de Wandelaar

Richard Long

tekst: Bruno van den Elshout

Hij loopt door de verlaten landschappen in de Himalaya, Alaska, Afrika, India en zijn geliefde Ierland, en laat sporen van takken, bladeren en stenen achter.

Eamonn-McCabe-Richard-Long-See-All-This-Art-Magazine.jpeg
Fig 1. Eamonn McCabe, Richard Long

Samen wandelen we de galerie binnen. Ze werken al samen sinds 1970. Dat jaar bezocht hij de galerie met de mededeling: ‘Ik ben Richard Long en het is een goed idee als jullie mijn werk tentoonstellen.’ Hij is er in goed gezelschap. Vanuit twee locaties in Londen en twee in New York vertegenwoordigt Lisson Gallery internationaal gerenommeerde kunstenaars zoals Marina Abramović, Ai Weiwei en Anish Kapoor.

Nadat we plaatsnemen in een van de zalen van de galerie, begint ons gesprek met stilte. Ik heb de indruk dat Long zich afvraagt wat onze ontmoeting toevoegt aan de lange lijst publicaties – boeken, documentaires, films – die er in de loop van zijn indrukwekkende vijftigjarige loopbaan over hem zijn gemaakt. ‘Ik houd er niet zo van om geïnterviewd te worden’, is het eerste dat hij me toevertrouwt. ‘Ik wil het liefst dat mijn werk voor zichzelf spreekt, maar je had van tevoren een paar goede vragen toegestuurd, dus steek van wal.’

We nemen een diepe duik in zijn werk en komen te spreken over de waarde van onverdeelde aandacht. ‘Die is zeldzaam in het moderne leven. Voorbehouden aan bijzondere momenten. Wanneer je de liefde bedrijft, naar fantastische muziek luistert of er een cricketbal op je wordt afgevuurd. De combinatie van inspanning en ontspanning die je in een soort opperste staat van concentratie brengt. Dat al het andere er even niet meer toe doet en de tijd stilstaat. Waar het even eeuwig nu lijkt en al het denken verstilt. Daar brengen mijn wandelingen me en daar geniet ik van. Het is liefde, het vieren van schoonheid, me daarin onderdompelen en delen wat dat door mij voortbrengt. De fysieke inspanning van het wandelen, het dragen van mijn rugzak, waar mijn reizen me brengen… Ik ben blij dat dat mijn werk is. Veel anders kan ik ook niet, maar dit gelukkig wel.’

Richard-Long-Cornwall Spiral-See-All-This-Art-Magazine.jpeg
Fig 2. Richard Long, Cornwall Spiral, 2012

Richard Long

'Ik wilde trouwen aan weerzijden van de evenaar en werk maken op de top van de Kilimanjaro'

Richard-Long-A-circle-in-Scotland-See-All-This-Art-Magazine.jpeg
Fig 3. Richard Long A circle in Scotland, 1986

Kaal lopen

Het werk van Richard Long (Bristol, 1945) heeft verschillende verschijningsvormen. Die zijn allemaal te herleiden tot de wandelingen die hij als basis voor zijn kunst beschouwt. Deze wandelingen maakt hij bijna altijd alleen en met minimale uitrusting, het liefst in verlaten landschappen over de hele wereld. Met hetzelfde gemak in de Himalaya als in Alaska, Afrika, India, Japan en Zuid-Amerika. In zijn geliefde Ierland of nog dichter bij huis, in Dartmoor National Park of rondom zijn woon- en geboorteplaats Bristol.

Op plekken in het landschap die hem daartoe uitnodigen, maakt hij sculpturen van natuurlijke materialen. Van bladeren, stenen, takken of water. Of met zijn eigen voetstappen, door een figuur in het landschap kaal te lopen. In tegenstelling tot andere landschapskunstenaars laat hij meestal in het midden waar hij zijn werken maakt.
De sculptuur die Long creëert, geeft hij weer terug aan het landschap en aan de anonimiteit. Wanneer hij sporen, takken en bladeren gebruikt, hebben die een maximale levensduur van een paar dagen. Werken van stenen hebben een langere houdbaarheidsdatum, maar raken overgroeid of zijn zodanig onderdeel van het landschap dat je ze als passant gemakkelijk over het hoofd ziet. Wat blijft en de wereld overgaat, is een foto die Long van zijn werkt maakt en de titel die hij dat beeld geeft.

Maar niet altijd is fotografisch beeld de meest geëigende vorm om zijn belevenissen te delen. Bijvoorbeeld als een werk geen fysieke sculptuur is, maar een handeling die hij op een specifieke plek verricht. Het gooien van een aantal stenen. Of een andere actie of een reeks acties. Zoals waar hij tijdens een wandeling geplast heeft, Urinating Places Line (1993). Of als hij het ritme van het geluid van regen wil vastleggen. Bij dergelijke werken kiest hij voor tekst als uitingsvorm. Gedichtachtige combinaties van woorden of steekwoorden, steevast gedrukt in zijn lievelingslettertype, de hoofdletters van Gill Sans. In kleine oplages gereproduceerd en te koop aangeboden. Net als de topografische kaarten waarop zijn wandelroutes zijn ingetekend – ook daarvoor tellen verzamelaars aanzienlijke bedragen neer.

Naast het zorgvuldig gecomponeerde drukwerk dat Long op deze manier publiceert, is hij vooral bekend door de cirkelen lijnvormige composities die hij in musea en galeries tentoonstelt. Met uiterste precisie gerangschikte stenen of takken op de vloer, zoals tijdens zijn wandelingen buiten. Of moddersculpturen op de muur, zoals het kunstwerk From the river (1984) dat deel uitmaakt van de permanente collectie van het Kröller-Müller Museum. Het werk is dit jaar te zien tijdens de tentoonstelling die het museum aan Longs werk wijdt.

Richard-Long-River-Avon-mud-circles-See-All-This-Art-Magazine.jpeg
Fig 4. Richard Long, River Avon mud circles, 1984

Kosmische passages

Veel van zijn wandelingen zijn zorgvuldig voorbereid rondom een aantal vaststaande gegevens. Dat kan de wandelroute of een bepaalde afstand zijn. Dagenlang of juist kort en alles daartussenin. Veel wandelingen verbinden rivieren of bergtoppen met elkaar, al dan niet door materiaal van de ene plek naar de andere te verplaatsen. Meestal stenen, vaak ook modder en soms zelfs water. Getallen en afstanden dienen ook als basis voor het ontstaan van een wandelwerk. Of kosmische passages zoals maanstanden, zonnestanden, seizoenswisselingen en getijden.

Maar ondanks alles wat Long van tevoren bedenkt, speelt het toeval in zijn werk een grote rol. Veel wandelingen worden ingegeven door een combinatie van wens en praktische gelegenheid. ‘Mijn eerste wandeling in Afrika kwam er doordat ik mijn zus wilde bezoeken die daar toen woonde. En ik wilde trouwen aan weerszijden van de evenaar en een kunstwerk maken op de top van de Kilimanjaro.’

Door het weer laat Long zich graag verrassen: ‘Of het nu goed weer is, slecht weer of zelfs verschrikkelijk. Het voegt altijd iets toe.’ Hij is zelden bang op zijn reizen. Zelfs niet
toen hij nog niet zo lang geleden op een wandeling in Afrika onbedoeld een troep leeuwen doorkruiste. De schrik die hij van mijn gezicht afleest lijkt hem te amuseren. Daarna gaat hij rustig verder waar hij gebleven was: ‘Ik houd van de vrije ruimte die ontstaat door steeds een paar dimensies van mijn wandeling van tevoren juist wél vast te leggen en al het andere te laten gebeuren zoals het gebeurt. Dan wordt me vanzelf duidelijk waar en wanneer ik een werk wil maken, hoe dat eruitziet en waar het van gemaakt is. Steeds komt het aan op de vraag: is dit de juiste handeling op het juiste moment, op de juiste plek. Alleen dan valt alles samen op de manier die ik zo graag ervaar. Dan maakt een werk zichzelf, door mij.’

Richard-Long-Natural-Forces-Dartmoor-Lisson Gallery-See-All-This-Art-Magazine.jpeg
Fig 5. Richard Long, Natural Forces, Dartmoor Lisson Gallery, 2002

ZEGGINGSKRACHT

Maar wanneer wordt wandelen kunst? Daar is Long duidelijk over en dat was hij al op jonge leeftijd. ‘Toen ik in 1968 Walking a Straight 10-Mile Line maakte, was ik de eerste die op het idee kwam om doelbewust een rechte lijn in een landschap te gaan lopen. En met de bedoeling dat als kunst- werk te doen. Mijn werk is kunst omdat ik kunstenaar ben en het maken van kunst is het vertrekpunt van mijn werk. Ik vind dat de vraag of iets kunst is in de eerste plaats door de maker beantwoord kan en moet worden. Daarna zullen de tijd en de ontvangst van het werk uitwijzen in hoeverre dat terecht is. Hoe origineel is een idee? Kloppen de uitvoering en de uiteindelijke vorm daarmee? De uiteindelijk vorm kan een tastbaar object zijn, maar ook bestaan in de ervaring die een beschouwer van het werk opdoet. De impact en permanente duur van die ervaring.’ Maar over hoe hij wil dat zijn werk bekeken wordt, is hij minder mededeelzaam. ‘Er is geen boodschap of bedoeling. Geen instructie of uitnodiging. Alleen de zeggingskracht en kwaliteit van het werk zelf.’

Die kwaliteit wordt al vroeg in zijn carrière herkend. Tijdens zijn studie aan de kunstacademie heeft Long nog wel wat baantjes – bij een papierfabriek, als bouwvakker en als manusje van alles in een theater – maar na zijn afstuderen wijdt hij zich volledig aan zijn wandelkunst. Al gauw wordt hij omringd door supporters die hem helpen zijn wandelingen mogelijk te maken. In eerste instantie zijn dat zijn medestudenten, die inzien hoe nieuw en anders Longs werk is.

Dat vinden ook de prominente internationale kunstenaars die hij leert kennen tijdens zijn eerste deelname aan een internationale tentoonstelling in Düsseldorf (Konrad Fischer, 1968). ‘Ik liet foto’s van mijn werk zien aan Joseph Beuys en Carl Andre en zij waren meteen gecharmeerd van mijn werk. Al snel kwamen er van over de hele wereld uitnodigingen om ook aan andere tentoonstellingen deel te nemen en die komen tot op de dag van vandaag. Ze brengen me op plekken waar ik anders niet op zou komen. Zo ook De Pont. Het was bijzonder om daar deel uit te maken van de openingstentoonstelling van directeur Hendrik Driessen. Ik vind het mooi dat De Pont de overzichtstentoonstelling van mijn werk in Driessens afscheidsjaar heeft geprogrammeerd.’

Onvoorwaardelijk

Lang voor zijn tijd aan de kunstacademie was Long geïntrigeerd door natuurfenomenen. Zijn ouders waren fanatieke wandelaars. Zijn vader was leraar en nam de stadskinderen uit zijn klas mee op verkenningen rondom de rivier Avon, buiten Bristol. Long wandelde met ze mee en ook in de zomers trok hij met zijn ouders de natuur in. In zijn lagere schooltijd probeerde hij natuurfenomenen na te bootsen, bijvoorbeeld door met gips een rivierbedding na te maken in een cakeblik, met verschillende inlaten voor water zodat hij de getijden van de rivier kon imiteren.

De wereld is veel veranderd sinds Longs schooltijd in de jaren vijftig en zestig, maar zijn liefde voor de natuur is altijd gebleven. Ook zijn werk is betrekkelijk onveranderlijk. Critici nemen hem dat wel eens kwalijk. Zelf zegt hij daarover: ‘Als je iets herhaalt wat goed is, wordt het vanzelf beter. En boven- dien, elk moment is zo anders, dat eenzelfde handeling op een ander moment of op een andere plek een heel nieuwe ervaring oplevert.’ Hij zegt het met een vanzelfsprekendheid die terug- komt in alles wat hij zegt, doet en maakt. Waardoor zijn werk niet alleen bestaat uit wandelingen in alle vormen die hij deelt, maar ook uit een onvoorwaardelijke overgave aan het leven. Het onverstoorbaar banen van je eigen pad. Zonder strijd, gedoe, contrast, drama of zelfs emotie, thema’s waar veel kunstenaars juist graag inspiratie uit putten.

Richard Long-A-Line-In Scotland
Fig 6. Richard Long, A Line in Scotland, 1981

Nokia

Long houdt zijn werk en leven het liefst eenvoudig. Een mobiele telefoon heeft hij wel, een oude Nokia waar je alleen maar mee kunt bellen, maar die gebruikt hij amper. Waar hij wandelt, heeft hij meestal toch geen bereik. ‘Mijn trouwste instrumenten zijn nog altijd mijn kompas en landkaarten, mijn eigen handen en voeten.’
Met politiek, maatschappelijke vraagstukken en de toekomst van de wereld houdt hij zich niet bezig. Ondanks de steeds verder oprukkende steden ziet hij zijn werkgebied niet in gevaar komen. Bovendien is hij zich er ook van bewust wat de stad hem brengt. ‘Bristol is mijn thuis. Ik kan er anoniem over straat. Ook in Londen kom ik graag. Ik heb de stad nodig en ik heb daar vrede mee. Het kunstleven speelt zich grotendeels af in steden. De stad is mijn poort naar de wereld. Het mag er dan op lijken dat de wereld steeds verder verstedelijkt: verreweg het meeste landoppervlak is leeg. Zelfs hier in Engeland is volop ruimte en van alles te beleven en ontdekken.’

Ondanks zijn leeftijd is Long niet van plan om minder te gaan wandelen, al is veel van zijn tijd de laatste jaren opgegaan aan het tentoonstellen van zijn werk. ‘Ook de tentoonstellingen zijn nadrukkelijk onderdeel van mijn werk. Ik ben het aan mijn werk verplicht om het met de wereld te delen. En met mensen die het willen zien. Maar met pensioen ga ik nooit. Ik kan niet ophouden met werken want ik ben er nooit echt mee begonnen. Dit is mijn leven.’

Het klinkt heerlijk, vooral de onwaarschijnlijke vanzelfsprekendheid waarmee Richard Long over zijn werk vertelt. Als iemand anders hetzelfde vertelde, zou ik me in de maling genomen voelen. Maar in de belevingswereld van Long wil ik gewoon geloven. En door dat te doen, wordt zijn werk van zelf… nog vanzelfsprekender.

Recente verhalen