Bart Hess werkt graag met alledaagse materialen, waarmee hij de grenzen tussen aantrekken en afstoten opzoekt: ‘Ik maak werk dat op de onderbuik werkt en het verstand even uitschakelt.’
Je hebt zojuist – in vijf minuten – een zelfportret gemaakt. Lijkt het een beetje?
‘Ja. Ik maakte het vanmorgen toen ik mijn baard eraf haalde. Nu heb ik, zoals je ziet, alleen nog een snor.’
Lijk je op een ‘echte kunstenaar’?
‘Ik voldoe wel aan een paar clichés: in mijn huis en studio is het bijvoorbeeld altijd chaos.’
Wanneer wist je dat je kunstenaar wilde worden?
‘Als kind wilde ik kunstschilder worden net zoals m’n vader. Hij liet me in zijn atelier schilderen op een klein doek.’
Hoe zou je leven eruit zien als je geen kunstenaar was geworden?
‘Hopelijk was ik danser geworden. Ik heb net een project afgerond met een dansgezelschap. Die levens, daar ben ik jaloers op. Ik werk ook veel met het lichaam, maar dat hele fysieke, dat mis ik soms.’
Met wat voor materiaal werk je het liefst en waarom?
‘Het liefst geef ik een draai aan dagelijkse materialen, zoals afval. Ik vind het mooi als het materiaal iets natuurlijks doet, maar wel onder mijn regie: als het bijna breekt of smelt.
Voor mijn performance, Digital Artifacts (video), liet ik paraffine om een lichaam stollen met koud water. Het resultaat daarvan is te zien in de expositie Dream Out Loud in het Stedelijk Museum Amsterdam.’
Wat is jouw thema?
‘Het grensgebied tussen aantrekken en afstoten; tussen schoonheid en gruwel. Ik maak werk dat op de onderbuik werkt en het verstand even uitschakelt.’
Hoe hoop je dat mensen zich over honderd jaar jouw werk herinneren?
‘Dan hoop ik dat het nog steeds diezelfde verwondering over het lichaam oproept.’
Welke prijzen heb je gewonnen?
‘Ik won in 2011 de Mini Young Designer Award, en drie jaar geleden de Profielprijs, voor textielvormgeving. Toen ik in Londen woonde, werd ik daar genomineerd voor de Arts Foundation Award. Prijzen zijn heel motiverend, je voelt je erdoor gesteund.’
Wat is jouw definitie van kunst?
‘Ik had nooit een antwoord op de vraag: “is jouw werk nou design of kunst?” Totdat Hella Jongerius tegen me zei: “het heeft geen functie, dus het is kunst.” Dat was een opluchting voor me.’
Beschrijf je atelier.
‘Een loods-achtige industriële ruimte in een jaren 70 fabriekspand in Eindhoven met grote deuren en een takel aan het plafond. Daarbinnen heb ik een werkruimte, een kantoor en een ontspanningsruimte met een bed.’
Wat zijn je vaste rituelen/gewoontes?
‘Ik eet vaak na de lunch een hele reep chocola in één keer op.’
Wie zijn je kunstenaarsvrienden?
‘Ik heb een hechte vriendengroep overgehouden aan mijn tijd aan de academie in Den Bosch. En met Harm Rensink heb ik veel contact. We hadden acht jaar lang een relatie en hij is vaak het model in mijn videowerk.’
Welk kunstwerk zou je graag zelf hebben gemaakt of bedacht?
‘The Cremaster Cycle van Matthew Barney. Omdat daarin zoveel dingen samenkomen: film, performance, kostuums. Het heeft een grootsheid waar ik jaloers op ben en die me motiveert.’
Beschrijf kort de totstandkoming van je nieuwste werk.
‘Ik begon twee jaar geleden aan dit project met semi-interactief textiel, in de werkplaats van het TextielMuseum. Door technologie in draad te verwerken reageert het op geluid en beweging, maar steeds op een andere manier.’
Waarom moeten lezers deze expositie bezoeken?
‘Wat ik erg leuk aan dit museum vind, is dat ook het maakproces er te zien is. Je kunt eerst het lab binnenlopen en daarna het museum. En doordat dit werk beweegt, hoef je het niet aan te raken. Je kunt zíen hoe het materiaal aanvoelt, dat is heel spannend.’
Het werk van Bart Hess is tot en met 28 mei te zien in de groepsexpositie Rafelranden van Schoonheid in het TextielMuseum in Tilburg.
Reacties op Tussen schoonheid en gruwel