Marcel Duchamp Fountain werd in 2004 uitgeroepen tot ‘het meest invloedrijke moderne kunstwerk ooit’. Het porseleinen urinoir wordt belangrijker geacht dan Picasso’s Guernica. Maar is Duchamp wel de maker van dit iconische werk? Nee: Fountain is bedacht door Elsa von Freytag-Loringhoven, de allereerste die kunst maakte van voorwerpen die ze op straat vond, objects trouvé. Hoogste tijd om de geschiedenis te herschrijven en deze oermoeder van de moderne kunst de plek te geven die ze verdient.
Tekst: Theo Paijmans
In 1917 wordt een mysterieus urinoir ingezonden voor een New Yorkse tentoonstelling. Het is de tijd van New York Dada, een beweging uit 1915 met kunstenaars als Marcel Duchamp, Francis Picabia en Man Ray. De eerste tentoonstelling wordt gehouden van 10 april tot 6 mei 1917. Iedereen die 6 dollar betaalt, mag exposeren. Het urinoir, ingezonden onder de naam R. Mutt wordt echter geweigerd; de combinatie van banaliteit en mysterie gaat de meeste organisatoren te ver. Alfred Stieglitz maakt nog een foto van het werk, het is de enige foto van het origineel. Wat er daarna mee gebeurt, is in nevelen gehuld.
Fountain (1917) replica uit (1964), Tate London en Marcel Duchamp voor een replica van Fountain, in de tentoonstelling Duchamp Retrospective, Pasadena Art Museum (1963)
Als Andre Bréton in 1935 het werk aan Duchamp toeschrijft, houdt die zich stil. In de jaren zestig brengt Duchamp verhalen de wereld in die moeten bevestigen dat het zíjn werk was – verhalen die eenvoudig te ontmaskeren zijn, naar blijkt. In de jaren 80 duikt er een brief van Marcel Duchamp op uit 1917, in dezelfde maand dat de tentoonstelling plaatsvond. In deze brief schrijft hij aan zijn zus Suzanne dat een van zijn vriendinnen een urinoir heeft ingezonden voor de tentoonstelling. Deze brief doet echter weinig voor de erkenning van de echte maker. Duchamp is dan al uitgegroeid tot de vader van de conceptuele kunst. Hij is too big to fail, dankzij ‘zijn’ meestwerk Fountain in 1917. Er zijn precies zeventien replica’s van Fountain in omloop – in de collecties van o.a. Tate Modern in Londen, The Philadelphia Museum of Art, San Francisco Museum of Modern Art en The National Museum of Modern Art, Kyoto – alle vervaardigd in opdracht van Duchamp. Bij geen van de replica’s wordt de naam van de echte maker genoemd: Elsa von Freytag-Loringhoven.
Wie was deze briljante dada-kunstenaar? En waarom wordt zij nog steeds niet erkend als de maker van dit werk?
Lees in See All This #10 het hele verhaal. See All This magazine is verkrijgbaar in de boekhandel, museumwinkel en online.
* Theo Paijmans interviewde voor dit artikel Irene Gammel (Elsa-biograaf en professor aan de Ryerson University, Toronto), Glynn Thompson (kunsthistoricus, curator en auteur), Julian Spalding (kunstcriticus en voormalig museumdirecteur van musea en galeries in Glasgow) en John Higgs (cultuurhistoricus en journalist).
* Zie voor alle bronnen het artikel in See All This #10.
Reacties op Dit is geen Duchamp | De echte maker van Fountain
Ik ben zojuist naar de tentoonstelling ‘Van Thonet tot Dutch Design’ in het SM in Amsterdam geweest. Ik weet dat dit museum vrouwelijke kunstenaars steeds meer voor het voetlicht willen plaatsen. Wat schetste echter mijn verbazing? Een uitspraak van ontwerper Bas van Beek. De tekst was ook nog eens enigszins uitvergroot, maar daar staat dus doodleuk dat de urinoir van Duchamp is. Zo komen we nooit van dat idee af en blijft de naam van Elsa von Freytag-Loringhoven onbekend. Bas van Beek is dus niet goed op de hoogte, maar ernstiger vind ik nog dat het SM het ook niet goed op een rijtje heeft.