Categorie: Iconische tentoonstellingen

ZERO – Radicale kunst jaren 50 & 60

19 april 2017

Vijftig jaar na de eerste tentoonstelling van de kunstbeweging ZERO in 1965 maakte het Stedelijk Museum Amsterdam een overzichtstentoonstelling over deze groep radicale kunstenaars.

Vuur, licht, beweging, ruimte, demonstraties en performances: in de jaren 50 en 60 van de twintigste eeuw experimenteerde de kunstenaarsgroep ZERO met de meest innovatieve materialen en media. Na de zware oorlogsjaren wilden de aan dit internationale netwerk verbonden kunstenaars de kunst een nieuwe toekomst geven.

In 1962 was de eerste museale presentatie van ZERO te zien in het Stedelijk. In 1965 volgde een uitgebreidere tentoonstelling: Nul 1965, een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van de beweging. Precies vijftig jaar daarna presenteerde het Stedelijk opnieuw een overzichtstentoonstelling van deze radicale kunstenaarsgroep. De tentoonstelling ZERO – Let Us Explore the Stars maakte zichtbaar hoe de aan de beweging verbonden kunstenaars, waaronder Armando, Heinz Mack, Henk Peeters, Otto Piene, Jan Schoonhoven, Günther Uecker, Lucio Fontana, Yves Klein, Piero Manzoni, Jean Tinguely en Yayoi Kusama, de betekenis en vorm van de kunst blijvend hebben veranderd.


Mark Rothko

19 april 2017

Van blozend roze en jubelend geel, tot knallend blauw en somber zwart. Wanneer je voor de immense doeken van Mark Rothko (1903-1970) staat, voel je hoe je zijn wereld ingezogen wordt.

De kleurvelden, opgebouwd uit zinderende verflagen, zijn van een ongekende intensiteit en verbeelden universele gevoelens als angst, extase, tragiek en euforie. Mark Rothko was een intense kunstenaar die alles gaf en zoals vaker met grote kunstenaars, een moeilijk leven kende; gevoed door de ontgoocheling die de wereldoorlogen teweeg hadden gebracht en geteisterd door depressie. Een getormenteerde ziel die tot grootse kunst in staat was, en mensen tot op de dag van vandaag hiermee troost en verwondert. De tentoonstellingen van de Amerikaanse kunstenaar trekken een groot publiek en op veilingen levert zijn werk recordbedragen op.

Het Gemeentemuseum Den Haag presenteerde in 2014/2015 een unieke tentoonstelling van de kunstenaar, meer dan veertig jaar na de laatste presentatie van Rothko in Nederland.


Opening tentoonstelling Kees van Dongen (1967)

17 oktober 2016

Bewegende beelden van kunstenaars uit de generatie van de schilder Kees van Dongen (1877-1968) zijn zeldzaam. Dit fragment uit het Polygoon Journaal bevat beelden van Van Dongen tijdens de opening van een tentoonstelling in 1937. Hij spreekt daarbij, zoals hij zelf zegt, met een whiskey-stem, door overmatig gebruik van Hollandse koffie.

Dit Polygoon Journaal gaat over de opening van een overzichtstentoonstelling van Kees van Dongen in Museum Boijmans Van Beuningen in 1967. Van Dongen is een vertrouwde van het museum. Al voor de Tweede Wereldoorlog werden er werken van hem aangekocht.  De tentoonstelling in 1967 werd opgevolgd door een tentoonstelling in 1990. Een recordaantal van 436.938 bezoekers bezocht het museum dat jaar.


Mondriaan en het kubisme – Parijs 1912-1914

17 oktober 2016

Film ter gelegenheid van de tentoonstelling Mondriaan en het kubisme – Parijs 1912-1914, die tot 11 mei 2014 te zien was in Gemeentemuseum Den Haag.

De ambitie van Piet Mondriaan (1872-1944) was grenzeloos. Hij ontwikkelde zich tot een van de grootmeesters van de moderne kunst en legde een vastberaden weg af naar abstractie. Hij vertrok in januari 1912 naar Parijs om het kubisme te bestuderen. Twee jaar later keerde hij terug en toonde zijn nieuwe werk bij kunsthandel Walrecht in Den Haag. Toen werd duidelijk hoe mijlenver Mondriaan in twee jaar tijd verwijderd was geraakt van de Nederlandse kunst. Hij groeide uit tot een groot inspirator voor andere kunstenaars. Precies 100 jaar na de tentoonstelling bij Walrecht bracht het Gemeentemuseum Den Haag deze herinneringstentoonstelling als hommage aan Mondriaan, die in 2014 precies 70 jaar geleden overleed.


Dalí in Rotterdam

17 oktober 2016

In die koude winter van 1970-1971 kwamen de bezoekers van heinde en ver. Kleumend stonden ze buiten, in lange rijen, uren te wachten tot ze het museum binnen mochten. Om uiteindelijk te zien waarvoor ze gekomen waren: de tentoonstelling van Salvador Dalí, met schilderijen en juwelen waaronder het spraakmakende gouden kloppend hart. In twee maanden tijd kwamen er meer dan 200.000 bezoekers.