‘Iemand zei dat ik genadeloos ben in wat ik wil. Ik heb een beeld in mijn hoofd dat ik móet maken’, zegt de Amerikaanse fotograaf Deana Lawson (1979). ‘Het brandt zo diep en ik geef er niet om wat anderen ervan denken.’ Vanaf 9 juni is in fotografiemuseum Huis Marseille de eerste grote solotentoonstelling van Lawson in Europa te zien. Lawson wordt gezien als een van de meest fascinerende fotografen van haar generatie. Haar werk wordt vergeleken met dat van Diane Arbus en Jeff Wall.
‘Ik geloof in de lotsbestemming en ik weet dat ik voorbestemd was om een kunstenaar met een camera te worden. Het is een optelsom. Mijn grootmoeder werkte voor George Eastman, de oprichter van de Eastman Kodak Company; mijn moeder was secretaresse bij Kodak; mijn vader was de familiefotograaf; en mijn tante was de eerste zwarte vrouwelijke oogarts – zij wist al vanaf haar vijfde jaar dat ze mensen wilde helpen te zien, zozeer zelfs dat ze oogoperaties op haar poppen uitvoerde. Hoe kon het niet voorbestemd zijn?’ Deana Lawson (1979) groeide op in Rochester, New York, en was zich op een onderbewuste manier bewust van hoe haar toekomst door haar familie werd bepaald.
Haar inspiratiebronnen variëren van fragmenten van Toni Morrisons novelle The Bluest Eye (1970), ‘zij introduceerde de zintuiglijke ervaring van geur in het schrijven’, tot aan Jorge Luis Borges’ De Aleph, waarin het centrum van de wereld in een puntje vervat is onderaan een traptrede in een kelder, of de film The Matrix (1999), waarin de wijsheid van het universum bewaakt wordt door een zwarte vrouw in een keuken die sigaretten rookt en koekjes bakt.
En het reizen. ‘Mijn verlangen om te reizen komt van mijn vader. Reizen staat gelijk aan beweging en beweging is vrijheid.’ Ze las in Tell My Horse (1938) over de reizen die Zora Neale Hurston maakte in Jamaica en Haïti en ze zag Maya Derens Divine Horsemen (1985), de documentaire die postuum werd samengesteld uit de meer dan 18.000 vodoo-rituelen die Deren in Haïti had gefilmd.
‘Maar, eronder schuilt ook het idee van black power en de oude koninkrijken van Afrika. Wat ik probeer te doen in mijn werk is het creëren van een overkoepelend verhaal dat gaat over familie, maar dat zich ook uitstrekt door tijd en ruimte, gebruikmakend van legendes en overleveringen van de prachtige delen van Afrika.’ In Kongo schoot ze wat ze ‘mijn versie van het scheppingsverhaal’ noemt: ‘Dit is waar het gaat beginnen, precies hier, en dit is hoe de mensen eruit zullen gaan zien, prachtig en bruin… dit is hoe de mensheid begon.’
Haar werk onderzoekt ook de transcendente natuur van het schijnbaar alledaagse. Zo kiest ze bijvoorbeeld meestal mensen uit die afkomstig zijn uit de onderkant van de samenleving of uit arbeidersmilieus, een keuze die natuurlijk aanvoelt omdat het een reflectie is van de mensen en krachten waarin zij opgroeide, in Rochester. Lawson: ‘Ik kies mensen van uit de buurt: in de nabijheid van het openbaar vervoer, in schoonheidssalons, fried-chicken-tenten, nachtclubs, Family Dollar-supermarkten, kerken, enzovoort. Het draait om waarde. Het gaat om het gebruiken van een persoon of lichaam om er iets hogers mee te vertegenwoordigen dan we er doorgaans mee zouden associëren.’
Lawson was ook geïntrigeerd door haar vrienden. ‘Dus vroeg ik iedereen in mijn vriendenkring of ik ze mocht fotograferen. Evenals andere mooie zwarte vrouwen op de campus. Ik maakte mijn eigen geïmproviseerde studio met manden voor wasgoed, bekleed met zilverfolie en felle lampen en dan hing ik er een wit nylon laken over om een softbox te imiteren, want ik had geen geld voor het echte werk. Het ding vloog altijd in brand en begon te roken omdat de lampen superheet waren. Ik kocht speciale schoenen in een kringloopwinkel. Die kringloopwinkel is nog steeds een onderdeel van mijn proces.’
Lawson werkt niet in series: ‘Ik werk van afbeelding naar afbeelding. Ik ben altijd beperkt geweest in het nadenken over de grotere schaal der dingen. Ik maak een foto en dan denk ik na over wat er vervolgens moet komen of wat er ontbreekt in de foto die ik als laatste heb gemaakt. Wel is het zo dat als ik nu een naakt of halfnaakt lichaam fotografeer, het anders is dan toen ik een naakt lichaam in 2010 schoot.’
Nog altijd is ze gefascineerd door het naakte lichaam. ‘Ik vraag me wel eens af: waarom doe ik dit nog steeds? Is het een easy win met dat naakte lichaam, een vrouwelijk lichaam? Ik schoot mijn eerste naakt in 2005. Ik herinner me Ashanti, naakt op het bed zonder lakens op het matras. Ik was zo opgewonden. Het beeld leek eigenlijk heel veel op de vrouw met haar voorovergebogen hielen. Er was iets aan dat matras zonder hoeslaken, die paisley-print, een vrouwelijk soort patroon, met dit klassieke lichaam. Ze was niet mooi in de gewone zin des woords, ze was verrukkelijk. Dé verwijzing naar de klassieke schilderkunst. Ik voelde van, damn, I did it.’
Lees het hele interview in See All This #13. Bestel hier.
Dit is een vertaling en bewerking van het interview van Arthur Jafa met Deana Lawson, dat is opgenomen in Lawsons Aperture-monografie uit 2018. Voorlopig is dit het enige interview dat Lawson zal afgeven.
De tentoonstelling Deana Lawson is te zien van 8 juni t/m 1 september in Huis Marseille, Amsterdam. Bestel hier je tickets.
Reacties op De ziener | Interview met Deana Lawson
Aan de ene kant gelooft Deana Lawson in lotsbestemming gezien de manier waarop ze haar eigen pad verklaart en aan de andere kant gaat ze aan de haal met het lot van de anderen door ze in een geënsceneerde omgeving te plaatsen. Waarom? Is het authentieke verhaal van de mensen die ze van straat haalt niet bijzonder genoeg? Het werk van Lawson zoals getoond in Huize Marseille is een tutti frutti van beelden zonder lijn. De diaspora is hectometers lang en net zo breed. De beelden hadden zelf het werk kunnen doen maar de vage uitleg van Lawsons werkwijze maakt niet duidelijk of de magnetron waar de geportretteerde voor staat diepere symboliek bevat en een verwijzing is naar Edison of niet. Zoals een recensent uit een van de dagbladen het zelf noemt -hij is wel positief- is het 'Geënsceneerde authenticiteit'. Tegenstrijdig. Niet wit en niet zwart, dus grijs. Heel erg grijs. Een verdwaalde foto van Hitler met Hindenburg zit er zelfs tussen. Schrijnend.
Het is daarnaast een gemiste kans om het huis waar de tentoonstelling in getoond wordt te verbinden met de slavernij die als thema door het werk loopt. Ik vind het een waardeloze tentoonstelling. Doe mij maar de realiteit, daar wordt echt iets zichtbaar gemaakt.
Vriendelijke groet,
Thijs Brouwer