Roosmarijn Pallandt reist naar verre, afgelegen gebieden. Losgezongen van alles en iedereen, voegt ze zich bij de lokale bevolking, werkt ze met hen samen, en maakt ze met haar fotografie en weefwerken de onzichtbare verbinding tussen de bewoners en hun omgeving tastbaar. Onlangs trok ze naar de zuidwestelijke eilanden van Japan.
Tekst & fotografie: Roosmarijn Pallandt
De afgelopen tijd verbleef ik op een aantal kleine eilanden in het uiterste zuidwesten van Japan. Het is het land waar de rots bezield is, evenals de berg, de lucht en de verre horizon waar de bergen hun lijnen tekenen. Wat mij in het bijzonder raakte, was hoe de eilandbewoners de wind op hun huid dragen, het water als een danspartner zien en daarmee altijd in een gelijk ritme opgaan met de beweging van hun omgeving. Die sterke verbondenheid maakte een diepe indruk op mij.
Aan een goede vriend schrijf ik:
“Het is onbeschrijfelijk heet. Alles beweegt alsof het gehuld is in een dikke jas van vocht. Ook ik. De geuren zijn intens en veelzijdig. De diepe, bruine wortelstelsels zijn opgewarmd en laten geuren los die ver boven de dampende aarde blijven hangen. Zoet, zuur, aards — rottend blad en gasbellen. We graven wortels op en snijden ze open. We extraheren de dieprode vloeistof om te gebruiken tegen insectenbeten en om textiel te kleuren. Wanneer een wild zwijn aan de wortel heeft geknaagd weet je zeker dat je de juiste te pakken hebt.”
Naast de geuren van de bodem is er de plakkerige geur van de zilte golven die op de kust omslaan. Het is een kakofonie van geuren: de vochtige lucht lijkt de zure regen terug te duwen richting weeïge aarde. De wolken nemen al het vocht op en laten het weer vallen, met miljarden druppeltjes tegelijk. Oppervlakten staan niet meer stil en spiegelen niet meer zoals voorheen. Zonnestralen vinden door het dichtbeboste oeverwoud hun weg richting aarde en worden weer teruggekaatst door de glanzende palmbladeren.
Stroom en onderstroom, zoet en zout, ontmoeten elkaar langs de kustlijn. De lucht hangt als een voile boven de kust. Dieper landinwaarts ligt ze als een zware deken op de bergtoppen.
Het aanwezige geluid weet de geur niet te overstemmen, maar klinkt wel in alle richtingen en toonhoogtes. Het regenseizoen geeft een podium aan allerlei insecten, van wandelende takken, kikkers en muggen tot kevers en sprinkhanen. En er zijn veel prikkende, vreemde klanken producerende wezens waarvan ik de meeste niet ken. Zo is er het vliegende, halfvleugelige insect, cicade, dat zeven jaar onder de grond leeft om vervolgens slechts zeven dagen door de lucht te bewegen. Als ze tevoorschijnkomen, komen ze met z’n triljarden tegelijk. Ze vullen de ruimte als druppels en lichtvlekjes, en met oorverdovend lawaai.
De bomen en struiken die ons beschutten, gebruiken we voor het maken van garen. Dikke repen pellen we één voor één af, tot we de kern van de stam bereiken, die boterzacht, vochtig en onverwacht koel aanvoelt. De laatste repen gebruiken we voor het nieuwe werk. We wachten tot de maan verschijnt, koken de repen in zout water en spoelen ze in de rivier. Van de garen weven we de komende maanden een textielwerk waarmee we deze plek tastbaar willen maken. De weefsels worden een soort partituur, aardse frequenties gevangen in textiel.
Op deze reis fotografeer ik zowel boven als onder water. Het is mooi om te zien wat er onder water gebeurt: wat het licht er doet met de ruimte, hoe de tijd er lijkt te vertragen en hoe ver het geluid reist.
De wind lijkt transparant, maar wanneer de wereld om je heen beweegt, wortels zich uit de aarde laten rukken en het water heen-en-weert, dan krijgt de wind vorm en vult ze de ruimte. De wind, het maanlicht en het ritme van het water: alles beweegt en heeft genoeg aan zichzelf. Wie of wat zich verzet zal verzuipen, verbranden of uitputten — ook ik.
Lees meer over Roosmarijn Pallandt hier.
Nieuwe series van haar werk zijn te zien op :
Art Rotterdam, 5 t/m 9 februari 2020 (Galerie Vriend van Bavink)
Photo LA, 30 januari t/m 2 februari 2020, naast werk van Iwan Baan (The Gallery Club)
Reacties op De wereld als je studio | Deel VI – Roosmarijn Pallandt