In de eerste editie van de rubriek Het gedroomde museum was Alexander Pechtold gastcurator. In het herfstnummer is de beurt aan landschapsontwerper Piet Oudolf. Hij richt zijn museum in met het werk van Mark Bradford. ‘Bradford zei: Ik vind je tuin mooi. Nou, dacht ik, dan vind ik jouw werk ook mooi.’
In zijn privétuin in Hummelo verklaart Oudolf: ‘Ik word altijd geïnterviewd over het meest simpele en dat zijn bloemen.’ Over bomen heeft hij veel meer te vertellen. ‘Dat ze over het algemeen heel langzaam groeien en dat je pas over een jaar of twintig resultaat ziet, terwijl je in een tuin met vaste planten al heel snel kan laten zien wat de bedoeling is. Toch is een tuin realiseren moeilijker.’
‘Een tuin is een ruimte die is afgesloten van de rest van de wereld. Alles wat je mooi vindt, breng je samen op één intieme plek, waardoor de beleving wordt verhevigd. Vrije natuur kun je als ruimte en leegte ervaren, een tuin is meestal vol en intens. Een tuin is over-stimulatie. Hyperrealisme. Dit gedeelte van de tuin is twaalf jaar oud. We hebben er constant in zitten wroeten, dingen in verbeterd, maar ook dingen in laten gebeuren. Dat is de grootste uitdaging van het vak: de grens tussen planten de kans geven zich een beetje te nestelen en in te grijpen waar nodig. Met het verstrijken van de jaren wordt een tuin steeds onbeheersbaarder.’
‘In een jonge tuin is er ruimte tussen de planten zodat je ze kunt verzetten en verwijderen. In een oude als deze is elke ingreep een ingreep. Als ik nu iets wil veranderen, moet ik een gat slaan, planten verwijderen, zodat de nieuwkomers niet worden overmeesterd. Want het is een en al hiërarchie en competitie in het plantenrijk. Overleven, daar draait het om. De een woekert, de ander zaait zich sterk uit, de derde heeft een onderdanig karakter. Door deze tuin, en de kwekerij die we vroeger hadden, heb ik al die karakters door en door leren kennen. Alle plantcombinaties die ik in mijn ontwerpen maak, zijn ontstaan doordat ik heb geleerd welke planten het goed met elkaar kunnen vinden.’
Piet Oudolf stelt zijn gedroomde museum samen met het werk van Amerikaanse kunstenaar Mark Bradford. ‘Ik ontmoette Mark Bradford in juli 2014 tijdens de opening van een nieuwe vestiging van Hauser & Wirth in Somerset. Ik ontwierp voor de galerie het buitengebied. Bradford zei: “Ik vind je tuin mooi.” Nou, dacht ik, dan vind ik jouw werk mooi.’ Later zocht Oudolf zijn werk op. ‘Ik vond het meteen heel bijzonder. In de meeste musea zie je dingen die je al vaker hebt gezien – Warhol, Koons. Dit is een buitencategorie. Ik vind zijn kunst zo vernieuwend dat ik vermoedde dat hij net begonnen was, terwijl hij al 53 is.’
Hoewel zijn gedroomde museum een intieme ruimte zal zijn, zal ook de natuur niet ver weg zijn: ‘Ik zie een soort Kröller-Müller Museum voor me met een intieme ruimte vol hoogtepunten uit Bradfords werk. Als je je omdraait, kijk je door een groot raam de natuur in.’
Zie meer van Oudolfs selectie in See All This #7.
Reacties op Het gedroomde museum van Piet Oudolf
met groet!