Lange tijd golden moderne kunstenaars als ras-individualisten. Maar tegenwoordig lijken ze de intieme leefwereld juist te omarmen. Vooral moederschap is een terugkerend thema. Zo blijkt ook uit The Great Mother, een indrukwekkend overzichtwerk dat in Maart 2016 bij Skira verscheen.
Over kunstenaars bestaan taaie clichés. Rusteloze, romantische allesmakers. Of gedisciplineerde geniën, gekken bijna. Zelden of nooit wordt een kunstenaar gezien als een moeder of een kind van een moeder. Stilzwijgend golden vrouwelijke kunstenaars als kinderloos en vanaf de roerige jaren 1970 werd dat tot principe verheven. Lange tijd voerden stoere types zoals Elaine de Kooning, Georgia O’Keefe of Tracey Emin dus ‘kinderen óf kunst’ als hun devies. En precies dat zwart-wit is recentelijk radicaal veranderd in ‘kinderen én kunst’.
Met dank ook aan mannen, trouwens. Noem het het einde van een taboe – op de intieme leefwereld in het algemeen en op moeders en kinderen in het bijzonder. Ook mannen moesten namelijk lange tijd niets weten van kinderen en van familie. Maar grofweg sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de seksuele revolutie definitief ten einde was, liepen gevierde kunstenaars als Jeff Koons, Lucian Freud, Marlene Dumas, Damien Hirst en ja, ook Tracey Emin zonder enige schroom met hun geliefde moeders aan de arm tijdens openingen en manifestaties.
Die moeders worden ook vaker getoond op de eerste rang van de verering: het canvas zelf. Iemand die daar al tijdens de roerige jaren zeventig geen enkele moeite mee had, was Lucian Freud. Neem een even statig als broos portret van zijn moeder. Het is monument en statement ineen.
Vanuit de (her)waardering van familie en gezin is het maar een kleine stap naar de kunstenaar-als-moeder. Waarom zouden kunstenaars geen kinderen kunnen hebben – zo luidt de inzet van een fundamentele discussie onder vrouwelijke kunstenaars die al jaren in Engeland woedt. ‘Natuurlijk zijn er goede kunstenaars met kinderen,’ reageerde Emin gevat: ‘Die noemen we vaders.’ Dat was tegen het zere been van moeders-kunstenaars, maar tegelijk kaartte Emin de verantwoordelijkheid van vaders-kunstenaars aan. En die zijn nog lang niet zo ver. Het traditionele beeld van de mannelijke kunstenaar die zich aan het gezin onttrekt, is nog altijd dominant. Iemand die daar postuum model voor staat, is Paul Gaugin. De ‘vader van het expressionisme’ verliet vrouw en kinderen om in Tahiti te schilderen.
Nee, dan tegenwoordig. Alleen al een internationaal gevierde kunstenaar als Marlene Dumas benadrukt herhaaldelijk het bestaan en belang van haar intimi. Zoals haar dochter, die veelvuldig voor haar werk model heeft gestaan. Bijvoorbeeld voor het eigenzinnige The Painter, waarvan de poster voor de tentoonstelling in het Stedelijk Museum, ‘The Image as Burden’, maandenlang in abri’s was te zien.
Iemand die hier niet mag ontbreken, is de fotografe Rineke Dijkstra. Begin jaren negentig begon zij een fotoserie waarin hevige emoties centraal stonden. Ze fotografeerde net bevallen vrouwen met hun glimmende baby tegen zich aan gedrukt. Het leverde indringende, aangrijpende, nietsontziende beelden van moederliefde op. Maar ook van vermoeide vrouwen die een strijd met de natuur hadden geleverd. Puur en eerlijk. Min of meer voor het eerst zagen we zo een andere kant van het moederschap, ver verwijderd van blijmoedigheid en zoetsappigheid.
Op een heel andere manier refereert Louise Bourgeois aan de kracht van de moeder met haar reusachtige spin, getiteld Maman. De kolossale bronzen, stalen, marmeren constructie (vaak voor kolossale bedragen geveild) is al in menig museum getoond als allusie op de oerkracht van dé moeder. Geen frêle, vermoeide vrouw, maar een bron van kracht en leven: onderaan het spinnenlijf bevindt zich een zak met 26 marmeren eieren.
De spin staat ook voor Bourgeois (bijnaam: ‘Spiderwoman’) haar eigen moeder, die zij vaak heeft zien spinnen en weven. Met haar man, Bourgeois’ vader, runde ze een zaak voor tapijtrestauratie. De kunstenares zelf heeft daar altijd het symbool van zorgen en zorgzaamheid in gezien. De spin zelf staat ook voor moederlijke bescherming, want spinnen houden ziekteverspreidende muggen weg. Een kolossaal eerbetoon, kortom. (Een zoektocht naar de kern, de inspiratie en het succes van Bourgeois’ werk verscheen onlangs als Cloth Lullaby, een geïllustreerd kinderboek van schrijver Amy Novesky en illustrator Isabelle Arsenault.)
In een paar decennia tijd is het beeld dus volledig gekanteld. Waar moderne kunstenaars doorgingen voor ‘anti-burgerlijke’ individualisten, daar lijken hedendaagse kunstenaars juist de intieme leefwereld te omarmen. Niet alleen als ideaal, maar ook als realisme: toon het maar gewoon zoals het is. Aangeduid als ‘neo-maternalisme’ of een ‘nieuwe ouderschapscultus’ komen kunstenaars uit de kast als kinderen-ván en met name ook als ouders-ván. In die revitalisering van het sociale leven schittert de moeder weer als een Venusbeeld uit het Stenen Tijdperk. Iederéén heeft of had een moeder. Het is die moederschapscultus die inmiddels een centrale plaats in de kunst heeft gekregen.
Zo toont ook het fraaie overzichtswerk The Great Mother, dat onlangs bij Skira Milaan is verschenen. In het boek figureren uiteenlopende kunstenaars. Van Magdalena Abakanowicz en Judy Chicago tot Anna Maria Maiolino en Mary Kelly. Essays en tal van foto’s getuigen ervan hoe ze, allemaal op eigen wijze, zich verhouden tot moeders en de verbeelding daarvan. De mannen trouwens niet uitgesloten, want ook werk van Jeff Koons en Constantin Brancusi, van Maurizio Cattelan tot Lucio Fontana is opgenomen.
Reacties op Moeders in de kunst