

Een reiskoffer en een buggy. Het zijn misschien wel de perfecte symbolen voor Iwan Baans werkende leven – de afgelopen vijftien jaar heeft de fotograaf, geboren in Alkmaar, opgegroeid tussen Dudok-gebouwen, de wereld rondgereisd om het werk van vooraanstaande architecten vast te leggen. Landsgrenzen waren streepjes in het zand, elke stad was een tussenstop. Toen zijn Amsterdamse huis in 2011 door een merkwaardig ongeluk afbrandde, was dat een opluchting; nu had hij geen excuus meer om te stoppen met reizen. En zijn gezin, bestaande uit zijn Canadese vrouw Jessica en twee kinderen (van twee en zes), reisde steevast met hem mee, bijgestaan door een au pair. Meestal zat het gezin twee maanden in de Verenigde Staten, en dan twee maanden in Nederland; Iwan heeft toestemming van de leerplichtambtenaren, hij noemt het ‘nomadenvrijstelling’. De kinderen worden tweetalig opgevoed.

 

Sinthian Center, foto: Iwan Baan

 

Als hij ergens aankwam, hadden lokale bewoners vaak niet eens door dat hij een fotograaf was. Met zijn handzame 35-millimeter-camera leek Baan, die op zijn zestiende zijn eigen camera in elkaar zette, eerder een toerist dan een professional. Geen assistenten, geen driepoot. Wel huurt hij vaak helikopters in, of maakt hij op plekken waar geen helikopter of Cessna te huur is, gebruik van een kleine drone, zodat hij zijn befaamde luchtfoto’s kan schieten.

En toen brak 2020 aan, het jaar van de grote ontwrichting, toen het luchtruim ineens leeg bleef, en wereldreizigers huisarrest kregen. ‘Eigenlijk voelde je het vanaf januari aankomen’, herinnert Iwan zich. ‘Opdrachten werden verschoven, één keer, twee keer. Nieuwe opdrachten kregen maar geen datum. Mensen werden nerveus, je hoorde het aan hun stem. En in februari begon de wereld steeds meer op slot te gaan, onze bewegingsruimte werd kleiner.’ Hij zet me een kopje koffie voor, uitgesputterd door het Nespresso-apparaatje in de keuken. Hij heeft een zachte, vriendelijke stem, niet ongeschikt als voice-over bij natuurfilms. Hij draagt een overhemd, met een trui eroverheen. Zoals altijd is hij ongeschoren; een zwart baardje met hier en daar grijze haren. We bevinden ons op de begane grond, het kantoorgedeelte van het pand. Tegen elkaar gezette zwarte tafels, Apple-monitoren, en een kast met Iwans laatste boeken. Het gezin woont boven. Sinds maart vorig jaar al, fulltime. ‘In maart begonnen de dominostenen te vallen. Ik zat toen in Zweden, ik nam de allerlaatste vlucht naar Amsterdam, daarna ging het hele land op slot.’

 

High Line, New York, foto: Iwan Baan

 

Toen ze eenmaal in Nederland waren, begon het dubben. ‘Moesten we naar Amerika gaan, waar we ook een huis hebben, boven New York, veel ruimte hebben we daar, in het bos. Maar ja, hier hebben we een support network, vrienden, familie. We durfden rural America niet helemaal aan. Als het daar misgaat, stopt alles, dachten we. We kregen gelijk: twee weken nadat we hadden besloten in Nederland te blijven, sloot het enige streekziekenhuis in de buurt van ons Amerikaanse huis de deuren.’ De au pair ging terug naar Amerika, het gezin bleef in Amsterdam, ‘op honk’.

Was dat niet beklemmend, om ineens vleugellam te zijn? Hij glimlacht. ‘Ik heb me altijd goed kunnen aanpassen. Omstandigheden veranderen, mensen veranderen mee.’ Als je zijn werk toch één leidmotief zou moeten toeschrijven, is het die zin. Misschien wel voor het eerst in zijn carrière werd hij gedwongen om anders te gaan reizen; niet zozeer van plek naar plek, maar terug in de tijd, dwars door zijn oeuvre, met een papieren reis tot gevolg, waarvan dit nummer van See All This het resultaat is. Een reis langs plekken waar Iwan hoop aan ontleent. Wat hij onder hoop verstaat, daar kom ik later op terug.

 

Aranya Housing Project, door Balkrishna Doshi, foto: Iwan Baan

 

Eerst de vraag hoe een architectuurfotograaf kan uitgroeien tot reisleider. Omdat de omschrijving ‘architectuurfotograaf’ de lading nooit helemaal heeft gedekt. Wat Baan op beeld vastlegt, zijn niet zozeer gebouwen, maar eerder de mensen die erin rondlopen, die ernaast staan, die in de nabijheid ervan leven. Die meeveranderen. De gevel is mooi, maar niet zo mooi als het gezicht van de oude man die naar die gevel kijkt. Het viaduct is indrukwekkend, maar niet zo indrukwekkend als het tentenkamp dat eronder is opgericht. ‘Sous la pierre d’Iwan Baan, il y a toujours un coeur qui bat’, las ik ergens in een Franse beschrijving van zijn werk. Onder de stenen die hij schiet, vind je altijd een kloppend hart.

En dat is verfrissend. Decennialang draaide architectuurfotografie om het zo schoon en kil vastleggen van gebouwen, die dan niet als decor voor mensen en levens leken te dienen, maar als perfecte en onaantastbare monolieten in het landschap lagen, wachtend op bewondering en ontzag. Dat was hoe legendes als Julius Shulman en Ezra Stoller, feitelijk Baans voorgangers, het aanpakten. Maar perfectie heeft Baan nooit erg geïnteresseerd. Naar eigen zeggen ‘weet hij eigenlijk niks van architectuur’. De werkelijkheid is rommelig, dat weet hij wel, steden zijn rommelig, mensen zijn rommelig. En aangezien gebouwen geen monolieten zijn, maar deel uitmaken van hun omgeving, en hun omgeving op hun beurt weer vormgeven, moeten gebouwen ook rommelig weergegeven worden. 

 


Lees het hele interview in See All This #22 >

Reacties op ‘Omstandigheden veranderen, mensen veranderen mee’ | Interview Iwan Baan

laat een reactie achter

Uw beoordeling