De biografie van een object
De materiële geschiedenis van schilderijen
Achter elk schilderij in het museum schuilt een verborgen biografie, zegt Esther van Duijn, schilderijenrestaurator bij het Rijksmuseum. Hoewel de sporen vaak worden uitgewist, bepalen de veelbewogen geschiedenissen van deze meesterwerken hoe ze voor in de toekomst worden gerestaureerd.
Bij het binnenwandelen van de Eregalerij in het Rijksmuseum beseft elke bezoeker: hier hangen werken van oude meesters. Oude werken van oude meesters, met een heel leven achter zich. Sommige bezoekers herinneren zich misschien nog een aantal gebeurtenissen die de pers haalden. In 1990 werd Rembrandts Nachtwacht (1642) aangevallen met zuur, in 1975 met een mes. In 1971 werd Vermeers Liefdesbrief (ca. 1669-1670) op een tentoonstelling in Brussel uit zijn lijst gesneden en gestolen voor losgeld. Andere verhalen reiken verder terug in de tijd. In 1939 reisde Vermeers Melkmeisje (ca. 1658-1659) samen met vijf andere schilderijen, naar de Wereldtentoonstelling in New York.
Omdat het einde van de tentoonstelling samenviel met de mobilisatie in Nederland, konden de schilderijen niet meer terug. Ze zouden uiteindelijk zeven jaar door Amerika en Canada zwerven voor hun terugkeer per schip in december 1946. In 1932 werd in de pers een controverse uitgevochten tussen kunstenaars en het museum naar aanleiding van een restauratie van Rembrandts Staalmeesters (1662) drie jaar eerder. Het zijn maar een paar van de verhalen over de materiële geschiedenis van de schilderijen, zo zijn er tientallen, zo niet honderden. Vakgenoten hebben het tegenwoordig graag over de biografie van een object, wat ik een prachtige omschrijving vind.