BLOG

‘Als het klaar is, is het klaar’ | Een ode aan Alice Neel

Door Marlene Dumas | april, 2020

Niemand had Marlene Dumas ooit op het werk van Alice Neel (1900-1984) gewezen. Ze kwam jaren geleden toevallig een reproductie tegen, en was onmiddellijk gegrepen:  ‘Ik heb bewondering voor die zweem van het onaffe in haar werk, voor de underkill. Als het klaar is, is het klaar.’ 

In de tijd dat Alice Neel naam begon te maken in Amerika, begin jaren zeventig, was ik kunststudent in Zuid-Afrika. Tijdens mijn existentiële zoektocht naar menselijke gezichten en figuren, was ik al bekend geraakt met het werk van Bacon en Hockney, ik bekeek de fotografie van Diane Arbus en de zeefdrukken van Andy Warhol. Toch had nooit iemand me iets van Alice Neel laten zien, terwijl ik onmiddellijk gegrepen werd toen ik toevallig een keer op een reproductie van haar werk stuitte. Gek genoeg was er ook in Nederland, waar ik eind zeventiger jaren naartoe ging, niemand die haar kende.

Ik heb Alice Neel nooit in levenden lijve ontmoet. Het was niet omdat ze een vrouw was of een tumultueus leven leidde dat ik voor haar viel. Het was niet door haar geestige pen dat haar werk me zo aansprak. Ik ontdekte dat pas veel later, tot mijn grote verrassing.

Alice Neel in haar atelier in Harlem, New York, 1944, foto: SeeThink Productions / Sam Brody

 

Wat me trof als echt bijzonder en hoogst welkom, maar ook uiterst ongewoon, was het feit dat ze niet alleen alledaagse mensen gezeten op alledaagse stoelen schilderde, mensen die gekleed waren in de (inmiddels gedateerde) kleurrijke mode van die tijd, maar dat de schilderijen desondanks, of tegelijkertijd, toch zo modern waren. Het was haar prestatie dat ze de onrust in felle (zelfs decoratieve) kleuren kon vatten. Mijn generatie had geleerd dat modernisme niet goed samenging met de seizoenswisselingen die inherent zijn aan de mode, want kunst mocht alleen betrekking hebben op het universele, het tijdloze, het eeuwige. Kunst moest niet geïllustreerd of ingeperkt worden door het werk aan een specifieke tijd of plaats te binden. Dat is de reden waarom ik tot op heden voornamelijk naakte mensen schilder, omdat ik me het sublieme nog altijd niet kan voorstellen met een jurk aan.

De meeste figuratieve schilderkunst gaat niet over mensen, of anders gezegd, ze schilderen zelden ‘karakters’. Guston schilderde cartoons. Warhol populaire iconen, Chuck Close schildert portretten, en om het over schilderkunst te hebben, Katz schildert het cool, Peyton schildert de dromen…

 

Alice Neel, Nancy en Olivia, 1967, Olieverf op doek, 99,1 x 91,4 cm. Diane en David Goldsmith Collection © Estate of Alice Neel, David Zwirner, New York/Londen

 

Het is interessant om te zien dat in Art Since 1900: Modernism, Antimodernism, Postmodernism, van Foster, Krauss, Bois en Buchloh (2005, red.) de term ‘portretschilderen’ niet in de uitgebreide index voorkomt, en dat Katz, Close of Alice Neel eigenlijk niet eens vermeld zijn.1 Wel staat ergens aangegeven dat conceptualisten het portret als een historische, verouderde kunstvorm beschouwden.

Alice Neel, Andy Warhol, 1970, Whitney Museum of American Art, New York

Neel is, zo je wil, een modernistische portretschilder te noemen. Als haar werk goed is, tintelt en zindert het van een nerveuze energie zoals bij Munch. Het prikkelt en desoriënteert zonder inzet van extreme expressionismen, surreële proporties of dramatische vertekeningen (zelf, afkomstig van het Afrikaanse continent, noem ik haar ongewone perspectieven geen ‘vertekeningen’, voor mij zijn ze tamelijk vanzelfsprekend). Het is een mengeling van Picasso en Matisse, misschien stirred, niet shaken. Het is zowel rauw als mild. Het omvat liefde en angst tegelijk.

Neel gaat snel. Ik vind het mooi hoe de interactie tussen haar en haar levende modellen lijkt te ademen. Ze schildert niet dat slopende lange wachten. Ze tekent en praat met de verf. Ze hanteert het schilderen niet als een zwoegende uitputtingsslag. Ze hanteert het als een middel om zich vrij te voelen. Of ‘als een manier om de vervreemding te overwinnen’, zoals ze ooit zei. Ik ervaar dat zelf ook zo. Ik heb bewondering voor die zweem van het onaffe in haar werk, voor de underkill. Als het klaar is, is het klaar.

Alice is niet jong gestorven. En nee, niet alles wat ze schilderde was een meesterwerk. Maar kunst gaat niet (alleen) over meesters en hun werk. Het gaat ook over hun houding en hun vermetelheid. De weinig vleiende kritiek die ze over zich heen kreeg bij het naakte zelfportret als tachtigjarige, was onvergeeflijk dom. Alice heeft de ontroerendste schilderijen van zwangere vrouwen gemaakt die ik ooit heb gezien. En alhoewel niet bewust, denk ik dat mijn schilderij The Painter (1994) schatplichtig is alsmede een eerbetoon aan haar portret van Andy Warhol (1970), een van de allermooiste schilderijen van onze tijd.

 


Lees de hele ode van Marlene Dumas aan Alice Neel in See All This #17. Later dit jaar staat de tentoonstelling Alice Neel – Un regard engagé gepland in Centre Pompidou in Parijs.

Reacties op ‘Als het klaar is, is het klaar’ | Een ode aan Alice Neel

Leo Hogenboom
Wat een mooie en rake beschrijving van het werk van Alice Neel. Ode op het onaffe, wat is ooit af ? Ode op de directheid, Ode op de intimiteit van het moment van samenzijn tussen model en Neel.
anna schreiner
je schilderwerk vind ik uitzonderlijk mooi, de oudere in de kunst mag meer gezien worden.
Neel; ga zo door en blijf bij je eigenheid, zo puur.
Marie-Antoinette Courtens
Alice Neel confronteert je met de naakte waarheid:de essentie van kunst?
www.courtensart.com
laat een reactie achter

Uw beoordeling