BLOG

Muzenkoppels #7 | Robert Rauschenberg & Jasper Johns

Door Daan Heerma van Voss | juni, 2020

In aanloop naar het verschijnen van het grote ‘Zomer van de Liefde‘-nummer van See All This, delen we elke dag een klassiek muzenpaar. Vandaag: de schilders Robert Rauschenberg en Jasper Johns.

tekst: Daan Heerma van Voss

‘Jasper was zacht, mooi, slank en poëtisch,’ zei Rauschenberg later over zijn ‘Jap’. ‘Ik heb foto’s van hem die je hart zouden breken.’ In een klein appartementje in downtown New York beraamden de geliefden  Robert Rauschenberg (1925-2008) en Jasper Johns (1930) tussen 1954 en 1961 hun gezamenlijke aanval op de artistieke status quo.

Het gewone leven

Allebei hadden ze genoeg van de getourmenteerde abstract-expressionisten die meenden dat alles een uitdrukking moest zijn van het gevoelsleven. Liever richtten ze hun aandacht op de symbolen van het dagelijkse. Kunst, vonden ze, moest gaan om alledaagse objecten, om het gewone leven. Door naar buiten te kijken sprokkelden ze onderwerpen. Een bezem tegen een muur, een Amerikaanse vlag. En als je die vlag helemaal getrouw zou naschilderen, was het dan een schilderij of een vlag? Jasper verklaarde dat zijn kunst geen uitdrukking van zijn gevoelens moest zijn, dat was navelstaarderig, er was genoeg in de wereld om te verbeelden.

Jasper Johns

Perfect evenwicht

Een paar jaar was er sprake van een perfect evenwicht tussen de twee: de oudere Rauschenberg was de mentor die de jonge hond Johns aanmoedigde en in contact bracht met kunsthandelaren en museumdirecteuren. Johns was verlegen en introvert, intellectueel en belezen. Rauschenberg was aanstekelijk, larger than life, vol rauwe energie. Ze discussieerden, maakten ruzie, en stuwden elkaar tot grote hoogtes. Ze vertrappelden de grenzen die de elitaire kunst altijd hadden gescheiden van het massapubliek, ze vernielden grensposten, ze schiepen ruimte.

‘We gaven elkaar toestemming,’ zei Rauschenberg in 2008, terugkijkend op hun leven. Ze waren gay, maar hadden ook affaires met vrouwen, met wie dan ook. Ze waren kortom helemaal vrij. Totdat die ruimte begon te slinken. Het succes van Johns had het evenwicht verstoord; terwijl zijn ster rees, begon Rauschenbergs carrière te haperen.

Robert Rauschenberg en Jasper Johns

Uit de anonimiteit

Op een dag was Johns Gertrude Steins The Autobiography of Alice B. Toklas hardop aan het lezen. Rauschenberg antwoordde: ‘Op een dag zullen ze ook zo over ons schrijven.’ Johns schrok hevig: het was alsof zijn anonimiteit werd opgeheven, alsof ze zelf iconen waren geworden, deel van het establishment dat ze zouden vernielen. In 1962 gingen ze uit elkaar, uiteraard op zeer heftige wijze. Allebei verlieten ze New York onmiddellijk. In 1961, vlak voordat de relatie zou eindigen, gaf Johns een van zijn werken de titel In Memory of My Feelings, naar een gedicht van Frank O’Hara waarvan de eerste zin: ‘My quiteness has a man in it’ luidt.

Jasper Johns, In Memory of My Feelings – Frank O’Hara, 1961, MCA Chicago

 


Mogen we nog van de muze houden? Lees hier.

Koop See All This magazine #18 ‘Zomer van de Liefde 2020’ hier.

 

Omslagfoto: Robert Rauschenberg en Jasper Johns in Johns’ Pearl Street studio, New York, ca. 1954 (foto: Rachel Rosenthal)

Reacties op Muzenkoppels #7 | Robert Rauschenberg & Jasper Johns

laat een reactie achter

Uw beoordeling