BLOG

David Hockney | Sunshine Superman in Amsterdam

Door Theo Paijmans | februari, 2019

Vandaag opent de tentoonstelling Hockney – Van Gogh: The Joy of Nature in het Van Gogh Museum. Een unicum, want volgens het museum is het de eerste keer dat de gemeenschappelijke grondslag in het werk van beide schilders uitgebreid wordt verkend: een sprankelende ontmoeting van twee meesters. 

Tegenpolen

Vincent van Gogh en David Hockney, twee grotere tegenpolen in de kunst zijn er ogenschijnlijk niet denkbaar. Bij het grote publiek staat Van Gogh toch een beetje te boek als een geniale, maar geteisterde ziel die niet anders kon. Geen kunstenaar is zo ontleed door psychologen en doktoren; de lijst kwalen waar hij aan moet hebben geleden groeit met elke bespiegeling. Als klap op de vuurpijl verkocht Van Gogh tijdens zijn leven niks. Neem dan Hockney. Hij is de duurst levende kunstenaar van dit moment; een van zijn zwembadschilderijen verwisselde vorig jaar nog voor 90 miljoen dollar van eigenaar.

Bij Van Gogh leek alles een kwelling, op bijna elke foto tuurt de inmiddels hoogbejaarde Hockney vriendelijk de wereld in, volkomen gelukzalig en in tune. “Ik schilder al zestig jaar. Ik schilder nog steeds en ik heb er enorm veel plezier in”, zegt Hockney in de trailer die voor de tentoonstelling is gemaakt, in zijn karakteristiek rustige stem met een lichte rasp – de kunstenaar steekt nog dagelijks een sigaret op. Dat was het eerste wat hij deed, nadat hij afgelopen woensdag een half uur vast kwam te zitten in een lift in Amsterdam. Die was overbelast door een te grote groep mensen die met de kunstenaar na een persconferentie de lift in was gestapt. Want ook daarin verschilt hij met Van Gogh. Die leidde een grotendeels eenzaam bestaan. Hockney weet zich omringd door een entourage van vrienden en ex-geliefden die al decennia om hem heen hangen, voor hem zorgen en hem gezelschap houden.

David Hockney and Jonathan Wilkinson, In the Studio, December 2017, fotografische tekening op papier © David Hockney Foto: Richard Schmidt

Oprechtheid

Maar meer nog dan deze contrasten waar je gemakkelijk op komt omdat rond beide kunstenaars nu eenmaal de mythe der overdrijving is gaan hangen, ontdekte Hans den Hartog Jager juist dat er ook overeenkomsten zijn tussen de twee schilders. Zo merkt hij in de catalogus die bij de tentoonstelling is verschenen op dat Hockney opgroeide in het ‘donkere’ Bradford en Van Gogh in het ‘sombere’ Brabant. Later zouden ze allebei verhuizen naar ‘een streek waar het licht veel intenser is en de kleuren veel feller’, schrijft Den Hartog Jager. En dan zijn er nog de landschappen, de natuur, de ultieme inspiratiebron voor zowel Hockney als Van Gogh. “De natuur blijft eindeloos fascineren, eindeloos. Het verveelt me werkelijk geen moment”, zegt Hockney dan ook. “Is het niet de emotie, de oprechtheid van ons gevoel voor de natuur, die ons leidt”, geeft Van Gogh toe. Het resultaat van die passie is de inzet van de tentoonstelling die nu in het Van Gogh Museum te zien is. 

Vincent van Gogh, De Oogst, 1888, Van Gogh Museum

“Via Hockney kijk je terug naar Van Gogh. Je wordt ongelofelijk verrast hoe onwaarschijnlijk knap en gelaagd zijn werk is”, vertelt Nicole Ex. De hoofdredacteur van See All This bezocht eerder deze week de tentoonstelling en keerde terug met een enorme glimlach. Want het werk van Hockney ademt licht. “Het werk van Hockney straalt lust uit, het is een feest, champagne en lente”, constateert ze, doelend op een van zijn uitspraken waarin hij dat jaargetijde als volgt beschrijft: “Dan heeft de natuur een erectie. Het lijkt alsof er champagne over de struiken is uitgegoten. Het ziet er schitterend uit.”

Ontdekkingsreis

Buiten de levensvreugde die van het werk van Hockney afspat en die in reflectie weer laat voelen hoe buitengewoon bijzonder en van nu het werk van Van Gogh is, leert de bezoeker ook iets anders: in zijn doeken speelt Hockney met het perspectief. Het klassieke perspectief, waar alles naar een verdwijnpunt aan de horizon toe gezogen wordt, is een uitvinding uit de vijftiende eeuw die de kunst al vijfhonderd jaar in een houdgreep houdt. Een ‘hel’ volgens Hockney die zich al sinds de jaren tachtig begon te ontworstelen aan die beperking via schilderijen als Santa Monica Boulevard en Mulholland Drive: The Road to the Studio, waar het perspectief alle kanten opschiet. Maar het resultaat is een verademing omdat het inderdaad beter beantwoordt aan de zintuiglijke ervaring.

iPad-tekeningen van Hockney op de tentoonstelling Hockney – Van Gogh

Ook de zaalinrichting ontkomt aan zo’n eendimensionaliteit en hebben de curatoren een al te letterlijke en voor de hand liggende een-op-een vergelijking juist vermeden. De opstelling van het werk van Hockney en Van Gogh is zodanig dat de schilderijen nergens direct naast elkaar hangen, maar is hun werk zo gepositioneerd in de ruimte dat je al rondwandelend als vanzelf de parallellen in het werk van de twee kunstenaars ontdekt.

Voor Hockney, inmiddels 81, is de ontdekkingsreis ook nog niet voorbij. Hij ontdekte de app Brushes: “En toen begon ik te tekenen op de iPhone. Dat gaf me een heel nieuwe vorm van vrijheid. Ik kon overal tekenen, zelfs in bed.” Want dat is wat een kunstenaar moet, volgens hem: “Kunstenaars, echte kunstenaars moeten werken. Dat is precies de reden dat Van Gogh zo’n groot kunstenaar was: hij was volledig toegewijd aan zijn vak. Altijd aan het werk. Daar gaat het om.”

Hockney – Van Gogh: The Joy of Nature is t/m 26 mei te zien in het Van Gogh Museum.

 


In See All This #13 gaan we het bos in met David Hockney. Bestel het nummer hier. Bestel vóór maandag 4 maart met de kortingscode: coverkeuze. Dan betaal je geen verzendkosten (3,95)!

In See All This #6 lees je een uitgebreid profiel over David Hockney. Bestel het nummer hier.

Reacties op David Hockney | Sunshine Superman in Amsterdam

laat een reactie achter

Uw beoordeling