KUNSTENAARS

Interview met Aart Taminiau

De humor in het menselijk onvermogen

Tekenaar Aart Taminiau verdiepte zich voor zijn boek Wol in het verdwijnen van de Tilburgse textielindustrie. ‘Ik raakte gefascineerd door hoe ingewikkeld dat is, als het in een familiebedrijf misgaat.’

Je hebt zojuist – in vijf minuten – een zelfportret gemaakt, lijkt het een beetje?

‘Ja. Ik heb stiekem even in de spiegel gekeken.’

 

zelfportret_2

Zelfportret in vijf minuten

 

Lijk je op ‘een echte kunstenaar’?

‘Daar ben ik niet mee bezig. Bij ‘een echte kunstenaar’ zie ik een soort cartoonfiguur voor me: extravagant, een beetje zoals Dalí.’

Wanneer wist je dat je kunstenaar wilde worden?

‘Om mezelf nou kunstenaar te noemen… Ik noem me eerder tekenaar of animator. Tijdens mijn filmstudies aan de UvA had ik al een atelier. Toen ik klaar was, besloot ik een poging te wagen m’n geld te verdienen met ‘dingen maken.’ Ik gaf mezelf vijf jaar de tijd. Het is nu acht jaar later en het lukt.’

Hoe zou je leven eruit zien als je geen kunstenaar was geworden?

‘Waarschijnlijk zou ik minder tekenen, nu heb ik de luxe dat ik het altijd kan doen. Wetenschap vond ik ook echt interessant, al vond ik het teleurstellend dat ook in de wetenschap politiek een rol speelt.’

Met wat voor materiaal werk je het liefst en waarom?

‘Pen en inkt uit een potje vind ik het mooiste wat er is. Wat inkt met papier doet, vind ik wonderlijk. Er zit zo veel leven in een enkele lijn. Die is als een handtekening, je kun er een tekenaar aan herkennen. Mijn stijl is redelijk fijntjes. En ik heb een groot bereik in het donker, daar breng ik veel nuance in aan.’

Wat is jouw thema?

‘Zonder hoogdravend te willen klinken, begin ik vaak bij de humor in het menselijk onvermogen. Ik kan genieten van de paradox van menselijk handelen: je denkt dat je het goede doet, maar hebt het tegenovergestelde effect. De imperfecte mens. We hebben geen controle, maar overtuigen onszelf ervan dat we die wel hebben. Daar zit zoveel kwetsbaarheid in én het is grappig!’

Hoe denk/hoop je dat mensen zich over honderd jaar jouw werk herinneren?

‘Laten we bij het begin beginnen, ik vind het al bijzonder genoeg als mensen mijn werk nu zien.’

Beschrijf je atelier.

‘Dat zit in een oud schoolgebouw aan het prinseneiland. Het heeft een hoog plafond, hoge ramen en veel licht. Ik deel de ruimte met twee anderen, waarvan er één met wol en textiel werkt, dus dat sloot heel goed aan bij mijn werk, Wol.’

 

Uitzicht vanaf werkplek

Uitzicht vanaf werkplek

 

Hoe ziet je dagelijkse routine eruit als je aan een project werkt?

‘Ik was al een ochtendmens en sinds ik een zoontje heb, is dat nog eens versterkt. Ik werk van 8.00 tot 17.30 uur, met lunchpauze. Ik hou van structuur en ritme, zodat ik zo min mogelijk hoef na te denken over m’n dagindeling.’

Wie zijn je kunstenaarsvrienden?

‘In mijn vriendenkring heb ik grafische vormgevers, 3D-kunstenaars, muzikanten. Met sommige mensen kun je op heel specialistisch gebied praten, anderen vullen je juist aan. Die diversiteit vind ik leuk. Ik doe veel samen met Jur Oster: een fotograaf met wie ik mijn atelier deel.’

Wat hangt er thuis aan je muur?

‘Een wandpaneel van Lukas van de Vrande. Lukas bedacht de ‘Mini-Mecenae’, mensen die maandelijks een bedrag overmaken ter ondersteuning. Af en toe krijg je dan een cadeau. Dit is een miniatuur van het originele wandpaneel uit 2013. Lukas werkt heel wiskundig, maar het beeld ontstaat uiteindelijk door het spel van schaduwen. Ik vind dat heel mooi.’

 

lukas_van_de_vrandelr

Aan de muur: miniatuur wandpaneel van Lukas van de Vrande (2013)

 

Welk kunstwerk zou je graag zelf hebben gemaakt of bedacht?

‘Ik ben stinkend jaloers als ik bijvoorbeeld denk aan de film Songs from the second floor van Roy Andersson. Die hele film bestaat uit een paar shots vanuit een vaste camerapositie, een heel onconventionele manier van filmmaken, die ik echt wonderschoon vind. Ik zou ook graag films maken, met een team werken. Maar wat ik nu heb gedaan is natuurlijk vrijheid ten top: twee jaar aan een boek werken en helemaal in je eigen hoofd duiken.’

Kan kunst de wereld veranderen?

‘Jazeker, alleen op kleinere schaal dan men soms hoopt. Als het lukt om iemand echt te bewegen, dan is dat bijzonder genoeg.’

Beschrijf de totstandkoming van je boek.

‘Het begon toen ik twee jaar geleden geluidsopnames kreeg van m’n moeder: mijn opa had zijn levensverhaal ingesproken. ‘Kun je het digitaliseren?’ vroeg ze. En toen hoorde ik de stem van m’n opa: ‘Ik ga vertellen waarom ik een ander mens ben geworden’. Hij was het familiebedrijf uitgeknikkerd. De hele textielindustrie in Tilburg bestond uit familiebedrijven. Ik raakte gefascineerd door hoe ingewikkeld dat is, als het in een familiebedrijf misgaat. Toen heb ik het verhaal van mijn opa een beetje losgelaten en me verdiept in de Tilburgse textielindustrie. Het verdwijnen daarvan hield in dat er allemaal rijke families in no time niks overhielden. Dat vond ik een mooi uitgangspunt voor een verhaal.’

Waarom moeten lezers dit boek kopen?

‘Omdat ik m’n best heb gedaan een interessant verhaal op een originele manier te vertellen. En mijn tekenstijl is opvallend, er valt veel te zien. Sowieso zouden mensen meer beeldverhalen moeten lezen, er valt op dat gebied veel te ontdekken, dat doe ik zelf ook nog steeds.’

 

Uit Wol

pagina uit Wol

 


Het boek Wol van Aart Taminiau is een uitgave van Oog & Blik

 

Reacties op De humor in het menselijk onvermogen

Aart Taminiau
Beste Philip,
Ik ben de zoon van Antonie, je neef (je krijgt de groeten)! Leuk dat je het boek wilt kopen. Dat is, als het goed is, bij elke boekhandel te krijgen.
Met vriendelijke groet,
Aart
Philip Taminiau
Geen idee van wie jij een zoon bent, ikke de oudste tilburgse neef die nog leeft met die naam, ben geïnteresseerd je boek te kopen, maar waar, zal mijn dochter Yvette die in Amsterdam woont er op uitsturen.
Ik ben een zoon van Theo en werd vroeger, FlipGenoemd, nu Philip
laat een reactie achter

Uw beoordeling