BLOG

Eindelijk erkenning

Door Redactie See All This | april, 2016

Zijn oudere vrouwelijke kunstenaars nu de ‘hot young things’ van de kunstwereld? Met het grote aantal exposities en de toenemende media-aandacht voor 60-, 70-, 90-plussers zelfs, lijkt het daarop. Vrouwen die nauwelijks gezien werden toen ze jong waren, staan nu volop in de schijnwerpers. In ons eerste nummer besteedden we aandacht aan deze vier.

Isa Genzken

‘De grootste kunst tot op heden is gecreëerd in New York en de meest gespannen en conventionele kunst in Berlijn. Maar ik ben natuurlijk een uitzondering op die regel!’ – Isa Genzken, 2014

Isa Genzken, Nofretete, 2014

Isa Genzken, Nofretete, 2014

De Duitse kunstenares Isa Genzken (1948) is een van de invloedrijkste nog levende vrouwelijke kunstenaars. Ze deed kunstgeschiedenis en filosofie aan de Universiteit van Keulen en een cursus kunst aan de kunstacademie in Düsseldorf, waar ze les kreeg tussen medestudenten als Thomas Struth en Katharina Fritsch. In 1982 trouwde ze met de Duitse kunstenaar Gerhard Richter. Hun relatie was er een van wederzijdse artistieke beïnvloeding, in 1994 scheidden ze.

Hoewel ze verschillende solotentoonstellingen in Europa heeft gehad (in 1989 in Museum Boijmans Van Beuningen) kreeg ze pas begin deze eeuw enthousiaste kritieken. Ze deed twee keer mee aan de Biënnale van Venetië (2002 en 2007), was in 2002 op Documenta 11 in Kassel en had in 2009 een solo in Museum Ludwig in Keulen. In 2013, op 65-jarige leeftijd, had ze een groot retrospectief in het MoMA in New York. Het Stedelijk Museum Amsterdam toonde deze een uitgebreid overzicht van haar veertigjarige oeuvre.

Doorbraak: Retrospectief MoMA, New York, 2013.

 

Monir Shahroudy Farmanfarmaian

‘Je eigen afbeelding, je eigen gezicht, je eigen kleren… jij bent de verbinding: het gaat om de mix van mens, reflectie en kunst.’ – Monir Shahroudy Farmanfarmaian, 2008

Monir Shahroudy Farmanfarmaian werkt in haart atelier aan Heptagon Star, Teheran 1975

Monir Shahroudy Farmanfarmaian werkt in haart atelier aan Heptagon Star, Teheran 1975

Door te leven in twee culturen heeft Monir Shahroudy Farmanfarmaian (1924) een artistieke taal die een mix is van haar vaderland Iran en haar woonplaats New York. Farmanfarmaian reisde in de jaren veertig naar Amerika om modeontwerp te studeren en kwam daar terecht tussen de New Yorkse avant-garde. Het leven in New York zorgde voor een nieuwe belangstelling in traditioneel Iraans vakmanschap. In 1957 keerde ze naar Iran terug. Ze maakte spiegelmozaïeken, eenvoudige bloemenschilderijen en monotypeschilderwerk op glas en doek. Ook verzamelde ze plaatselijke kunst, paneeldeuren uit de Safavid-tijd en glasschilderingen. Al die bezittingen, inclusief haar eigen werk, werden in 1979 tijdens de Islamitische Revolutie geconfisqueerd, verkocht of vernietigd. Ze vluchtte weer naar New York en bleef daar 26 jaar.

In 1958 vertegenwoordigde ze Iran voor de eerste keer op de Biënnale van Venetië. In 2014/2015, ze was toen 91, had ze haar eerste grote succes, met Infinite Possibility: Mirror Works and Drawings, in het Museum Serralves in Porto en het Guggenheim in New York. In diezelfde tijd was ze het onderwerp van de documentaire Monir van Bahman Kiarostami (2014).

Doorbraak: Infinite Possibility: Mirror Works and Drawings, Museum Serralves in Porto en daarna in het Guggenheim in New York in 2014-2015.

 

Betye Saar

‘Het is een manier om tegelijkertijd in het verleden te duiken en naar de toekomst te reiken.’ – Betye Saar, 1998

Betye Saar, Crimson Captive, 2011

Betye Saar, Crimson Captive, 2011

De Afrikaans-Amerikaanse kunstenares Betye Saar (1926) combineert gevonden voorwerpen met karikaturale ‘zwarte collectibles’ in provocerende assemblages en collages die de zwarte geschiedenis en de aard van vrouwelijkheid verkennen. Toen ze in de jaren dertig opgroeide in Pasadena (Californië) bezocht ze vaak haar grootmoeder in Watts, waar ze in contact kwam met de kunstenaar Simon Rodia, die afval verzamelde om zijn beroemde Watts Towers te bouwen en te verfraaien. In 1967 begon ze na het zien van een tentoonstelling van Joseph Cornell met het maken van assemblages.

Haar werk wordt overal in de Verenigde Staten tentoongesteld, hoewel vaak in kleine zalen. Saar is ook conservator van tentoonstellingen geweest, zoals in 1973 in Womanspace met Black Mirror, gewijd aan zwarte vrouwelijke kunstenaars. De paradoxale aard van het feminisme kwam hier duidelijk naar voren: er kwamen nauwelijks witte vrouwelijke kunstenaars naar de activiteiten en evenementen rond de tentoonstelling.

In de Verenigde Staten had ze belangrijke solotentoonstellingen: in 1975 in het Whitney Museum of American Art, in 1984 in het Museum for Contemporary Art in Los Angeles. Internationaal brak ze door in 2015 met de solotentoonstelling Betye Saar: Still Tickin’, die afgelopen najaar te zien was in Museum Het Domein in Sittard.

Doorbraak: Tentoonstelling in het Whitney Museum of American Art, 1975.

 

Carmen Herrera

Nooit in mijn leven had ik enige notie van geld, roem vond ik maar vulgair. Dus werkte ik gewoon door en wachtte af.’ – Carmen Herrera, 2014

Carmen Herrera, Untitled, 2007

Carmen Herrera, Untitled, 2007

De in Havana geboren kunstenares Carmen Herrera (1915, zie ook de hoofdfoto van deze blog) had haar eerste solotentoonstelling in 1998 toen ze 83 was, en werd 100 in 2015. Er werd een documentaire over haar gemaakt, The 100 Years Show, en in het najaar van 2016 heeft ze een retrospectief in het Whitney Museum of American Art. De aandacht voor haar werk komt als een verrassing voor haarzelf, vertelt ze in de documentaire – meer dan een halve eeuw heeft ze rustig in haar eentje zitten werken.

In 1939 verhuisde Herrera met haar echtgenoot van Cuba naar de Verenigde Staten, en na de Tweede Wereldoorlog woonden ze een aantal jaren in Parijs. Daar ontdekte ze haar picturale stijl – preminimalistisch, abstract – en exposeerde ze naast kunstenaars als Josef Albers, Jean Arp en Sonia Delaunay. In 1954 keerde het echtpaar terug naar New York.

In 1998 had ze haar eerste solotentoonstelling, in El Museo del Barrio in Harlem. Ze verkocht haar eerste werk in 2004 en later werd er werk van haar aangekocht door het MoMA in New York, het Hirshhorn Museum in Washington DC en Tate Modern in Londen.

‘Ik stond echt versteld toen mijn eerste schilderij werd verkocht,’ zegt ze in de documentaire. ‘En ik sta nog steeds versteld.’

Doorbraak: Solotentoonstelling in El Museo del Barrio, New York, 1998.

 

Hannah Höch

‘Ik zou vandaag de wereld willen laten zien zoals een mier hem ziet en morgen zoals de maan hem ziet.’ – Hannah Höch, catalogus Kunstzaal De Bron, 1929

Höch haalde het magazine See All This niet, maar we lichtten haar wel al eerder uit op in deze blog.

Dit artikel verscheen eerder is ons eerste nummer. Het tweede nummer verschijnt op 26 mei 2016.

Reacties op Eindelijk erkenning

Maria Doevendans
Als kunstenares van 67 is het geweldig om te zien, dat leeftijd er niet toe doet. Maar de passie van het creëren. For ever young!
Stef Kreymborg IJsselsalon
Belangrijk dat kunstenaars van hoge leeftijd worden gezien! Tot en met 15 mei loopt in de IJsselsalon nog de tentoonstelling 'Maastricht aan de IJssel' met werk van beeldhouwer Rob Stultiens (1922-2002) en schilder Marijke Stultiens Thunnissen (1927) www.ijsselsalon.nl
laat een reactie achter

Uw beoordeling