BLOG

Ken je klassiekers

Door Redactie See All This | oktober, 2019

We leven in een digitaal tijdperk, een wereld die uit nullen en enen bestaat. Ons leven vult zich dagelijks met een gephotoshopte werkelijkheid, en toch verlangt iedereen naar authenticiteit. Reproducties maken tegenwoordig de kunst toegankelijker dan ooit. We kunnen van alle schilderijen afbeeldingen googelen. Dat is mooi, want je kunt nu eenmaal niet elk museum ter wereld bezoeken. Maar het wringt ook, want het slaat de kunst van het kijken plat. Vijf meesterwerken en waarom je er oog in oog mee moet staan.

Tekst Joost Galema

1.  Rembrandt, Zelfportret, circa 1628

Rembrandt, Zelfportret, circa 1628, olieverf op paneel, 22,6 x 18,7 cm, collectie Rijksmuseum, Amsterdam.

Aura

Kijkend naar de echte Rembrandt valt onvermijdelijk het woord aura. En die onzichtbare stralenkrans ervaren mensen alleen wanneer zij oog in oog staan met het oorspronkelijke kunstwerk, gelooft Gregor J.M. Weber, hoofd van de afdeling beeldende kunst in het Rijksmuseum. ‘Op een foto of beeldscherm wordt dit schilderij plat, verdwijnen alle driedimensionale details die Rembrandt schiep. Zo gaf hij de nek van de witte kraag meer reliëf door een dikkere laag olieverf.’

Die plek, vlak onder zijn lange krullen, glanst alsof er een zilveren draadje langsloopt. ‘Het spel dat het licht hier speelt met die oneffenheid,’ zegt Weber. Hij haalt een hand voor de zaallamp langs en de schittering verdwijnt. ‘Bij de jas schildert Rembrandt over de onderkleur oker een dunne laag bruin, waardoor dat donkergeel er doorheen blijft schemeren — een dieptewerking die je op afbeeldingen niet ziet.’ En dan zijn er nog de rode krullen die op mysterieuze wijze uit het schilderij lijken te groeien. ‘In de verf gekrast met de scherpe achterkant van een klein penseel.’

De uitvinder

Dit zelfportret is een sleutelstuk in het oeuvre van de schilder. ‘We zien Rembrandt de uitvinder aan het werk,’ zegt Weber. ‘Het krassen in de verf, de lichte achtergrond, en een figuur die niet stijf poseert, maar zich omdraait alsof iemand hem zojuist heeft geroepen — allemaal experimenten voor zijn grote historiestukken. Hij wil een natuurlijke beweeglijkheid scheppen.’ Het portret laat zich vergelijken met de inventies van de componist Johann Sebastian Bach, waarin de componist de aard en de geheimen van de toonsoorten probeert te ontsluieren. ‘Het zijn pogingen om greep te krijgen op de materie. Studies die uitgroeiden tot kunst.’

Dit zelfportret van Rembrandt uit de collectie van het Rijksmuseum is te zien in Jonge Rembrandt — Rising Star, van 2 november t/m 9 februari 2020 in Museum de Lakenhal, Leiden.

 

2. Marc Chagall, Zelfportret met zeven vingers, 1912-1913

Marc Chagall, Zelfportret met zeven vingers, 1912-1913, olieverf op doek, 127 x 107 cm, collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Overgave

Dit zelfportret van de Russische Marc Chagall vormt een meesterproef waarin de stotterende en verlegen Jiddische jongen uit Vitebsk al zijn ambachtelijke en verhalende scheppingskracht bundelt. ‘Rusland behandelde Joden als tweederangs burgers,’ zegt Maurice Rummens, wetenschappelijk medewerker bij het Stedelijk Museum in Amsterdam, ‘en ook Parijs zag in hem niet meer dan een buitenissige buitenstaander. Chagall schildert zichzelf hier niet voor niets met zeven vingers aan de linkerhand. Hij wil laten zien met hoeveel overgave hij zijn kunst bedrijft.’

‘Volgens Picasso was Chagall — na de dood van Matisse — de enige schilder die het fenomeen kleur werkelijk begreep,’ vertelt Rummens. ‘Wat op een foto zwart is, blijkt op het doek zelf een diep, ademend blauw. In alles wat hij schept, zit een ongelooflijke kleurenrijkdom, een geheim dat zijn schilderijen alleen onthult aan wie de moeite neemt ze te bekijken. Neem het rechteroog: hij maakt een witte iris rond de zwarte pupil en kleurt het oogwit in bruintinten. Hierdoor ontstaat een indringende blik die je blijft volgen zolang het portret binnen je gezichtsveld blijft. Die ruimtelijke sensatie kan een plaatje je niet bieden.’

Met een parachute van de Eiffeltoren

Door het raam links bovenin het schilderij bungelt iemand aan een parachute naast de Eiffeltoren. ‘Ik denk dat het Franz Reichelt is,’ zegt Rummens. ‘Deze Oostenrijkse kleermaker bedacht een soort parachutejas. In de tijd dat Chagall aan zijn zelfportret werkte, besloot de uitvinder die uit te testen door van het eerste dek van de Eiffeltoren zestig meter naar beneden te springen — een ware mediahype, er staat zelfs een filmpje van op YouTube. Chagall lijkt Reichelt kalm naar beneden te laten zweven. In werkelijkheid viel hij als een baksteen zijn dood tegemoet. Maar op dit schilderij heeft hij het eeuwige leven.’

March Chagalls zelfportret is te zien in de tentoonstelling  Chagall, Picasso, Mondriaan — Migranten in Parijs t/m 2 februari 2020 in Stedelijk Museum Amsterdam.

 


Lees over alle vijf klassiekers (Karel Appel, Rembrandt, Vincent van Gogh, Marc Chagall en Claude Monet) in See All This #15. Bestel hier.

Reacties op Ken je klassiekers

laat een reactie achter

Uw beoordeling