Door de hele geschiedenis heen hebben kunstenaars uit alle landen en van alle disciplines (meestal mannen) zich laten inspireren door muzes (meestal vrouwen). Van oudsher vervult de muze zowel een zeer machtige als zeer passieve rol. Maar wat gebeurt er als twee kunstenaars elkaars muze zijn?
tekst: Daan Heerma van Voss
Een naakte vrouw op handen en voeten, een wilde bos zwart haar, bolle, ruw uitgesneden billen en kuiten, een hangende linkerborst. De vrouw kruipt voort, van rechts naar links, we zien haar op de rug, haar gezicht is onzichtbaar. Haar traagheid is niet te onderscheiden van verslagenheid, of misschien zelfs van wanhoop. Met haar laatste energie probeert ze uit het dikke zwarte kader te kruipen dat haar gevangen houdt. ‘De muze is moe’ luidt de begeleidende tekst van kunstenaar Marlene Dumas, bij haar iconische zeefdruk uit 1994.
Door de hele geschiedenis heen hebben kunstenaars uit alle landen en van alle disciplines (meestal mannen) zich laten inspireren door muzes (meestal vrouwen). Van oudsher vervult de muze dus zowel een zeer machtige als zeer passieve rol; het was haar roeping om anderen hun roeping te laten vervullen, het doel van haar stem was om anderen hun stem te doen vinden. In de beeldende kunst is de rol van de muze nog een stuk schrijnender dan die in de geschreven kunst, omdat ze een fysieke verschijning betreft. Ze is een model, een vaste vorm, een mal.
Meer dan een subject is de muze in de beeldende kunst altijd een object geweest, een aantrekkelijke levende aanmoediging voor de (traditioneel mannelijke) kunstenaar, die haar al te graag vastlegde. De muze bestaat slechts in de blik van de schilder of beeldhouwer, en wordt door diezelfde blik gevangen gehouden; hoe de kunstenaar de muze vastlegt, is veel belangrijker dan de beleving van de muze zelf. De kunstenaar kijkt, maar de muze kijkt nooit terug.
Kunnen we zeggen dat er van de muze wordt gehouden? In zekere zin, maar uitsluitend van haar vorm, en de manier waarop die vorm tot creativiteit leidt. Salvador Dalí, veelgebruiker op het gebied van muzes, zei ooit in een interview dat creativiteit gelokaliseerd kan worden in de balzak. Geen ballen, geen creativiteit. Je kunt deze uitspraak afdoen als volstrekt ouderwets, en vanzelfsprekend als tamelijk gênant voor Dalí zelf, maar dan ga je voorbij aan recentere (en mildere) voorbeelden van een soortgelijke manier van denken. Toen supermodel Kate Moss begin dit millennium de inmiddels stokoude schilder Lucian Freud bezocht, kreeg hij meteen de geest. Moss: ‘Hij begon nog dezelfde avond te schilderen. Ik kon geen nee zeggen tegen Lucian. Hij is erg overtuigend.’ Freuds reactie op de vraag wat hij van haar vond: ‘Ze is fysiek intelligent.’
Kate Moss en Lucian Freud, 2010 (foto: David Dawson) (links), Lucian Freud, Lucian Freud, Naked Portrait, 2002 (portret van Kate Moss)(rechts)
Vier jaar voordat Dumas haar zeefdruk uitbracht, schreef ze het gedicht ‘The Muse is Exhausted’:
The muse is exhausted
too many bodies and not enough soul.
She’s got the porno blues.
Juist die pornoficatie maakt dat de muze meer dan ooit een verdachte term is geworden. In navolging van #MeToo strijdt de kunstbeweging #ArtToo al jaren voor vrouwen die, op welke manier dan ook, geëxploiteerd zijn voor en door de kunst. Waar de muze ooit een godin was, is ze nu, om begrijpelijke redenen, een leproos geworden.
Waarom is dat begrijpelijk, afgezien van de veranderde mores van de tijd? Omdat de figuur van de muze, die zo bevallig op de sofa lag, die over het bed kronkelde, die vanaf een chaise longue lonkte, veel interessantere verhoudingen tussen mannen en vrouwen in de kunst lange tijd heeft weggedrukt. Vormen die veel meer te maken hebben met liefde dan de eenzijdige obsessieve ‘liefdevolle’ blik van de kunstenaar naar de muze dat heeft. Want wat gebeurt er als twee kunstenaars elkaars muze zijn? Als ze naar elkaar kijken en wél terugkijken? Als ze geen goden maar mensen zijn. Wat je dan krijgt, is liefde die niet veel onderdoet voor kunst, en kunst die niet veel onderdoet voor liefde.
Zie deze zeven klassieke muzenparen in een nieuw licht:
Lee Miller & Man Ray
Arthur Rimbaud & Paul Verlaine
Lee Krasner & Jackson Pollock
Simone de Beauvoir & Jean-Paul Sartre
Jasper Johns & Robert Rauschenberg
Marina Abramovic & Ulay
Niki de Saint Phalle & Jean Tinguely
Koop See All This magazine #18 ‘Zomer van de Liefde 2020’ hier.
Omslagbeeld: Picasso en Lydia Corbett
Reacties op Mogen we nog van de muze houden?